CHIOS

(Chi̱os).

Een van de grotere eilanden in de Egeïsche Zee, door een minstens 8 km brede zeestraat gescheiden van de W-kust van Klein-Azië. Het eiland is ongeveer 50 km lang (van N naar Z) en tussen de 13 en 29 km breed (van O naar W).

Chios wordt in Handelingen hoofdstuk 20 genoemd, waar verteld wordt hoe Paulus omstreeks 56 G.T., aan het einde van zijn derde zendingsreis, naar Jeruzalem terugkeerde. Het schip waarop Paulus voer, vertrok waarschijnlijk in de ochtend uit het ongeveer 100 km noordoostelijk gelegen Mitylene (Han 20:14) en kwam vermoedelijk tegen zonsondergang „tegenover Chios” aan (Han 20:15). De volgende dag werd de reis voortgezet naar Samos, dat ongeveer 100 km verder zuidwaarts voor de kust lag.

Ten tijde van Paulus’ reis werd Chios als een vrije stadstaat van de Romeinse provincie Asia beschouwd, een status die het tot de regering van keizer Vespasianus (69–79 G.T.) heeft behouden. Zowel het eiland als de voornaamste stad erop worden in deze tijd door de Grieken Khios en door de Italianen Scio genoemd.