Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • bt hfst. 19 blz. 148-155
  • ‘Blijf spreken en zwijg niet’

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • ‘Blijf spreken en zwijg niet’
  • ‘Geef grondig getuigenis over Gods Koninkrijk’
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Ze waren ‘tentenmaker van beroep’ (Handelingen 18:1-4)
  • ‘Veel Korinthiërs (...) gingen geloven’ (Handelingen 18:5-8)
  • ‘Ik heb veel mensen in deze stad’ (Handelingen 18:9-17)
  • ‘Als Jehovah het wil’ (Handelingen 18:18-22)
  • Een reis naar het oude Korinthe
    Ontwaakt! 1976
  • Aquila en Priskilla — Een voorbeeldig echtpaar
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
  • Jehovah’s woord zegeviert!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • Korinthe
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
‘Geef grondig getuigenis over Gods Koninkrijk’
bt hfst. 19 blz. 148-155

HOOFDSTUK 19

‘Blijf spreken en zwijg niet’

Paulus werkt voor zijn eigen onderhoud maar geeft prioriteit aan zijn dienst

Gebaseerd op Handelingen 18:1-22

1-3. Met welk doel is Paulus in Korinthe, en met welke uitdagingen krijgt hij te maken?

HET is eind 50 van onze jaartelling. Paulus is in Korinthe, een welvarende handelsstad met veel inwoners, onder wie Grieken, Romeinen en Joden.a Hij is hier niet gekomen om goederen te kopen of verkopen of om een baan te zoeken. Hij is naar Korinthe gekomen met een veel belangrijker doel: getuigenis geven over Gods Koninkrijk. Maar Paulus heeft wel een verblijfplaats nodig, en hij wil geen financiële last voor anderen zijn. Hij wil absoluut niet de indruk wekken dat hij aan het woord van God verdient. Wat zal hij doen?

2 Paulus heeft het vak van tentenmaker geleerd. Tenten maken is zwaar werk, maar hij is bereid met zijn handen te werken om in zijn onderhoud te voorzien. Zal hij werk vinden in deze bruisende stad? En zal hij een geschikte verblijfplaats vinden? Hoewel Paulus voor heel wat uitdagingen staat, vergeet hij niet dat zijn belangrijkste taak de prediking is.

3 Uiteindelijk is Paulus een tijdlang in Korinthe gebleven, en zijn bediening daar had goede resultaten. Hoe kan Paulus’ voorbeeld ons helpen om in ons gebied grondig getuigenis te geven over Gods Koninkrijk?

KORINTHE — MEESTER VAN TWEE ZEEËN

Het oude Korinthe lag op een istmus (landengte) tussen het Griekse vasteland en het Peloponnesische schiereiland. Deze istmus was op het smalste punt zo’n zes kilometer breed, en daarom had Korinthe twee havens. De haven in het westen, Lechaeum, lag aan de Golf van Korinthe. Vandaaruit voeren schepen naar Italië, Sicilië en Spanje. De haven in het oosten, Kenchrea, lag aan de Saronische Golf, en werd gebruikt door schepen die over de Egeïsche Zee voeren naar onder andere Klein-Azië, Syrië en Egypte.

Veel schepen vermeden de klippen helemaal in het zuiden van de Peloponnesos omdat die door stormen werden geteisterd. Dus legden ze vaak aan in een van de havens van Korinthe. De goederen werden dan over land vervoerd en in de andere haven op een ander schip geladen. Er was zelfs een pad met diepe groeven om kleinere boten over de landengte te trekken. Door de ligging domineerde Korinthe zowel de oost-westhandelsroute over zee als de noord-zuidhandelsroute over land. De levendige handel leverde niet alleen rijkdom op maar leidde ook tot het morele verval dat in veel havensteden voorkomt.

Korinthe was in Paulus’ tijd de hoofdstad van de Romeinse provincie Achaje en een belangrijk bestuurscentrum. Er was veel religieuze diversiteit in de stad. Er waren bijvoorbeeld een tempel voor de keizercultus, heiligdommen en tempels voor Griekse en Egyptische goden, en een Joodse synagoge (Hand. 18:4).

Elke twee jaar werden op de landengte de Isthmische Spelen gehouden, die qua belangrijkheid meteen na de Olympische Spelen kwamen. Paulus moet in Korinthe zijn geweest tijdens de spelen van 51. Een Bijbels woordenboek zegt: ‘Het kan nauwelijks toeval zijn dat de eerste keer dat hij beeldspraak over sport gebruikt, in een brief aan Korinthe is’ (1 Kor. 9:24-27).

Ze waren ‘tentenmaker van beroep’ (Handelingen 18:1-4)

4, 5. (a) Waar woonde Paulus toen hij in Korinthe was, en wat voor werk deed hij? (b) Hoe kwam het dat Paulus tentenmaker was?

4 Op een bepaald moment na zijn aankomst in Korinthe ontmoette Paulus een gastvrij echtpaar: een Jood die Aquila heette en zijn vrouw, Priskilla (Priska). Het echtpaar was in Korinthe komen wonen omdat keizer Claudius ‘alle Joden had bevolen Rome te verlaten’ (Hand. 18:1, 2). Aquila en Priskilla gaven Paulus niet alleen onderdak, maar ook werk. In het verslag staat: ‘Omdat [Paulus] net als zij tentenmaker van beroep was, ging hij bij ze wonen en werkte hij met ze samen’ (Hand. 18:3). Paulus bleef tijdens zijn hele bediening in Korinthe bij dit gastvrije echtpaar wonen. Misschien heeft Paulus terwijl hij bij hen in huis was enkele van de brieven geschreven die later deel gingen uitmaken van de Bijbel.b

5 Paulus had zijn opleiding gekregen ‘aan de voeten van Gamaliël’ (Hand. 22:3). Hoe kwam het dan dat hij ook tentenmaker van beroep was? In de eerste eeuw vonden de Joden het blijkbaar niet beneden hun waardigheid om hun kinderen een vak te leren, ook al kregen die kinderen misschien nog verder onderwijs. Paulus kwam uit Tarsus in Cilicië, een omgeving die bekendstond om een stof die cilicium werd genoemd en waarvan tenten werden gemaakt. Waarschijnlijk heeft hij het vak dus in zijn jeugd geleerd. Wat kwam er bij zijn werk als tentenmaker kijken? Het kon gaan om het weven van het tentdoek of het snijden en naaien van het ruwe, stugge materiaal om de tenten te maken. Het was hoe dan ook zwaar werk.

6, 7. (a) Hoe dacht Paulus over het maken van tenten, en waaruit blijkt dat Aquila en Priskilla er net zo over dachten? (b) Hoe volgen christenen in deze tijd het voorbeeld van Paulus, Aquila en Priskilla?

6 Voor Paulus was het maken van tenten niet het belangrijkste in zijn leven. Hij deed dat werk alleen om in zijn onderhoud te voorzien, zodat hij het goede nieuws ‘kosteloos’ bekend kon maken (2 Kor. 11:7). Hoe dachten Aquila en Priskilla over hun beroep? Als christenen dachten ze er ongetwijfeld net zo over als Paulus. Toen Paulus in 52 uit Korinthe vertrok, verhuisden ze met hem mee naar Efeze, waar hun huis gebruikt werd voor bijeenkomsten van de plaatselijke gemeente (1 Kor. 16:19). Later gingen ze terug naar Rome, en vervolgens gingen ze opnieuw naar Efeze. Dit ijverige echtpaar stelde de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats. Ze zetten zich bereidwillig in om anderen te dienen, waarvoor ‘alle gemeenten van de heidenen’ hun dankbaar waren (Rom. 16:3-5; 2 Tim. 4:19).

7 Christenen in deze tijd volgen het voorbeeld van Paulus, Aquila en Priskilla. IJverige predikers werken hard ‘om niemand op kosten te jagen’ (1 Thess. 2:9). Veel pioniers werken parttime of doen seizoensarbeid om naast hun belangrijkste werk, de prediking, in hun onderhoud te voorzien. Daarvoor verdienen ze een compliment. En net als Aquila en Priskilla stellen veel gastvrije aanbidders van Jehovah hun huis open voor kringopzieners. Iedereen die ‘gastvrij is’ weet hoe aanmoedigend en opbouwend dat kan zijn (Rom. 12:13).

GEÏNSPIREERDE BRIEVEN DIE IN AANMOEDIGING VOORZAGEN

In de anderhalf jaar dat Paulus rond 50-52 in Korinthe was, heeft hij minstens twee brieven geschreven die zijn opgenomen in de christelijke Griekse Geschriften: de eerste en tweede brief aan de Thessalonicenzen. Zijn brief aan de Galaten heeft hij in dezelfde periode of kort daarna geschreven.

Eén Thessalonicenzen is de eerste geïnspireerde brief van Paulus. Hij bezocht Thessalonika rond 50, tijdens zijn tweede zendingsreis. De gemeente die daar werd opgericht kreeg al snel te maken met tegenstand, waardoor Paulus en Silas gedwongen waren de stad te verlaten (Hand. 17:1-10, 13). Omdat Paulus zich zorgen maakte om de nieuwe gemeente, probeerde hij twee keer terug te gaan, maar ‘Satan belette het [hem]’. Daarom stuurde hij Timotheüs om de broeders en zusters te troosten en te sterken. Waarschijnlijk voegde Timotheüs zich eind 50 weer bij Paulus in Korinthe en kwam hij met een positief bericht over de gemeente in Thessalonika. Daarna schreef Paulus deze brief aan de Thessalonicenzen (1 Thess. 2:17–3:7).

Twee Thessalonicenzen is waarschijnlijk kort na de eerste brief geschreven, mogelijk in 51. In beide brieven doen Timotheüs en Silvanus (in Handelingen Silas genoemd) hun samen met Paulus de groeten, maar er wordt nergens vermeld of deze drie na Paulus’ verblijf in Korinthe nog bij elkaar waren (Hand. 18:5, 18; 1 Thess. 1:1; 2 Thess. 1:1). Waarom schreef Paulus deze tweede brief? Blijkbaar had hij meer nieuws over de gemeente gekregen, misschien via de persoon die zijn eerste brief had bezorgd. Dat bewoog Paulus ertoe de broeders te prijzen voor hun liefde en volharding. Hij wilde ook het idee rechtzetten van sommigen in Thessalonika dat de aanwezigheid van de Heer vlak voor de deur stond (2 Thess. 1:3–2:2).

Paulus’ brief aan de Galaten doet vermoeden dat hij hen al minstens twee keer had bezocht voordat hij hun schreef. In 47/48 hadden Paulus en Barnabas Pisidisch Antiochië, Ikonium, Lystra en Derbe bezocht, steden die allemaal bij de Romeinse provincie Galatië hoorden. In 49 kwam Paulus samen met Silas opnieuw in dit gebied (Hand. 13:1–14:23; 16:1-6). Paulus schreef deze brief omdat er kort na zijn bezoek judaïsanten waren gekomen, die onderwezen dat christenen zich moesten laten besnijden en zich aan de wet van Mozes moesten houden. Ongetwijfeld heeft Paulus de Galaten geschreven zodra hij over deze valse leer hoorde. Het kan heel goed zijn dat hij de brief vanuit Korinthe heeft geschreven. Maar het is ook mogelijk dat hij die heeft geschreven vanuit Efeze — tijdens een korte onderbreking van zijn reis naar Syrisch Antiochië — of vanuit Antiochië zelf (Hand. 18:18-23).

‘Veel Korinthiërs (...) gingen geloven’ (Handelingen 18:5-8)

8, 9. Wat deed Paulus toen hij met tegenstand te maken kreeg, en waar ging hij toen prediken?

8 Dat Paulus zijn werk bezag als een middel tot een doel, werd duidelijk toen Silas en Timotheüs uit Macedonië kwamen met royale giften (2 Kor. 11:9). Meteen ‘ging Paulus zich helemaal op het woord richten’ (Hand. 18:5). Maar deze intensieve prediking onder de Joden leidde tot grote tegenstand. Ze weigerden om de levensreddende boodschap over de Christus te aanvaarden. Paulus liet zien dat hij elke verantwoordelijkheid voor hun beslissing afwees door zijn kleren uit te schudden. Hij zei tegen ze: ‘Laat jullie bloed op je eigen hoofd neerkomen. Ik ben rein. Vanaf nu ga ik naar de heidenen’ (Hand. 18:6; Ezech. 3:18, 19).

9 Dus waar zou Paulus voortaan gaan prediken? Titius Justus, waarschijnlijk een Joodse proseliet die naast de synagoge woonde, stelde zijn huis voor Paulus open. Vanaf nu ging Paulus niet meer in de synagoge prediken, maar in het huis van Justus (Hand. 18:7). Paulus bleef in het huis van Aquila en Priskilla wonen terwijl hij in Korinthe was, maar het huis van Justus werd het centrum voor zijn prediking.

10. Waaruit blijkt dat Paulus niet alleen tot de heidenen zou prediken?

10 Toen Paulus zei dat hij voortaan naar de heidenen zou gaan, bedoelde hij niet dat hij helemaal geen aandacht meer zou hebben voor Joden en proselieten die positief reageerden. Crispus bijvoorbeeld, ‘de bestuurder van de synagoge, ging in de Heer geloven, net als al zijn huisgenoten’. Blijkbaar sloten meer Joden van die synagoge zich bij Crispus aan, want in de Bijbel staat: ‘Veel Korinthiërs die luisterden, gingen geloven en werden gedoopt’ (Hand. 18:8). Het huis van Titius Justus werd nu de plaats waar de pasgevormde gemeente van Korinthe samenkwam. Als Lukas deze gebeurtenissen in chronologische volgorde heeft opgeschreven, zoals hij meestal deed, dan zijn deze Joden en proselieten gelovigen geworden nadat Paulus zijn kleren had uitgeschud. Dat zou extra benadrukken hoe flexibel hij was.

11. Hoe volgen Jehovah’s Getuigen in deze tijd Paulus na?

11 In veel landen hebben de kerken van de christenheid een grote invloed op het leven van mensen. In bepaalde gebieden hebben de zendelingen van de christenheid heel wat bekeerlingen gemaakt. Mensen die beweren christelijk te zijn, zitten vaak net als de Joden in het eerste-eeuwse Korinthe vast aan tradities. Maar net als Paulus doen we ijverig moeite om zulke mensen te bereiken door verder te bouwen op wat ze al van de Bijbel weten. Zelfs als ze tegenstand bieden of als hun religieuze leiders ons vervolgen, geven we de moed niet op. Velen van hen ‘hebben ijver voor God, alleen niet overeenkomstig nauwkeurige kennis’. We moeten blijven zoeken naar personen onder hen die de waarheid over God willen weten (Rom. 10:2).

‘Ik heb veel mensen in deze stad’ (Handelingen 18:9-17)

12. Welke verzekering kreeg Paulus in een visioen?

12 Misschien heeft Paulus erover getwijfeld of hij moest doorgaan met prediken in Korinthe. Maar die twijfel werd weggenomen toen Jezus ’s nachts in een visioen aan hem verscheen en tegen hem zei: ‘Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet, want ik ben met je. Niemand zal je aanvallen en je kwaad doen, want ik heb veel mensen in deze stad’ (Hand. 18:9, 10). Wat een opbouwend visioen! Jezus zelf gaf Paulus de verzekering dat hij beschermd zou worden en dat er veel oprechte personen in Korinthe waren. Wat deed Paulus nadat hij dit visioen had gekregen? De Bijbel zegt: ‘Hij bleef daar anderhalf jaar, terwijl hij hun het woord van God onderwees’ (Hand. 18:11).

13. Waar dacht Paulus misschien aan toen hij in de buurt van de rechterstoel kwam, maar waarom kon hij een andere afloop verwachten?

13 Toen Paulus ongeveer een jaar in Korinthe was, kreeg hij nog meer bewijzen van Jezus’ steun. Op een bepaald moment ‘keerden de Joden zich gezamenlijk tegen Paulus en brachten hem naar de rechterstoel [Grieks: bema]’ (Hand. 18:12). Volgens sommigen was de rechterstoel een verhoging ongeveer in het midden van het marktplein van Korinthe, die was gemaakt van blauw en wit marmer en rijk was versierd. Vóór de bema was genoeg ruimte voor een grote menigte. Archeologische vondsten doen vermoeden dat de rechterstoel heel dicht bij de synagoge lag en dus ook vlak bij Justus’ huis. Terwijl Paulus dichter bij de bema kwam, heeft hij misschien gedacht aan de steniging van Stefanus, die wel de eerste christelijke martelaar wordt genoemd. Paulus, die toen bekendstond als Saulus, had ‘de moord op hem goedgekeurd’ (Hand. 8:1). Zou Paulus nu net zoiets overkomen? Nee, want er was hem beloofd: ‘Niemand zal je aanvallen en je kwaad doen’ (Hand. 18:10).

Gallio wijst Paulus’ zaak af. Paulus’ beschuldigers zijn woedend. Romeinse soldaten proberen de woedende menigte in bedwang te houden.

‘Hij joeg ze bij de rechterstoel weg.’ — Handelingen 18:16

14, 15. (a) Waar beschuldigden de Joden Paulus van, en waarom wees Gallio de zaak af? (b) Wat gebeurde er met Sosthenes, en hoe is het misschien met hem afgelopen?

14 Wat gebeurde er toen Paulus bij de rechterstoel aankwam? De magistraat die rechtsprak was Gallio, de proconsul van Achaje en de oudste broer van de Romeinse filosoof Seneca. De Joden kwamen met de volgende beschuldiging tegen Paulus: ‘Deze man haalt mensen over om God te aanbidden op een manier die in strijd is met de wet’ (Hand. 18:13). Ze beweerden daarmee eigenlijk dat Paulus illegaal proselieten had gemaakt. Maar Gallio besefte dat Paulus niet schuldig was aan ‘een of ander onrecht of een ernstig misdrijf’ (Hand. 18:14). Gallio was niet van plan om zich te mengen in de geschillen van de Joden. Nog voordat Paulus ook maar een woord had kunnen zeggen om zichzelf te verdedigen, wees Gallio de zaak af! Paulus’ beschuldigers waren woedend. Ze koelden hun woede op Sosthenes, die Crispus misschien had vervangen als bestuurder van de synagoge. Ze grepen Sosthenes en ‘gaven hem voor de rechterstoel een pak slaag’ (Hand. 18:17).

15 Waarom voorkwam Gallio niet dat de menigte Sosthenes afranselde? Misschien dacht hij dat Sosthenes de aanvoerder was van de menigte die Paulus wilde aanvallen en dat hij zijn verdiende loon kreeg. Ook als dit niet zo was, heeft de gebeurtenis misschien toch tot iets goeds geleid. Enkele jaren later schreef Paulus zijn eerste brief aan de gemeente in Korinthe, en daarin had hij het over een broeder die Sosthenes heette (1 Kor. 1:1, 2). Was dit de Sosthenes die in Korinthe was afgeranseld? Misschien heeft die pijnlijke ervaring er dan toe geleid dat hij christen werd.

16. Welke aanmoediging kunnen we halen uit de verzekering die Jezus aan Paulus gaf?

16 Zoals we eerder hebben gezien, kreeg Paulus nadat de Joden zijn prediking hadden afgewezen, van Jezus de verzekering: ‘Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet, want ik ben met je’ (Hand. 18:9, 10). Het is goed om die woorden in gedachte te houden, vooral als mensen onze boodschap afwijzen. Vergeet nooit dat Jehovah het hart ziet en oprechte mensen tot zich trekt (1 Sam. 16:7; Joh. 6:44). Dat is echt een aanmoediging voor ons om druk bezig te blijven in de dienst. Elk jaar worden er honderdduizenden personen gedoopt, wat neerkomt op honderden per dag. Jezus deed een belofte aan degenen die zijn opdracht gehoorzamen om ‘discipelen te maken van mensen uit alle volken’. Hij gaf ze de verzekering: ‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot het einde van het tijdperk’ (Matth. 28:19, 20).

‘Als Jehovah het wil’ (Handelingen 18:18-22)

17, 18. Waarover heeft Paulus onderweg naar Efeze misschien nagedacht?

17 Het is niet zeker of Gallio’s beslissing leidde tot een periode van vrede voor de pas opgerichte gemeente in Korinthe. In ieder geval bleef Paulus daar ‘nog een hele tijd’ voordat hij afscheid nam van zijn broeders en zusters. In het voorjaar van 52 maakte hij plannen om naar Syrië te varen vanuit de haven van Kenchrea, zo’n 11 kilometer ten oosten van Korinthe. Maar voordat hij uit Kenchrea vertrok, liet hij ‘zijn haar kort knippen vanwege een gelofte die hij had gedaan’ (Hand. 18:18).c Daarna reisde hij samen met Aquila en Priskilla over de Egeïsche Zee naar Efeze in Klein-Azië.

18 Onderweg zal Paulus waarschijnlijk over zijn tijd in Korinthe hebben nagedacht. Hij had heel wat mooie herinneringen en veel redenen voor voldoening. Zijn bediening van anderhalf jaar had goede resultaten gehad. Er was in Korinthe een gemeente opgericht, die bijeenkwam in het huis van Justus. Onder de nieuwe broeders en zusters bevonden zich Justus, Crispus en zijn huisgenoten, en vele anderen. Paulus hield heel veel van deze nieuwe gelovigen, want hij had hen geholpen christen te worden. Later zou hij een brief aan ze schrijven waarin hij ze een aanbevelingsbrief noemde die op zijn hart geschreven was. Ook wij voelen een hechte band met personen die we hebben mogen helpen Jehovah te gaan dienen. Het geeft echt voldoening om zulke levende ‘aanbevelingsbrieven’ te zien! (2 Kor. 3:1-3)

19, 20. Wat deed Paulus toen hij in Efeze aankwam, en wat leren we van hem over streven naar geestelijke doelen?

19 Toen Paulus in Efeze aankwam, ging hij meteen aan de slag. ‘Hij ging naar de synagoge om met de Joden te redeneren’ (Hand. 18:19). Dit keer bleef Paulus maar kort in Efeze. Hoewel hem gevraagd werd langer te blijven, ‘ging hij op dat verzoek niet in’. Bij het afscheid zei hij tegen de Efeziërs: ‘Ik kom weer bij jullie terug, als Jehovah het wil’ (Hand. 18:20, 21). Paulus besefte ongetwijfeld dat er in Efeze nog veel gepredikt moest worden. Hij wilde graag teruggaan naar die stad, maar hij koos ervoor dat aan Jehovah over te laten. Dat is een goed voorbeeld voor ons. Als we naar geestelijke doelen streven, moeten we initiatief tonen. Maar we moeten altijd op Jehovah’s leiding vertrouwen en moeite doen om dingen in overeenstemming met zijn wil te doen (Jak. 4:15).

20 Paulus liet Aquila en Priskilla in Efeze achter en reisde over zee naar Cesarea. Blijkbaar ‘reisde hij verder’ naar Jeruzalem en groette hij de gemeente daar. (Zie de aantekening bij Hand. 18:22, nwtsty.) Daarna ging hij naar zijn thuisbasis: Syrisch Antiochië. Zijn tweede zendingsreis zat erop. Wat stond hem op zijn laatste zendingsreis te wachten?

DE GELOFTE VAN PAULUS

In Handelingen 18:18 staat dat Paulus in Kenchrea ‘zijn haar kort had laten knippen vanwege een gelofte die hij had gedaan’. Om wat voor gelofte ging het?

Het Griekse woord dat hier is vertaald met ‘gelofte’ kan slaan op een plechtige belofte die vrijwillig aan God wordt gedaan om iets te doen, een offer te brengen of zichzelf een beperking op te leggen. Sommigen denken dat Paulus zijn haar liet knippen vanwege een nazireeërgelofte. Maar volgens de Bijbel moest een nazireeër na een periode van speciale dienst voor Jehovah zijn hoofdhaar afscheren ‘bij de ingang van de tent van samenkomst’. Omdat dat alleen in Jeruzalem kon worden gedaan en niet in Kenchrea, ging het niet om een nazireeërgelofte (Num. 6:5, 18).

Handelingen zegt niet wanneer Paulus zijn gelofte had afgelegd. Misschien had hij dat al gedaan voordat hij christen werd. Het verslag vermeldt ook niet of Paulus een specifiek verzoek aan Jehovah had gedaan. Een Bijbelgeleerde zegt dat Paulus zijn haar misschien kort liet knippen ‘om God te bedanken voor zijn bescherming, waardoor hij zijn bediening in Korinthe had kunnen volbrengen’.

a Zie het kader ‘Korinthe — Meester van twee zeeën’.

b Zie het kader ‘Geïnspireerde brieven die in aanmoediging voorzagen’.

c Zie het kader ‘De gelofte van Paulus’.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen