Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w87 15/9 blz. 8-9
  • Een begeerde bovenmenselijke regeerder

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een begeerde bovenmenselijke regeerder
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een begeerde bovenmenselijke regeerder
    De grootste mens die ooit heeft geleefd
  • Een leider die de natuurkrachten beheerst
    Jezus: De weg, de waarheid, het leven
  • Jezus kan ons beschermen
    Lessen van de Grote Onderwijzer
  • Macht over de wind en de golven
    Naar de Grote Onderwijzer luisteren
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1987
w87 15/9 blz. 8-9

Jezus’ leven en bediening

Een begeerde bovenmenselijke regeerder

ALS Jezus de duizenden door een wonder te eten geeft, staan de mensen verbaasd. „Dit is stellig de profeet die in de wereld zou komen”, zeggen zij. Zij komen tot de slotsom dat Jezus niet alleen de profeet moet zijn die groter is dan Mozes, maar dat hij ook een uitermate begerenswaardige regeerder voor hen zou zijn. Dus vatten zij het plan op hem te grijpen en koning te maken.

Maar Jezus doorziet hun plan. Daarom handelt hij snel om te voorkomen dat hij met geweld door hen wordt aangesteld. Hij stuurt de scharen weg, dwingt zijn discipelen in hun boot te stappen om terug te keren naar Kapernaüm en trekt zich vervolgens terug op de berg om te bidden. Die nacht is Jezus daar helemaal alleen.

Kort voor het aanbreken van de dag kijkt Jezus rond vanaf zijn verheven uitkijkpost en ziet hoe de golven van de zee door een krachtige wind worden opgezweept. In het licht van de bijna volle maan, want het Pascha staat voor de deur, ziet Jezus dat de boot met zijn discipelen de grootste moeite heeft om tegen de golven op te tornen. De mannen roeien uit alle macht.

Als Jezus dit ziet, daalt hij van de berg af en loopt over de golven in de richting van de boot. Als hij een afstand van vijf tot zes kilometer heeft afgelegd, komt hij bij zijn discipelen. Hij loopt echter door alsof hij hen voorbij zal gaan. Als zij hem zien, roepen zij: „Het is een verschijning!”

Jezus stelt hen gerust met de woorden: „Ik ben het; vreest niet.”

Maar Petrus zegt: „Heer, als gij het zijt, gebied mij dan over het water naar u toe te komen.”

„Kom!” antwoordt Jezus.

Hierop stapt Petrus de boot uit en loopt over het water naar Jezus toe. Maar als Petrus naar de storm kijkt, wordt hij bang, en als hij begint te zinken, roept hij uit: „Heer, red mij!”

Onmiddellijk steekt Jezus zijn hand uit en grijpt hem vast, terwijl hij zegt: „Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?”

Nadat Petrus weer in de boot is geklommen, samen met Jezus, gaat de wind liggen, en de discipelen staan verbaasd. Maar zouden zij eigenlijk wel verbaasd moeten zijn? Als zij „de betekenis van de broden” hadden begrepen doordat zij een juist inzicht hadden in het grote wonder dat Jezus enkele uren tevoren heeft verricht toen hij de duizenden voedde met slechts vijf broden en twee visjes, hadden zij niet zo verbaasd hoeven te zijn dat hij op het water kon lopen en de wind kon gebieden te gaan liggen. Maar nu brengen de discipelen Jezus hulde en zeggen: „Gij zijt werkelijk Gods Zoon.”

Kort daarop bereiken zij Gennésareth, een prachtige vruchtbare vlakte bij Kapernaüm. Daar gaan zij voor anker. Maar wanneer zij aan land gaan, herkennen de mensen Jezus en lopen de hele streek af om degenen die ziek zijn op te halen. Wanneer deze mensen op hun draagbedden bij Jezus worden gebracht en alleen maar de franje van zijn bovenkleed aanraken, worden zij volkomen genezen.

De volgende dag ontdekt de schare die getuige is geweest van de wonderbaarlijke spijziging van de duizenden, dat Jezus vertrokken is. Als er daarom bootjes uit Tibérias aankomen, gaan zij aan boord en varen naar Kapernaüm om Jezus te zoeken. Als zij hem vinden, vragen zij: „Rabbi, wanneer zijt gij hier gekomen?” Jezus’ antwoord zal heel onthullend zijn. Johannes 6:14-25; Matthéüs 14:22-36; Markus 6:45-56.

◆ Wat willen de mensen met Jezus doen nadat hij door een wonder de duizenden te eten heeft gegeven?

◆ Wat ziet Jezus vanaf de berg waarop hij zich heeft teruggetrokken, en wat doet hij vervolgens?

◆ Waarom hadden de discipelen niet zo verbaasd hoeven te zijn over deze dingen?

◆ Wat gebeurt er nadat zij de kust hebben bereikt?

[Paginagrote illustratie op blz. 9]

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen