Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w90 15/4 blz. 26-28
  • ’Sta vast’ — Struikel niet

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • ’Sta vast’ — Struikel niet
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Vervolging kan ons doen struikelen
  • Teleurstellingen kunnen het geloof verzwakken
  • Zelfveroordeling kan verwoestend zijn
  • Kom weer overeind
  • Aan welke kant staat u?
  • Bent u tot struikelen gebracht door wat anderen hebben gedaan?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Niets kan de rechtvaardigen tot struikelen brengen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
  • Laat u toe dat anderen u tot struikelen brengen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1975
  • Laat je je door Jezus tot struikelen brengen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2021
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1990
w90 15/4 blz. 26-28

’Sta vast’ — Struikel niet

DE GROOTSTE strijdvraag waarvoor de mensheid zich thans geplaatst ziet, is de strijdvraag inzake universele soevereiniteit. Jehovah nodigt ons uit in deze kwestie een standpunt aan zijn zijde in te nemen door ons te onderwerpen aan zijn aangestelde Koning, Christus Jezus. Het is dringend noodzakelijk gunstig op zijn uitnodiging te reageren, en alleen al in de afgelopen vijf jaar hebben meer dan een miljoen personen dit gedaan. Maar dezen hebben gemerkt dat het innemen van een standpunt meer omvat dan een eenmalige beslissing om Jehovah te dienen. Er is een opdracht aan God bij betrokken waaraan men zijn leven lang moet vasthouden. Zullen wij aan ons standpunt vasthouden als er moeilijkheden rijzen? Of zullen wij, na aanvankelijk ’vastgestaan’ te hebben, geleidelijk aan verzwakken? — 1 Korinthiërs 16:13; Hebreeën 2:1.

Als u hebt gemerkt dat de christelijke loopbaan niet gemakkelijk is, put dan troost uit de wetenschap dat ook Jezus Christus dit ondervond. Ja, zelfs Gods eniggeboren Zoon moest bidden om kracht opdat hij staande kon blijven, vooral toen zijn grootste beproeving naderde. Zie hem eens in de hof van Gethsémané, toen hij vurig bad: „Abba, Vader, voor u zijn alle dingen mogelijk; neem deze beker van mij weg. Doch niet wat ik wil, maar wat gij wilt” (Markus 14:36). Hij wist dat de weg die voor hem lag, moeilijk was. Hij was zich er vooral van bewust dat de naam van zijn Vader erbij betrokken zou zijn. De enige volmaakte mens op aarde schaamde zich er dus niet voor om hulp te vragen.

Wanneer wij in moeilijke omstandigheden komen te verkeren, beschikken wij over dezelfde bron van kracht die Jezus bezat. Wij kunnen Jehovah in gebed om hulp vragen opdat wij niet struikelen of vallen. Maar wat voor gevaren zouden ons tot struikelen kunnen brengen? Wanneer wij dit weten en ons erop voorbereiden, kan dit ons misschien helpen struikelen te vermijden.

Vervolging kan ons doen struikelen

De bijbel waarschuwt: „Allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook vervolgd worden” (2 Timótheüs 3:12). Vervolging kan ons tot struikelen brengen, en ze doet zich op veel verschillende manieren voor (Markus 4:17). Ze kan bestaan in wettelijke verbodsbepalingen — met het gevaar van gevangenzetting en zelfs de dood — gewelddadigheden door het gepeupel, geloofondermijnende dagelijkse tegenstand door een vastberaden, vijandig gezinde huwelijkspartner of voortdurende bespotting door medescholieren.

Het is moeilijk vervolging te verduren, maar wij worden gewaarschuwd dat er op een of andere wijze vervolging zal komen. Vandaar dat wij ons geloof nu kunnen opbouwen en kunnen leren ons op Jehovah’s kracht te verlaten zodat, wanneer het zover is, wij in die kracht zullen volharden (1 Petrus 4:13, 14; 5:6-11). De struikelblokken zijn echter vaak subtieler dan de kwaadaardige aanval van vervolging.

Teleurstellingen kunnen het geloof verzwakken

Wie herinnert zich niet het verpletterende gevoel dat hij als kind kreeg wanneer een belofte niet werd nagekomen? Kunt u zich nog herinneren dat uw vader beloofd had dat het gezin iets leuks zou gaan doen en toen om de een of andere reden van gedachten veranderde? Of dat hij u zou meenemen naar de dierentuin en dit op het laatste moment moest afzeggen? Wat was u teleurgesteld!

Volwassen christenen kunnen ook teleurgesteld raken, en dit heeft in sommige gevallen tot geestelijke rampspoed geleid. Sommigen hebben hun hoop gevestigd op een datum, in de stellige mening verkerend dat Armageddon dan zou komen. Toen er op die dag niets gebeurde, voelden zij zich ’in de kou staan’. Anderen waren teleurgesteld toen een voorrecht waarop zij hadden gehoopt, aan hen voorbijging. Bovendien kunnen mensen ons teleurstellen. Een achttienjarig meisje zei tegen haar ouders dat zij zó teleurgesteld was over het gedrag van enkele jonge broeders in de gemeente — en het feit dat hun ouders hen niet corrigeerden — dat zij niets meer met de waarheid te maken wilde hebben.

Onder al deze omstandigheden is teleurstelling begrijpelijk, maar dienen de teleurgestelden er dusdanig door tot struikelen gebracht te worden dat hun verhouding met Jehovah wordt verbroken? Stelt u zich Jezus’ teleurstelling eens voor toen zijn apostelen erover bleven ruziën wie de grootste onder hen was en er aldus blijk van gaven eerzuchtig te zijn (Lukas 9:46; 22:24). Stelt u zich ook Jobs teleurstelling eens voor toen de drie metgezellen van wie hij verwachtte dat zij daar waren om hem te helpen, zich tegen hem keerden en zijn getrouwheid in twijfel begonnen te trekken! (Job 22:5-10) Toch zijn Jezus en Job niet gestruikeld.

Alle mensen zijn zwak, en het zou dus onredelijk zijn de tekortkomingen van anderen van invloed te laten zijn op onze verhouding met Jehovah (Psalm 51:5). De onvolmaaktheid van sommigen mag ons niet verblinden voor het schitterende werk dat Jehovah verricht door „alle dingen weer bijeen te vergaderen in de Christus” (Efeziërs 1:9, 10). Houd in gedachte dat Jehovah onvolmaakte, zondige mensen zoals wij bijeenbrengt, mensen die streng onderricht nodig hebben en gelouterd moeten worden om sterk te worden (Psalm 130:3). Niet onze onvolmaakte christelijke broeder is onze vijand, maar Satan, die ons zo mogelijk wil verslinden. Hij zal hier niet in slagen als wij ’ons standpunt tegen hem innemen, vast in het geloof’ (1 Petrus 5:8, 9). Als wij zo’n geloof bezitten, zullen wij beslist „niet worden teleurgesteld”. — Romeinen 9:33.

Zelfveroordeling kan verwoestend zijn

Sommigen zijn hun band met Jehovah God kwijtgeraakt omdat zij zich onwaardig voelen. Zich bewust van hun eigen zwakheden en tekortkomingen concluderen zij dat Jehovah hun dienst nooit zal kunnen aanvaarden. Zij hebben het gevoel dat als iemand zoals zij zou beweren een van Jehovah’s Getuigen te zijn, dit puur huichelachtig is. Bent u ooit zo hard voor uzelf geweest? Zo ja, dan moet u tegen zulke gevoelens strijden.

Voelt u zich onwaardig Jehovah te dienen? Vraag u dan af: ’Wie is dit grote voorrecht eigenlijk waardig?’ Alle christenen moeten voortdurend tegen hun eigen onvolmaaktheden strijden. Zelfs de apostel Paulus klaagde: „Wanneer ik het juiste wens te doen, [is] het slechte bij mij aanwezig” (Romeinen 7:21). Was Paulus een huichelaar omdat hij soms verkeerde dingen deed? Nee. Een huichelaar is iemand die voorgeeft te zijn wat hij niet is. Als wij ernaar streven het goede te doen maar af en toe ongewild een fout maken, doen wij dan alsof? Natuurlijk niet.

De bijbel spoort ons aan ’de nieuwe persoonlijkheid aan te doen’ (Efeziërs 4:24). Betekent dit echter dat wij alle kenmerken van de oude persoonlijkheid kwijtraken? Nee. In zijn brief aan de Kolossenzen zei Paulus dat de nieuwe persoonlijkheid „wordt vernieuwd” door nauwkeurige kennis (Kolossenzen 3:9, 10). De uitdrukking „wordt vernieuwd” impliceert een voortdurende activiteit. Het veranderen van onze persoonlijkheid is dus een gestadig proces. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat wij af en toe gebreken bij onszelf ontdekken.

Dit wordt natuurlijk niet gezegd om de ernst van zonde te bagatelliseren en ook betekent het niet dat wij aan verleiding kunnen toegeven zonder ertegen te strijden, in de veronderstelling verkerend dat Jehovah ons automatisch zal vergeven. Maar het helpt ons wel om niet onredelijk kritisch te zijn met betrekking tot onszelf. En het brengt ons ertoe Jehovah des te meer lief te hebben omdat hij Christus’ loskoopoffer heeft verschaft opdat wij Hem ondanks onze intrinsiek zondige aard kunnen dienen.

De apostel Johannes verschafte een evenwichtige kijk op de kwestie toen hij zei: „Ik schrijf u deze dingen opdat gij geen zonde begaat.” Maar daarna voegde hij er realistisch aan toe: „Mocht iemand niettemin een zonde begaan [tengevolge van menselijke onvolmaaktheid], dan hebben wij een helper bij de Vader, Jezus Christus” (1 Johannes 2:1). In plaats van onszelf overmatig te veroordelen, brengt dit inzicht in onze toestand en de hulp waarin Jehovah heeft voorzien ons ertoe Paulus’ woorden te herhalen: „God zij gedankt door bemiddeling van Jezus Christus, onze Heer!” — Romeinen 7:25.

Kom weer overeind

Jezus gaf een ieder die een oorzaak tot struikeling zou kunnen zijn, een krachtige waarschuwing: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Matthéüs 18:6). Maar hoe staat het met degene die is gestruikeld? Indien wij door iemand of door de een of andere omstandigheid tot struikelen zijn gebracht, moeten wij onszelf dan verontschuldigen door te zeggen: „Nu, het is niet mijn schuld, en dus hoef ik Jehovah niet langer te dienen”?

Beschouw eens een illustratie. Bent u ooit uitgegleden op glad ijs of gestruikeld over een stoepje? Misschien had u helemaal geen erg in het gevaar. Het is begrijpelijk dat u hierdoor languit op de grond kwam te liggen. Maar wat deed u daarna? Zei u: „Het is niet mijn schuld dat ik hier lig. Het komt door het ijs [of het stoepje]. Dus ik blijf gewoon liggen”? Het is aannemelijker dat u overeind kwam en u zo snel mogelijk van de plaats des onheils verwijderde.

Zou dit ook niet opgaan bij geestelijke kwesties? Indien wij aanstoot hebben genomen aan de een of andere omstandigheid of aan het gedrag van een medechristen, is dat een ernstig probleem waaraan aandacht geschonken moet worden. Maar als wij in een gestruikelde toestand blijven en volhouden dat iemand anders verantwoordelijk is voor ons probleem, is het dan niet zo dat onze situatie steeds meer onze eigen fout wordt?

Indien wij zijn gestruikeld, zijn de ouderlingen en andere rijpe personen in de gemeente gelukkig heel graag bereid ons te helpen (Galaten 6:1). En Jehovah zelf geeft kracht aan degenen die hem ondanks moeilijkheden willen dienen (Filippenzen 4:13). Wij moeten dus altijd onmiddellijk om hulp vragen zodra het krachtige standpunt dat wij voor Jehovah en zijn koninkrijk hebben ingenomen, belemmerd lijkt te worden. Dan zullen wij Satan geen overwinning toestaan door te struikelen en niet meer op te staan.

Aan welke kant staat u?

Elke dag komen opgedragen dienstknechten van God voor kwesties te staan waardoor hun toewijding aan Jehovah op de proef wordt gesteld. Ongeacht aan welke problemen zij het hoofd moeten bieden, zij moeten pal staan en aan de zijde van Jehovah’s Messiaanse Koning blijven. De machtige heersers van deze aarde hebben hun standpunt ingenomen „tegen Jehovah en tegen zijn gezalfde”. Wat een voorrecht hebben wij een standpunt voor hem in te nemen! — Psalm 2:2.

Wij kunnen echter niet in eigen kracht aan de invloed van dit gehele wereldsamenstel weerstand bieden, en daarom worden wij vertroost door Jezus’ belofte dat hij met zijn gemeente zou zijn „tot het besluit van het samenstel van dingen” (Matthéüs 28:20). Hij zal ons steunen. Bovendien ontvangen wij veel hulp wanneer wij dicht bij Jehovah blijven en zijn steun zoeken. Zijn Woord raadplegen, kan ons kracht geven. Als wij ons niet tegen de problemen opgewassen voelen, nodigt Psalm 55:22 ons uit ’onze last op Jehóvah te werpen, en hijzelf zal ons schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.’ Ja, de bijbel spoort al Gods dienstknechten aan ’vast in het geloof te staan’ en niet te struikelen. — 1 Korinthiërs 16:13.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen