Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • „Wijsheid is bij de bescheidenen”
    De Wachttoren 2000 | 1 augustus
    • Paulus — Een ’ondergeschikte’ en een ’beheerder’

      4. Welke unieke voorrechten genoot Paulus?

      4 Paulus was een prominente figuur onder vroege christenen, en dat is begrijpelijk. Terwijl hij zijn bediening verrichtte, reisde hij duizenden kilometers over zee en land en richtte hij talloze gemeenten op. Bovendien zegende Jehovah Paulus met visioenen en de gave van het spreken in vreemde talen (1 Korinthiërs 14:18; 2 Korinthiërs 12:1-5). Ook inspireerde hij Paulus tot het schrijven van veertien brieven die thans deel uitmaken van de christelijke Griekse Geschriften. Er kan beslist worden gezegd dat Paulus meer arbeidde dan alle andere apostelen. — 1 Korinthiërs 15:10.

      5. Hoe gaf Paulus er blijk van dat hij een bescheiden kijk op zichzelf had?

      5 Aangezien Paulus zich in de voorste gelederen van de christelijke activiteit bevond, zouden sommigen misschien verwachten dat hij ervan genoot in het middelpunt van de belangstelling te staan, of zelfs met zijn autoriteit pronkte. Maar dat was niet het geval, want Paulus was bescheiden. Hij noemde zichzelf „de geringste van de apostelen” en voegde eraan toe: „Ik ben niet waard een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb” (1 Korinthiërs 15:9). Als voormalig vervolger van christenen vergat Paulus nooit dat het alleen door onverdiende goedheid kwam dat hij überhaupt een band met God kon hebben, om over speciale dienstvoorrechten nog maar niet te spreken (Johannes 6:44; Efeziërs 2:8). Daarom dacht Paulus niet dat zijn buitengewone prestaties in de bediening hem superieur aan anderen maakten. — 1 Korinthiërs 9:16.

      6. Hoe gaf Paulus blijk van bescheidenheid in zijn omgang met de Korinthiërs?

      6 Paulus’ bescheidenheid was vooral duidelijk in zijn omgang met de Korinthiërs. Blijkbaar waren sommigen van hen gecharmeerd van degenen die volgens hen prominente opzieners waren, met inbegrip van Apollos, Cefas en Paulus zelf (1 Korinthiërs 1:11-15). Maar Paulus vroeg niet om de lof van de Korinthiërs en ook sloeg hij geen munt uit hun bewondering. Wanneer hij hen bezocht, kwam hij niet „met een overdaad van woorden of van wijsheid”. In plaats daarvan zei Paulus over zichzelf en zijn metgezellen: „Men beschouwe ons dan aldus: als ondergeschikten van Christus en beheerders van heilige geheimen Gods.”a — 1 Korinthiërs 2:1-5; 4:1.

      7. Hoe legde Paulus, zelfs wanneer hij raad gaf, bescheidenheid aan de dag?

      7 Paulus legde zelfs bescheidenheid aan de dag wanneer hij krachtige raad en leiding moest geven. In plaats van zijn apostolisch gezag aan te wenden, deed hij „op grond van Gods mededogen” en „op basis van liefde” een dringend verzoek aan zijn medechristenen (Romeinen 12:1, 2; Filemon 8, 9). Waarom deed Paulus dit? Omdat hij zichzelf echt als een ’medewerker’ van zijn broeders en zusters zag, niet als een ’meester van hun geloof’ (2 Korinthiërs 1:24). Ongetwijfeld was het Paulus’ bescheidenheid die ertoe heeft bijgedragen hem bijzonder geliefd te maken bij de eerste-eeuwse christelijke gemeenten. — Handelingen 20:36-38.

  • „Wijsheid is bij de bescheidenen”
    De Wachttoren 2000 | 1 augustus
    • a Het Griekse woord dat met „ondergeschikten” is vertaald, kan betrekking hebben op een slaaf die op de laagste roeibank van een groot schip roeide. In tegenstelling daarmee konden aan „beheerders” meer verantwoordelijkheden zijn toevertrouwd, misschien de zorg voor een landgoed. Niettemin was de beheerder in de ogen van de meeste meesters net zo in dienstbaarheid als de galeislaaf.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen