-
Leer van de waakzaamheid van Jezus’ apostelenDe Wachttoren 2012 | 15 januari
-
-
11, 12. Hoe behandelde Herodes de christenen, onder wie Petrus, en waarom?
11 Petrus, die bij die gelegenheid aanwezig was, zou later persoonlijk ondervinden hoeveel kracht vurige gebeden kunnen hebben. (Lees Handelingen 12:1-6.) Aan het begin van dit verslag zien we dat Herodes de christenen slecht behandelde om in de gunst te komen bij de Joden. Hij had waarschijnlijk gehoord dat Jakobus een apostel was die heel goed bevriend was met Jezus. Daarom liet Herodes Jakobus „door het zwaard” om het leven brengen (vers 2). De gemeente raakte daarmee een geliefde apostel kwijt. Wat een beproeving voor de broeders!
-
-
Leer van de waakzaamheid van Jezus’ apostelenDe Wachttoren 2012 | 15 januari
-
-
13, 14. (a) Hoe reageerde de gemeente toen Petrus gevangen was gezet? (b) Wat kunnen we van Petrus’ medechristenen leren over het gebed?
13 De gemeenteleden wisten heel goed wat ze moesten doen. In vers 5 staat: „Dientengevolge werd Petrus in de gevangenis gehouden, maar door de gemeente werd vurig voor hem tot God gebeden.” Hun gebeden voor hun geliefde broeder waren intense smekingen vanuit het hart. Ze hadden niet alle hoop verloren nadat Jakobus was gestorven en ook waren ze het gebed niet als iets waardeloos gaan zien. Ze beseften heel goed dat de gebeden van getrouwe aanbidders veel voor Jehovah betekenen. Als zulke gebeden in overeenstemming zijn met zijn wil, zal hij ze verhoren (Hebr. 13:18, 19; Jak. 5:16).
14 Wat kunnen we leren van de reactie van Petrus’ medechristenen? Bij waakzaamheid is niet alleen bidden voor onszelf betrokken maar ook voor onze broeders en zusters (Ef. 6:18). Ken je geloofsgenoten die zware beproevingen ondergaan? Sommige hebben te maken met vervolging, verbodsbepalingen of natuurrampen. Waarom zou je hen niet in je gebeden gedenken? Misschien ken je ook personen die minder opvallende moeilijkheden hebben, zoals gezinsproblemen, ontmoediging of een slechte gezondheid. Waarom zou je er niet over nadenken welke personen je bij name kunt noemen als je praat met Jehovah, de „Hoorder van het gebed”? — Ps. 65:2.
-