Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w91 15/12 blz. 14-18
  • Blijf dicht bij Jehovah

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Blijf dicht bij Jehovah
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een antwoord in overeenstemming met Gods voornemen
  • Voorbeelden van dicht bij Jehovah blijven
  • Jezus, ons Voorbeeld
  • Onze last op Jehovah werpen
  • Gebed en hoop zullen blijven
  • Zo tot Jehovah bidden dat hij ons hoort
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
  • Waarom moeten we zonder ophouden bidden?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2003
  • Hoe u tot God kunt naderen
    Kennis die tot eeuwig leven leidt
  • Wees standvastig in het gebed
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
w91 15/12 blz. 14-18

Blijf dicht bij Jehovah

„Houdt aan in het gebed.” — ROMEINEN 12:12.

1. Wat is Jehovah’s wil ten aanzien van gebed, en welke aanmoediging gaf de apostel Paulus betreffende bidden?

JEHOVAH is „de God die hoop geeft” aan alle leden van zijn getrouwe volk. Als de „Hoorder van het gebed” luistert hij als zij om hulp smeken om de vervulling te mogen beleven van de vreugdevolle hoop die hij hun voor ogen stelt (Romeinen 15:13; Psalm 65:2). En door middel van zijn Woord, de bijbel, moedigt hij al zijn dienstknechten aan op elk gewenst moment tot hem te komen. Hij is altijd beschikbaar, met de wens hun diepste bekommernissen te horen. Ja, hij moedigt hen aan ’aan te houden in het gebed’ en ’zonder ophouden te bidden’ (Romeinen 12:12; 1 Thessalonicenzen 5:17).a Het is Jehovah’s wil dat alle christenen hem voortdurend in gebed aanroepen en hun hart voor hem uitstorten, en dat doen in de naam van zijn geliefde Zoon, Jezus Christus. — Johannes 14:6, 13, 14.

2, 3. (a) Waarom gaf God ons de aansporing ’aan te houden in het gebed’? (b) Welke verzekering hebben wij dat God wil dat wij bidden?

2 Waarom geeft God ons deze aansporing? Omdat wij zo gebukt kunnen gaan onder de druk en verantwoordelijkheden van het leven dat wij zouden kunnen vergeten te bidden. Ook kunnen problemen ons overweldigen en ertoe leiden dat wij ons niet meer verheugen in de hoop en ophouden met bidden. Met het oog hierop hebben wij vermaningen nodig die ons aanmoedigen te bidden en heel dicht te naderen tot de bron van hulp en vertroosting, Jehovah, onze God.

3 De discipel Jakobus schreef: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen” (Jakobus 4:8). Ja, God is noch te verheven noch te ver weg om te horen wat wij tegenover hem uiten, in weerwil van onze onvolmaakte menselijke staat (Handelingen 17:27). Bovendien is hij niet ongeïnteresseerd en onverschillig. De psalmist zegt erover: „De ogen van Jehovah zijn gewend naar de rechtvaardigen, en zijn oren naar hun hulpgeschreeuw.” — Psalm 34:15; 1 Petrus 3:12.

4. Hoe zou Jehovah’s oplettendheid ten aanzien van gebed geïllustreerd kunnen worden?

4 Jehovah moedigt ertoe aan tot hem te bidden. Wij zouden het kunnen vergelijken met een bijeenkomst waar een aantal mensen met elkaar in gesprek zijn. U bent daarbij aanwezig en luistert naar het gepraat. Uw rol is die van waarnemer. Maar dan wendt iemand zich tot u, noemt uw naam en richt zijn woorden tot u. Dit trekt op een speciale manier uw aandacht. Evenzo heeft God altijd aandacht voor zijn volk, waar zij ook mogen zijn (2 Kronieken 16:9; Spreuken 15:3). Dus hoort hij onze woorden, beschermend en belangstellend observerend als het ware. Wanneer wij echter Gods naam in gebed aanroepen, wordt zijn aandacht vastgehouden en richt hij zich expliciet op ons. Door zijn vermogens kan Jehovah zelfs ’s mensen niet-uitgesproken smeekbede in de verborgen diepten van het hart en de geest bespeuren en verstaan. God verzekert ons dat hij zal naderen tot allen die oprecht zijn naam aanroepen en dicht bij hem willen blijven. — Psalm 145:18.

Een antwoord in overeenstemming met Gods voornemen

5. (a) Wat geeft de raad ’aan te houden in het gebed’ betreffende onze gebeden te kennen? (b) Hoe verhoort God gebeden?

5 De raad om aan te houden in het gebed wijst erop dat Jehovah soms toelaat dat wij enige tijd ergens om blijven bidden voordat zijn antwoord duidelijk wordt. Wij zouden zelfs geneigd kunnen zijn het moe te worden God te vragen om een gunst of liefderijke goedheid die hard nodig lijkt maar lang uitblijft. Vandaar dat Jehovah God er bij ons op aandringt niet aan een dergelijke neiging toe te geven maar te blijven bidden. Wij dienen ermee voort te gaan hem in gebed onze zorgen voor te leggen, in het vertrouwen dat hij ons gebed serieus neemt en zal voorzien in onze werkelijke behoefte, niet eenvoudig in wat wij misschien voor onszelf beredeneerd hebben. Jehovah God neemt ongetwijfeld in zijn afweging van onze smekingen zijn voornemen in aanmerking. Anderen kunnen bijvoorbeeld beïnvloed worden door wat wij vragen. Wij zouden de kwestie kunnen vergelijken met die van een vader wiens zoon hem om een fiets vraagt. De vader weet dat als hij een fiets voor die zoon koopt, zijn andere zoon er ook een zal willen. Aangezien één zoon nog te jong kan zijn voor een fiets, besluit de vader wellicht er op dat moment nog helemaal geen te kopen. Op een soortgelijke wijze bepaalt onze hemelse Vader, in het licht van zijn voornemen en tijdschema der dingen, wat werkelijk het beste is voor ons en voor anderen. — Psalm 84:8, 11; vergelijk Habakuk 2:3.

6. Welke illustratie gaf Jezus betreffende gebed, en wat treedt aan het licht als wij aanhouden in gebed?

6 Opmerkenswaard is de illustratie die Jezus gaf betreffende de noodzaak voor zijn discipelen „altijd te bidden en het niet op te geven”. Een weduwe, aan wie maar steeds geen recht werd verschaft, hield aan in haar verzoeken gericht tot een menselijke rechter totdat zij eindelijk haar recht kreeg. Jezus voegde eraan toe: „Zal God dan niet stellig recht doen wedervaren aan zijn uitverkorenen?” (Lukas 18:1-7) Als wij aanhouden in gebed, blijkt daaruit dat wij geloof bezitten, dat wij ons op Jehovah verlaten, dat wij bereid zijn dicht bij hem te blijven en ons verzoek te doen, en de uitkomst in zijn handen te laten. — Hebreeën 11:6.

Voorbeelden van dicht bij Jehovah blijven

7. Hoe kunnen wij Abels geloof nabootsen door dicht bij Jehovah te blijven?

7 De bijbel staat vol met verslagen van door Gods dienstknechten geuite gebeden. Deze „werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Romeinen 15:4). Onze hoop wordt versterkt door aandacht te schenken aan enkele voorbeelden van hen die dicht bij Jehovah bleven. Abel bood God een aanvaardbaar slachtoffer aan, en hoewel er niets over een gebed te lezen valt, heeft hij ongetwijfeld in gebed aan Jehovah gevraagd zijn offer te aanvaarden. Hebreeën 11:4 zegt: „Door geloof heeft Abel een slachtoffer van grotere waarde aan God gebracht dan Kaïn, door welk geloof er getuigenis omtrent hem werd afgelegd dat hij rechtvaardig was.” Abel kende Gods belofte in Genesis 3:15, maar vergeleken met wat wij nu weten, wist hij maar heel weinig. Toch handelde Abel naar de kennis die hij bezat. Zo hebben ook nu sommigen van degenen die nog maar pas in Gods waarheid geïnteresseerd zijn, nog niet veel kennis, maar zij bidden en benutten de kennis die zij hebben zo goed mogelijk, net als Abel deed. Ja, zij handelen in geloof.

8. Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat Abraham dicht bij Jehovah bleef, en welke vraag dienen wij onszelf te stellen?

8 Een andere getrouwe dienstknecht van God was Abraham, ’de vader van allen die geloof hebben’ (Romeinen 4:11). Thans hebben wij meer dan ooit een sterk geloof nodig, en wij moeten in geloof bidden, zoals Abraham deed. Genesis 12:8 zegt dat hij een altaar ’voor Jehovah bouwde en de naam van Jehovah ging aanroepen’. Abraham kende Gods naam en gebruikte die in gebed. Keer op keer hield hij in oprechtheid aan in het gebed, ’de naam van Jehovah aanroepend, de voor onbepaalde tijd blijvende God’ (Genesis 13:4; 21:33). Abraham riep God aan in het geloof waarom hij befaamd werd (Hebreeën 11:17-19). Gebed hielp Abraham zich heel sterk in de Koninkrijkshoop te blijven verheugen. Volgen wij Abrahams voorbeeld van aanhouden in gebed?

9. (a) Waarom zijn Davids gebeden zo nuttig voor Gods volk in deze tijd? (b) Wat kan het resultaat zijn als wij als David bidden om dicht bij Jehovah te mogen blijven?

9 David was een voortreffelijk voorbeeld in het aanhouden in gebed, en zijn psalmen illustreren hoe gebeden dienen te zijn. Zo kunnen Gods dienstknechten terecht bidden om zaken als redding of bevrijding (3:7, 8; 60:5), leiding (25:4, 5), bescherming (17:8), vergeving van zonden (25:7, 11, 18) en een zuiver hart (51:10). Wanneer David erg bedroefd was, bad hij: „Verheug de ziel van uw knecht” (86:4). Wij kunnen op soortgelijke wijze bidden om vreugde in ons hart, in de wetenschap dat Jehovah wil dat wij ons verheugen in onze hoop. David bleef dicht bij Jehovah en bad: „Mijn ziel heeft u met verknochtheid gevolgd; uw rechterhand houdt mij stevig vast” (63:8). Zullen wij dicht bij Jehovah blijven, zoals David deed? Als wij dat doen, zal hij ook ons staande houden.

10. Welke verkeerde gedachten had de psalmist Asaf op een gegeven moment, maar wat ging hij beseffen?

10 Als wij dicht bij Jehovah willen blijven, moeten wij het vermijden de goddelozen te benijden om hun zorgeloze en materialistische leventje. De psalmist Asaf was op een gegeven moment van mening dat het geen waarde had Jehovah te dienen, aangezien de goddelozen „voor onbepaalde tijd onbezorgd zijn”. Toch onderscheidde hij dat zijn redenering vals was en dat de goddelozen zich „op een glibberige bodem” bevinden. Hij besefte dat niets beter was dan dicht bij Jehovah te blijven, en hij uitte zich op de volgende wijze tegen God: „Ik ben voortdurend bij u; gij hebt mijn rechterhand gevat. Want zie! juist zij die zich ver van u houden, zullen vergaan. . . . Maar wat mij betreft, het naderen tot God is goed voor mij. In de Soevereine Heer Jehovah heb ik mijn toevlucht gesteld, om al uw werken bekend te maken” (Psalm 73:12, 13, 18, 23, 27, 28). Laten wij, in plaats van afgunstig te zijn op het zorgeloze leven van de goddelozen — de mensen die geen hoop bezitten — Asaf nabootsen door dicht bij Jehovah te blijven.

11. Waarom is Daniël een voortreffelijk voorbeeld van het dicht bij Jehovah blijven, en hoe kunnen wij hem nabootsen?

11 Daniël hield vastberaden aan in gebed, zelfs met het gevaar voor ogen in de leeuwekuil te komen vanwege het niet opvolgen van officiële restricties ten aanzien van gebed. Maar Jehovah ’zond zijn engel en sloot de muil der leeuwen’ en redde Daniël (Daniël 6:7-10, 22, 27). Daniël werd bijzonder gezegend door aan te houden in gebed. Houden wij ook aan in gebed, vooral wanneer wij geconfronteerd worden met tegenstand tegen onze Koninkrijksprediking?

Jezus, ons Voorbeeld

12. (a) Welk voorbeeld gaf Jezus aan het begin van zijn bediening met betrekking tot gebed, en hoe kan dit christenen tot voordeel strekken? (b) Wat onthult Jezus’ Modelgebed aangaande bidden?

12 Vanaf het allereerste begin van zijn aardse bediening laat het verslag ons Jezus in gebed zien. Zijn gebedsvolle houding terwijl hij gedoopt werd, verschaft een voortreffelijk voorbeeld voor degenen die in moderne tijden de waterdoop ondergaan (Lukas 3:21, 22). Men zou kunnen bidden om Gods hulp om uit te voeren wat door de waterdoop gesymboliseerd wordt. Jezus hielp ook anderen Jehovah in gebed te naderen. Bij een bepaalde gelegenheid toen Jezus ergens aan het bidden was, zei na afloop een van zijn discipelen tegen hem: „Heer, leer ons bidden.” Jezus gaf toen wat algemeen bekendstaat als het Modelgebed, waarin de volgorde van onderwerpen laat zien dat Gods naam en voornemen prioriteit moeten krijgen (Lukas 11:1-4). In onze gebeden moeten wij dus de dingen in hun juiste proporties blijven zien en niet „de belangrijker dingen” verwaarlozen (Filippenzen 1:9, 10). Natuurlijk zijn er tijden van speciale behoeften of momenten dat een specifiek probleem aan de orde is. Net als Jezus kunnen christenen God in gebed naderen teneinde kracht te vragen om bepaalde toewijzingen te volvoeren of specifieke beproevingen of gevaren het hoofd te bieden (Mattheüs 26:36-44). Feitelijk kunnen persoonlijke gebeden over praktisch elk aspect van het leven gaan.

13. Hoe liet Jezus zien dat het belangrijk is voor anderen te bidden?

13 Door zijn voortreffelijke voorbeeld liet Jezus zien hoe belangrijk het is voor anderen te bidden. Hij wist dat zijn discipelen gehaat en vervolgd zouden worden, net zoals dat hem was overkomen (Johannes 15:18-20; 1 Petrus 5:9). Hij smeekte God dan ook „over hen te waken vanwege de goddeloze” (Johannes 17:9, 11, 15, 20). En omdat hij wist welke speciale beproeving Petrus wachtte, zei hij hem: „Ik heb voor u gesmeekt dat uw geloof niet zou bezwijken” (Lukas 22:32). Hoe goed is de uitwerking als ook wij aanhouden in gebed voor onze broeders, aan anderen denkend en niet alleen aan onze eigen problemen en belangen! — Filippenzen 2:4; Kolossenzen 1:9, 10.

14. Hoe weten wij dat Jezus in zijn hele aardse bediening heel dicht bij Jehovah bleef, en hoe kunnen wij hem navolgen?

14 Gedurende zijn hele bediening hield Jezus aan in het gebed en bleef hij heel dicht bij Jehovah (Hebreeën 5:7-10). In Handelingen 2:25-28 lezen wij hoe de apostel Petrus Psalm 16:8 aanhaalt en op de Heer Jezus Christus toepast: „David zegt . . . met betrekking tot hem: ’Ik had Jehovah voortdurend voor mijn ogen, want hij is aan mijn rechterhand, opdat ik nimmer zou wankelen.’” Dat kunnen wij ook. Wij kunnen tot God bidden of hij dicht bij ons mag zijn, en wij kunnen ons vertrouwen in Jehovah tonen door hem voortdurend voor ons geestesoog te houden. (Vergelijk Psalm 110:5; Jesaja 41:10, 13.) Dan zullen wij allerlei moeilijkheden vermijden want Jehovah zal ons steunen en wij zullen nooit wankelen.

15. (a) Ten aanzien waarvan mogen wij nooit nalaten aan te houden in gebed? (b) Welke waarschuwing wordt er gegeven betreffende onze dankbaarheid?

15 Mogen wij nooit nalaten dank jegens Jehovah tot uitdrukking te brengen voor al zijn goedheid jegens ons, ja, „de allesovertreffende onverdiende goedheid van God”, welke de gave van zijn Zoon als een loskoopoffer voor onze zonden omvat (2 Korinthiërs 9:14, 15; Markus 10:45; Johannes 3:16; Romeinen 8:32; 1 Johannes 4:9, 10). Ja, denk eraan ’altijd voor alle dingen onze God en Vader in Jezus’ naam dank te zeggen’ (Efeziërs 5:19, 20; Kolossenzen 4:2; 1 Thessalonicenzen 5:18). Wij moeten erop letten onze dankbaarheid voor wat wij hebben niet te laten verzuren omdat onze geest te zeer in beslag wordt genomen door wat wij niet hebben of door onze problemen.

Onze last op Jehovah werpen

16. Wat moeten wij doen als de een of andere last ons bezwaart?

16 Door het aanhouden in gebed treedt de diepte van onze toewijding aan het licht. Wanneer wij God aanroepen heeft dat een goede uitwerking op ons nog voordat er een antwoord van hem komt. Als de een of andere last onze geest verontrust, kunnen wij dicht bij Jehovah blijven door gehoor te geven aan de raad: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen” (Psalm 55:22). Door al onze lasten — angstige spanningen, zorgen, teleurstellingen, vrees enzovoort — met een volledig vertrouwen op God te werpen, ontvangen wij een kalmte van hart, „de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat”. — Filippenzen 4:4, 7; Psalm 68:19; Markus 11:24; 1 Petrus 5:7.

17. Hoe kunnen wij de vrede van God verwerven?

17 Komt deze vrede van God ogenblikkelijk? Hoewel wij wellicht onmiddellijk enige verlichting verkrijgen, geldt wat Jezus over bidden om heilige geest zei, ook hier: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en er zal u opengedaan worden” (Lukas 11:9-13). Aangezien heilige geest het middel is waarmee wij angstige bezorgdheid afwerpen, moeten wij blijven vragen om de vrede van God en zijn hulp met betrekking tot onze lasten. Wij kunnen er zeker van zijn dat door aan te houden in het gebed wij de gewenste verlichting en kalmte van hart verkrijgen.

18. Wat doet Jehovah voor ons als wij niet precies weten waarvoor te bidden in een bepaalde situatie?

18 Maar als wij nu niet precies weten waar wij om moeten bidden? Onze innerlijke zuchten blijven vaak onuitgesproken omdat wij onze situatie niet volledig doorgronden of niet weten wat wij aan Jehovah moeten voorleggen. Hier kan de heilige geest onze voorspraak zijn. Paulus schreef: „Wij weten niet waarvoor te bidden naar het nodig is, maar de geest zelf pleit voor ons met onuitgesproken verzuchtingen” (Romeinen 8:26). Hoe dan? In Gods Woord staan geïnspireerde profetieën en gebeden die van toepassing zijn op onze situatie. Hij laat deze als het ware het woord voor ons doen. Hij aanvaardt deze als de gebeden die wij zouden opzenden als wij zouden weten dat ze wat voor ons geval betekenen, en in overeenstemming ermee vervult hij ze.

Gebed en hoop zullen blijven

19. Waarom zullen gebed en hoop er altijd blijven?

19 Gebed tot onze hemelse Vader zal er altijd blijven, vooral ten aanzien van dankbaarheid voor de nieuwe wereld en al haar zegeningen (Jesaja 65:24; Openbaring 21:5). Wij zullen ons ook blijven verheugen in hoop, want er zal altijd in de een of andere vorm hoop blijven bestaan. (Vergelijk 1 Korinthiërs 13:13.) Wat Jehovah aan nieuws zal voortbrengen wanneer hij zich niet meer binnen zijn zichzelf opgelegde sabbatdag van rust ten aanzien van de aarde bevindt, kunnen wij ons gewoon niet voorstellen (Genesis 2:2, 3). Tot in alle eeuwigheid zal hij liefdevolle verrassingen voor zijn volk in petto hebben, en de toekomst zal hun nog grootse dingen brengen met betrekking tot het doen van zijn wil.

20. Wat dient ons vaste besluit te zijn, en waarom?

20 Mogen wij allen, met zo’n opwindende hoop voor ons, dicht bij Jehovah blijven door aan te houden in het gebed. Mogen wij er nooit mee ophouden onze hemelse Vader voor al onze zegeningen te danken. Mettertijd zullen onze verwachtingen op vreugdevolle wijze verwezenlijkt worden, veel mooier nog dan alles wat wij ons hadden kunnen voorstellen of waar wij ons op hadden kunnen voorbereiden, want Jehovah ’kan overvloedig veel meer doen dan alles wat wij vragen of waarvan wij ons een denkbeeld kunnen vormen’ (Efeziërs 3:20). Laten wij in dit licht dan ook tot in alle eeuwigheid alle lof en roem en dank geven aan Jehovah, onze God, de „Hoorder van het gebed”!

[Voetnoten]

a Volgens Webster’s New Dictionary of Synonyms ’geeft aanhouden bijna altijd een bewonderenswaardige hoedanigheid te kennen; het suggereert zowel de weigering zich door mislukking, twijfels of moeilijkheden te laten ontmoedigen als een vastberaden of volhardend najagen van een doel of voortgaan met een onderneming’.

Wat zou u antwoorden?

◻ Waarom moeten wij aanhouden in het gebed?

◻ Wat leren wij van voorchristelijke voorbeelden van gebed?

◻ Wat leert Jezus’ voorbeeld ons over gebed?

◻ Hoe kunnen wij onze lasten op Jehovah werpen, en met welk resultaat?

[Illustratie op blz. 17]

Daniël hield aan in gebed in weerwil van de dreiging dat hij in de leeuwekuil geworpen zou worden

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen