Satan — Achter het masker
VANDAAG de dag staat Satan wereldwijd in de belangstelling. Er zijn stapels verhandelingen over hem geschreven in kranten, tijdschriften en religieuze traktaten. Er zijn radio- en televisieprogramma’s gewijd aan de religie die zijn naam draagt.
„Satan”, van links naar rechts en andersom geschreven, staat in openbare banken gekerfd, op bruggen, muren van leegstaande gebouwen en winkelpuien geschilderd en op spiegelruiten gekalkt. Op fenomenale schaal worden mensen, vooral jongeren, tot de religie die de naam Satan draagt verlokt, waarna de val dichtklapt.
Ondanks de wijdverbreide publiciteit lopen de meningen echter uiteen over wie of wat Satan werkelijk is. Voor velen, zijn meest toegewijde volgelingen inbegrepen, is Satan in de anonimiteit gehuld. „Het bestrijkt het hele gamma,” zei een hoogleraar in de theologie, „van aan de ene kant mensen die in een letterlijke persoon geloven die Satan is, tot, aan het andere uiterste, degenen die geloven dat het een allegorie is en die het idee eenvoudig afwijzen.”
Toen een andere hoogleraar in de theologie aan een baptistisch seminarie Satan karakteriseerde als ’Gods dienaar’ in plaats van als Zijn aartsvijand, was dat aanleiding tot grote religieuze verontwaardiging. Bij de uitgeverij van de kerk werden veel telefoontjes en brieven ontvangen waarin tegen deze uitleg geprotesteerd werd. „Als Satan wordt geaccepteerd als dienaar van God,” zei een conservatieve baptistische predikant, „dan maakt dat God tot onze vijand.” Een andere baptistische predikant en hoogleraar in de theologie reageerde daar echter op met de opmerking dat de leden van het bestuur van de baptistenkerk „geen enquête hebben gehouden om na te gaan wat het officiële baptistische standpunt is” inzake Satan.
In feite weten de leden van veel kerken niet echt wat hun religie over Satan leert. Een journalist merkte op: „Weinig kerken hebben een leerstuk dat zegt wat hun leden moeten geloven over Satan, en dus wordt het onderwerp uiterst persoonlijk.” Sommigen leren zelfs dat de Duivel eenvoudig het kwaad in ons vertegenwoordigt. Zo beweert de presbyteriaanse predikant A. D. Ellison dat Jezus in de woestijn niet door een bovennatuurlijk satanisch wezen, maar door zijn eigen egocentriciteit werd verzocht.
Het is geen wonder dat kerkleden in twijfel verkeren over de identiteit van Satan, want ook hun religieuze leiders verkeren in twijfel.
Wie hij is
De Schrift zegt echter heel duidelijk en nadrukkelijk wie Satan is. De almachtige God schiep veel geestelijke schepselen, die toegang tot hem hebben in de hemel en die zijn dienaren zijn. De bijbel onthult dat toen God „de aarde grondvestte”, die schiep voor toekomstige menselijke bewoning, „alle zonen Gods [geestelijke schepselen, engelen] voorts juichend hun instemming betuigden” (Job 38:4, 7). Na verloop van tijd keerde een van deze engelen zich tegen zijn Schepper en werd een opstandeling, een tegenstander.
Deze oorspronkelijke tegenstander of Satan (wat „Tegenstrever” betekent) was degene die zich van een slang als spreekbuis bediende toen hij tot Eva sprak om haar tot ongehoorzaamheid aan God te verleiden (Genesis 3:1-6). Daarom wordt hij ook „de oorspronkelijke slang” genoemd (Openbaring 12:9). Jezus zelf zei over Satan: „Die was een doodslager toen hij begon, en hij stond niet vast in de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is” (Johannes 8:44; 1 Johannes 3:8). Jezus identificeerde Satan daarmee als iemand die eens Gods gunst genoot maar tegen Jehovah God in opstand was gekomen.
Hoewel sommigen zeggen dat met de Duivel eenvoudig een abstract begrip, het kwaad, wordt bedoeld, kunnen de hoedanigheden en daden die in de bijbel aan Satan worden toegeschreven, alleen aan een persoon worden toegeschreven. Ja, de bijbel laat zien dat Satan een echte, onzichtbare geestelijke persoonlijkheid is die gezworen heeft de mensheid af te brengen van het dienen van de Schepper, Jehovah God. Toen Satan Jezus in de wildernis verzocht, kan Jezus onmogelijk verzocht zijn door het kwaad als hoedanigheid of door „zijn eigen egocentriciteit”. Er kon namelijk geen kwaad of zelfzucht in Jezus huizen, daar de bijbel duidelijk maakt dat Jezus „schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars” was. — Hebreeën 7:26; Lukas 4:1-13.
Het streven naar macht
Satan kwam tegen God in opstand omdat hij streefde naar macht, de wens koesterde over anderen te heersen, hun god te zijn, aanbeden te worden (2 Korinthiërs 4:4). Adam en Eva bood hij macht en vrijheid aan — ’als God te zijn’ door zelf te bepalen wat goed en kwaad, juist en slecht is (Genesis 3:5). Satan biedt zijn aanbidders nog steeds macht en vrijheid aan.
Zo schreef de satanist Sean, een tiener die zojuist zijn ouders en een derde slachtoffer vermoord had: „Ik ben vrij. Ik kan doden zonder wroeging.” Bij een andere gelegenheid schreef hij met zijn eigen bloed: „Ik verloochen God, ik verloochen Christus, ik wil alleen Satan dienen . . . Heil Satan.”
Randy Shores, tiener en ex-lid van een satanscultus, legde uit: „Het was toen geweldig, dat je al die macht had.” Shores beklemtoonde dat ’de macht je aantrok, de macht die ontleend wordt aan de groep die je beschermt, aan het ritueel en de bezweringen om iemand anders kwaad te berokkenen, en aan de geheimhouding’.
Ja, onder veel van Satans aanbidders heerst het geloof dat hij degenen die zich aan zijn leer houden macht zal geven. En sommige satanische aanbidders gaan ervan uit dat daarmee de macht om ongestraft te moorden wordt bedoeld. Uit de door aanbidders van Satan gepleegde moorden die in de publiciteit zijn gekomen, blijkt dat zij werkelijk geloven dat zij door moord bij de Duivel in de gunst kunnen komen. Het is dus noodzakelijk de groeiende bedreiging van satanische aanbidding serieus te nemen.
Laat u niet misleiden
Houd in gedachte dat Satan echt bestaat. Hij is geen verzinsel. Het grootste genoegen schept hij er nog in, God en Zijn Woord, de bijbel, in diskrediet te brengen en zoveel mogelijk mensen in zijn web der vernietiging te vangen. Maar God heeft al stappen tegen Satan ondernomen: in opdracht van Hem is hij uit de hemel verwijderd en naar de nabijheid van de aarde geslingerd. Dat Satan zich tot de aarde moet beperken, is ongetwijfeld een factor geweest bij de recente opleving van het satanisme. — Openbaring 12:7-12.
Ouders moeten aandacht aan hun kinderen besteden. Als kinderen tot het satanisme zijn overgegaan, kwam dat in veel gevallen doordat hun ouders hun niet de liefde en aandacht gaven die zij nodig hadden. De kinderen namen hun ouders de ogenschijnlijke verwaarlozing kwalijk en werden een gemakkelijke prooi voor ledenwervers voor het satanisme.
Gelukkig is het einde van Satan en zijn invloed echter nabij. Spoedig zullen hij en al zijn aanhangers verslagen en totaal vernietigd worden. De grote God, Jehovah, die Satan en zijn demonen in hun eigendunk hebben getart, zal zijn Strijder-Koning, Jezus Christus, gebruiken om deze goddeloze personen uit de weg te ruimen (1 Johannes 3:8; Openbaring 20:1-3, 10). Ondertussen kunt u tot degenen behoren die Satan weerstaan en bescherming vinden in de liefdevolle broederschap van de georganiseerde aanbidders van de ware God, Jehovah.
[Kader op blz. 9]
Bron van ware bescherming
In een brief aan The Times Herald Record van Middletown (New York) beschreef een man hoe hij ertoe gekomen was naar occulte krachten te streven. Hij was ertoe overgehaald door de geschriften van twee psychotherapeuten die een recept hadden opgesteld voor het verwerven van deze krachten. „Ik volgde het recept gretig op,” verklaarde hij, „maar boette ervoor met zes weken vol nachtelijke verschrikkingen.
Gelukkig”, zo vervolgde hij, „gaven twee getuigen van Jehovah mij onder meer de raad om tot Jehovah te bidden, en dit deed ik elke nacht als ik vreemde dingen gewaar begon te worden.” Wat was het resultaat?
„De laatste nacht van de verschrikkingen”, zo zei hij, „liet wat het ook was dat mij in zijn macht had, zijn greep varen . . . Na die keer heb ik geen nare ervaringen meer gehad.” Deze man leerde, zoals hij aan de krant schreef, dat „God deelhebbers aan occulte praktijken veroordeelt (Deuteronomium 18:10-13)”. — 27 februari 1988.
De bovenstaande schriftplaats luidt ten dele: „Er dient onder u niemand te worden gevonden . . . die aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van magie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt, noch iemand die een geestenmedium of beroepsvoorzegger van gebeurtenissen raadpleegt, noch iemand die de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah.”
[Kader op blz. 10]
Ouders, wees waakzaam
Omdat de duivelaanbidding zo’n aantrekkingskracht op jongeren uitoefent, moeten ouders opmerkzaam zijn op aanwijzingen dat hun kinderen er misschien bij betrokken zijn. Een autoriteit op het gebied van satansculten, Evon Peterson, gaf de raad:
„Zij (jongeren) hebben iemand nodig die in hen gelooft. . . . Zij smeken of iemand aandacht aan hen wil besteden . . . naar hen wil luisteren. De culten zijn heel goed in luisteren. Als de ouders er niet zijn, de cultusaanhangers wel.”
Angelo Pierri, adviseur in New Jersey, waarschuwt: „Ik weet dat u waarschijnlijk zegt: ’Het is maar een rage’, maar dat is nu precies wat de satanisten willen dat u denkt. Zij willen niet ontmaskerd worden. Zij willen niet dat er licht op hun activiteiten wordt geworpen.”
Het is vooral uiterst belangrijk op de muziek te letten waar jonge mensen naar luisteren. Veel van de huidige heavy metal rockmuziek is doordrenkt van satanische boodschappen en symboliek. „Ze is door en door verdorven”, merkt Peterson op, „en bevat opdrachten om te doden en te pijnigen. Ze vervult de behoeften van het kind om zich gewelddadig te uiten.”
Vorig jaar stak een veertienjarige jongen uit New Jersey zijn moeder dood en sloeg toen de hand aan zichzelf. De muren van zijn kamer waren bedekt met posters van heavy metal rockmusici. De vader van de jongen smeekte later: „Zeg tegen ouders dat zij in de gaten houden naar wat voor muziek hun kinderen luisteren.” Hij zei dat zijn zoon de hele week voorafgaande aan de moord en zelfmoord een rocksong had gezongen „over bloed en je moeder doden”.
Het satanisme is beslist een dodelijke, groeiende bedreiging. De eerste stap in de strijd ertegen, is op de hoogte te zijn. Ga er vervolgens tegenin. Ja, de bijbel heeft gelijk als hij zegt dat wij strijd moeten voeren „tegen de goddeloze geestenkrachten” (Efeziërs 6:12). Satan en zijn demonen bestaan werkelijk en zij steken achter al die duivelse praktijken.