Waar geluk in het dienen van Jehovah
„Gelukkig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, wiens hoop is op Jehovah, zijn God.” — PSALM 146:5.
1, 2. Wat is er gezegd over de definitie van geluk, en wat betekent geluk voor veel mensen in deze tijd?
WAT is geluk? Lexicografen, filosofen en theologen zijn al eeuwen aan het proberen tot een definitie te komen. Maar zij hebben geen definitie kunnen opstellen die unanieme instemming heeft gevonden. De Encyclopædia Britannica geeft toe: „’Geluk’ is een van de moeilijkst te vangen woorden.” Geluk betekent kennelijk verschillende dingen voor verschillende mensen, afhankelijk van hun kijk op het leven.
2 Voor velen draait geluk om een goede gezondheid, materiële bezittingen en aangenaam gezelschap. Toch zijn er mensen die dat alles hebben en toch ongelukkig zijn. Voor mannen en vrouwen die Jehovah God zijn toegewijd, verschaft de bijbel een concept van geluk dat heel anders is dan de algemene opvatting.
Een andere opvatting van geluk
3, 4. (a) Wie werden door Jezus gelukkig verklaard? (b) Wat kan er opgemerkt worden met betrekking tot de factoren voor geluk die Jezus noemde?
3 In zijn Bergrede zei Jezus niet dat geluk afhangt van een goede gezondheid, materiële bezittingen en dergelijke. Hij verklaarde hen werkelijk gelukkig die „zich bewust zijn van hun geestelijke nood” en die „hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid”. Met deze twee voor waar geluk noodzakelijke factoren staat Jezus’ schijnbaar paradoxale verklaring in verband: „Gelukkig zijn de treurenden, want zij zullen vertroost worden” (Mattheüs 5:3-6). Het is duidelijk dat Jezus niet zei dat mensen automatisch gelukkig zouden zijn wanneer zij rouwden over het verlies van een geliefde. In plaats daarvan sprak hij over hen die hun zondige staat en de consequenties daarvan betreuren.
4 De apostel Paulus had het erover dat voor de menselijke schepping die zuchtte onder de zonde, de hoop bestond ’vrijgemaakt te worden van de slavernij des verderfs’ (Romeinen 8:21, 22). Mensen die Jehovah’s zondenverzoenende voorziening door bemiddeling van Christus’ loskoopoffer aanvaarden en die Gods wil doen, worden werkelijk vertroost en gelukkig gemaakt (Romeinen 4:6-8). In de Bergrede verklaarde Jezus ook „de zachtaardigen”, „de barmhartigen”, „de zuiveren van hart” en „de vredelievenden” gelukkig. Hij gaf de verzekering dat zelfs in weerwil van vervolging zulke zachtmoedigen hun geluk niet zouden verliezen (Mattheüs 5:5-11). Het is belangwekkend op te merken dat deze veel verhevener factoren voor geluk rijk en arm op gelijke voet plaatsen.
De basis voor werkelijk geluk
5. Wat is de basis voor het geluk van Gods opgedragen dienstknechten?
5 De bron van waar geluk wordt niet gevonden in materiële rijkdom. De wijze koning Salomo zei: „De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij” (Spreuken 10:22). Voor schepselen die Jehovah’s universele soevereiniteit erkennen, is geluk onlosmakelijk verbonden met Gods zegen. De aan Jehovah opgedragen persoon die zijn zegen heeft en voelt, is werkelijk gelukkig. Bijbels bezien omvat geluk een gevoel van tevredenheid, bevrediging en voldoening in Jehovah’s dienst.
6. Wat wordt er van Jehovah’s volk vereist om werkelijk gelukkig te zijn?
6 Waar geluk is afhankelijk van een juiste verhouding met Jehovah. Het is gebaseerd op liefde voor God en trouw jegens hem. Jehovah’s opgedragen dienstknechten onderschrijven van ganser harte Paulus’ woorden: ’Niemand van ons leeft in feite alleen met betrekking tot zichzelf. Wij leven voor Jehovah. Wij behoren Jehovah toe’ (Romeinen 14:7, 8). Waar geluk kan daarom niet bereikt worden los van gehoorzaamheid aan Jehovah en vreugdevolle onderwerping aan zijn wil. Jezus zei: ’Gelukkig zijn zij die het woord van God horen en het onderhouden!’ — Lukas 11:28.
Variabele factoren voor geluk
7, 8. (a) Hoe zouden factoren voor geluk ingedeeld kunnen worden? (b) Wat kan er van trouwen en kinderen krijgen gezegd worden?
7 De voornoemde factoren voor geluk zouden „basisfactoren” of „constanten” genoemd kunnen worden, omdat ze te allen tijde voor Jehovah’s opgedragen dienstknechten gelden. Daarenboven zijn er dan wat wij variabelen zouden kunnen noemen, factoren die in de ene tijd tot geluk zouden kunnen leiden maar in een andere tijd weinig of geen geluk hoeven op te leveren. In de patriarchale en voorchristelijke tijden werden het huwelijk en het baren van kinderen gezien als onontbeerlijk voor geluk. Dit wordt weerspiegeld in Rachels ontroerende beroep op Jakob: „Geef mij kinderen of anders zal ik een dode vrouw zijn” (Genesis 30:1). Deze instelling ten opzichte van het baren van kinderen diende Jehovah’s voornemen voor die periode. — Genesis 13:14-16; 22:17.
8 Het huwelijk en het krijgen van kinderen werden onder Jehovah’s volk in vroege tijden als door God geschonken zegeningen beschouwd. Maar in rampspoedige perioden van hun geschiedenis werd aan dergelijke omstandigheden smart gekoppeld. (Vergelijk Psalm 127, 128 met Jeremia 6:12; 11:22; Klaagliederen 2:19; 4:4, 5.) Het is dan ook duidelijk dat het huwelijk en het baren van kinderen geen geluksfactoren van permanente aard zijn.
Geluk als ongehuwde in het verleden
9. Waarom ontving Jefta’s dochter jaarlijks lof?
9 Veel dienstknechten van God hebben zonder huwelijk waar geluk gevonden. Uit respect voor de gelofte van haar vader bleef Jefta’s dochter ongehuwd. Een bepaalde tijd beweenden zij en haar vriendinnen haar maagdelijkheid. Maar wat schonk het haar een vreugde al haar tijd in Jehovah’s huis te dienen, misschien onder „de dienstdoende vrouwen, die georganiseerde dienst deden bij de ingang van de tent der samenkomst”! (Exodus 38:8) Hiervoor ontving zij jaarlijks lof. — Rechters 11:37-40.
10. Wat verlangde Jehovah van Jeremia, en ziet het ernaar uit dat hij daardoor een ongelukkig leven heeft gehad?
10 Vanwege de dramatische tijden waarin de profeet Jeremia leefde, verlangde God dat hij zich ervan onthield te trouwen en kinderen groot te brengen (Jeremia 16:1-4). Maar Jeremia ervoer de waarheid van Gods woorden: „Gezegend is de fysiek sterke man die op Jehovah vertrouwt, en wiens vertrouwen Jehovah is geworden” (Jeremia 17:7). Gedurende meer dan veertig jaar van dienst als profeet diende Jeremia God getrouw als een ongehuwd man. Zover wij weten heeft hij nooit een huwelijk gesloten en kinderen gekregen. Maar wie kan eraan twijfelen dat Jeremia gelukkig was, net als het getrouwe joodse overblijfsel dat ’zou gaan stralen over de goedheid van Jehovah’? — Jeremia 31:12.
11. Wat zijn enkele schriftuurlijke voorbeelden van getrouwe dienstknechten van Jehovah die gelukkig waren hoewel zij geen huwelijkspartner hadden?
11 Vele anderen hebben Jehovah vreugdevol gediend zonder een huwelijkspartner. Zij waren hetzij nooit getrouwd, of weduwe of weduwnaar. Onder hen waren de profetes Anna, waarschijnlijk Dorkas of Tabitha, de apostel Paulus, en het grootste voorbeeld van allen — Jezus Christus.
Ongehuwd maar gelukkig in deze tijd
12. Waarvoor hebben sommige van Jehovah’s gelukkige, opgedragen dienstknechten in deze tijd plaats gemaakt, en waarom?
12 In deze tijd zijn er onder Jehovah’s Getuigen duizenden die God getrouw dienen zonder huwelijkspartner. Sommigen zijn in staat geweest Jezus’ uitnodiging te aanvaarden: ’Wie plaats kan maken [voor de gave van de ongehuwde staat], make er plaats voor.’ Zij hebben dit gedaan „ter wille van het koninkrijk der hemelen” (Mattheüs 19:11, 12). Dat wil zeggen, zij hebben hun door God geschonken vrijheid goed benut door meer tijd en energie aan het bevorderen van de Koninkrijksbelangen te besteden. Velen van hen dienen als pioniers, zendelingen of leden van de Bethelfamilie op het internationale hoofdbureau of een van de bijkantoren van het Wachttorengenootschap.
13. Welke voorbeelden tonen aan dat een christen ongehuwd en gelukkig kan zijn?
13 Eén geliefde bejaarde zuster gaf haar levensverhaal de veelbetekenende titel: „Ongehuwd en gelukkig als pionierster” (The Watchtower, 1 mei 1985, blz. 23-26). Een andere ongehuwde zuster die meer dan vijftig jaar op Bethel heeft gediend, zei: „Ik ben volledig tevreden met mijn leven en mijn werk. Ik heb het nu drukker dan ooit tevoren in een werk dat ik met liefde doe. Ik heb geen spijt. Ik zou weer dezelfde beslissing nemen.” — De Wachttoren, 15 september 1982, blz. 16.
14, 15. (a) Wat is volgens de apostel Paulus nodig om ongehuwd te blijven? (b) Waarom zegt Paulus dat de ongehuwde „beter” doet en „gelukkiger” is?
14 Let op dat woord „beslissing”. Paulus schreef: „Indien iemand vaststaat in zijn hart, geen noodzaak hebbend, maar de macht heeft over zijn eigen wil en in zijn hart de beslissing heeft genomen zijn maagdelijkheid te bewaren, hij zal goed doen. Bijgevolg doet ook wie zijn maagdelijkheid uithuwelijkt goed, maar wie ze niet uithuwelijkt, zal beter doen” (1 Korinthiërs 7:37, 38). Waarom „beter”? Paulus legde uit: „Ik wil dat gij vrij van zorgen zijt. De ongehuwde man is bezorgd voor de dingen van de Heer, hoe hij de goedkeuring van de Heer kan verwerven. . . . Voorts is de ongehuwde vrouw, en ook de maagd, bezorgd voor de dingen van de Heer . . . Ik zeg dit echter tot uw eigen voordeel, . . . om u te bewegen tot dat wat welvoeglijk is en dat wat voortdurende dienst voor de Heer betekent, zonder te worden afgeleid.” — 1 Korinthiërs 7:32-35.
15 Staat ’voortdurende dienst voor de Heer zonder te worden afgeleid’ en met het oog op ’het verwerven van de goedkeuring van de Heer’, met geluk in verband? Kennelijk was Paulus die mening toegedaan. Met betrekking tot een christelijke weduwe zei hij: „Zij [is] vrij te trouwen met wie zij wil, alleen in de Heer. Maar naar mijn mening is zij gelukkiger indien zij blijft zoals zij is. Ik denk stellig dat ook ik Gods geest bezit.” — 1 Korinthiërs 7:39, 40.
Voordelen van de ongehuwde staat
16. Wat zijn enkele voordelen die ongehuwde getuigen van Jehovah genieten?
16 Of een christen nu ongehuwd is op grond van een persoonlijke beslissing of gedwongen door de omstandigheden, de ongehuwde staat brengt vele persoonlijke voordelen met zich. Ongehuwde personen hebben over het algemeen meer tijd om Gods Woord te bestuderen en erover te mediteren. Wanneer zij hier hun voordeel mee doen, wordt hun geestelijke gezindheid verdiept. Doordat zij geen huwelijkspartner hebben met wie zij hun problemen kunnen bespreken, leren velen intenser op Jehovah te steunen en in alle dingen zijn leiding te zoeken (Psalm 37:5). Dit draagt ertoe bij dat er een hechtere band met Jehovah ontstaat.
17, 18. (a) Welke gelegenheden voor grotere dienst zijn beschikbaar voor Jehovah’s dienstknechten die ongehuwd zijn? (b) Hoe hebben enkele ongehuwde dienstknechten van Jehovah hun geluk beschreven?
17 Ongehuwde christenen hebben de gelegenheid om op een uitgebreider terrein dienst te verrichten tot lof van Jehovah. De speciale opleiding die nu wordt gegeven op de bedienarenopleidingsschool, is beperkt tot ongehuwde broeders of weduwnaars. Ook ongehuwde zusters hebben meer vrijheid om naar voorrechten in Gods dienst te streven. De eerder genoemde bejaarde zuster bood zich aan voor dienst in een Afrikaans land toen zij, om haar eigen woorden te gebruiken, „een wat fragiele vrouw van over de vijftig was”. En zij bleef daar, zelfs toen er een verbodsbepaling van kracht was en alle zendelingen het land werden uitgezet. Zij dient daar nog steeds als pionierster, hoewel zij nu over de tachtig is. Is zij gelukkig? In haar levensgeschiedenis schreef zij: „Ik was in staat de extra vrijheid en mobiliteit die de ongehuwde staat biedt, te gebruiken om druk bezig te blijven in de bediening, en dit heeft mij groot geluk gebracht. . . . In de loop der jaren is mijn band met Jehovah hechter geworden. Als ongehuwde vrouw in een Afrikaans land heb ik ervaren dat hij een Beschermer is.”
18 Ook opmerkelijk zijn de woorden van een broeder die tientallen jaren op het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap heeft gediend. Hij was gelukkig, hoewel hij nooit is getrouwd en hoewel hij een hemelse hoop had zonder vooruitzicht van een huwelijk. Op de leeftijd van 79 schreef hij: „Elke dag vraag ik onze geliefde hemelse Vader in gebed om hulp en wijsheid om mijzelf geestelijk en lichamelijk gezond en sterk te houden zodat ik zijn heilige wil kan blijven doen. Gedurende de afgelopen [49] jaar in Jehovah’s dienst heb ik mij inderdaad verheugd in een gelukkige, lonende en gezegende levenswijze. En dank zij Jehovah’s onverdiende goedheid zie ik uit naar voortdurende dienst tot zijn eer en heerlijkheid, en tot zegen van zijn volk. . . . [De] vreugde [van] Jehovah helpt mij de goede strijd voor het geloof vol te houden en vooruit te zien naar de tijd dat Jehovah’s vijanden er niet meer zullen zijn en de hele aarde met zijn heerlijkheid vervuld is.” — Numeri 14:21; Nehemia 8:10; De Wachttoren, 15 juni 1969, blz. 375-378.
Waarvan is waar geluk afhankelijk?
19. Waarvan zal ons geluk altijd afhankelijk zijn?
19 Onze kostbare verhouding met Jehovah, zijn goedkeuring en zijn zegen — dit zijn de factoren die ons in alle eeuwigheid geluk zullen brengen. Met deze juiste kijk op wat echt geluk voortbrengt, beseffen zelfs getrouwde dienstknechten van Jehovah dat hun huwelijk niet het belangrijkste in hun leven is. Zij slaan acht op de raad van de apostel Paulus: „Ik [zeg] dit, broeders: de overgebleven tijd is kort geworden. Laten voortaan zij die een vrouw hebben, zijn als hadden zij er geen” (1 Korinthiërs 7:29). Dit betekent niet hun vrouw te verwaarlozen. Rijpe christelijke echtgenoten stellen Jehovah’s dienst op de eerste plaats, en dat doen hun godvruchtige, liefhebbende en steun verlenende vrouwen ook, sommige zelfs in de volle-tijddienst samen met hun man. — Spreuken 31:10-12, 28; Mattheüs 6:33.
20. Welke juiste kijk hebben veel christenen ten aanzien van hun huwelijksvoorrechten?
20 Gehuwde broeders die reizende opzieners zijn, als vrijwilligers op Bethel werken, ouderlingen in de gemeente zijn — ja, alle getrouwde christenen die Koninkrijksbelangen de eerste plaats toekennen — ’maken niet ten volle gebruik van de wereld’; zij doen hun best hun huwelijksvoorrechten in te passen in hun leven van opgedragen dienst voor Jehovah (1 Korinthiërs 7:31). Toch zijn zij gelukkig. Waarom? Omdat de allerbelangrijkste reden voor geluk niet hun huwelijk is maar hun dienst voor Jehovah. En vele getrouwe echtgenoten en echtgenotes — ja, en ook hun kinderen — zijn daar gelukkig mee.
21, 22. (a) Wat moet ons op grond van Jeremia 9:23, 24 met geluk vervullen? (b) Welke factoren voor geluk worden in Spreuken 3:13-18 genoemd?
21 De profeet Jeremia schreef: „Dit heeft Jehovah gezegd: ’De wijze beroeme zich niet op zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet op zijn sterkte. De rijke beroeme zich niet op zijn rijkdom. Maar wie zich beroemt, die beroeme zich wel hierop, dat hij inzicht heeft en kennis van mij, dat ik Jehovah ben, die liefderijke goedheid, gerechtigheid en rechtvaardigheid oefent op aarde; want in deze dingen schep ik werkelijk behagen’, is de uitspraak van Jehovah.” — Jeremia 9:23, 24.
22 Of wij nu ongehuwd zijn of gehuwd, onze grootste bron van geluk dient onze kennis van Jehovah te zijn en de overtuiging dat wij zijn zegen hebben omdat wij zijn wil doen. Wij zijn ook gelukkig omdat wij inzicht hebben in wat de werkelijke waardeschaal is, de dingen waarin Jehovah behagen schept. Koning Salomo die vele malen is getrouwd, beschouwde het huwelijk niet als de enige sleutel tot geluk. Hij zei: „Gelukkig is de mens die wijsheid heeft gevonden, en de mens die onderscheidingsvermogen verkrijgt, want haar als gewin te hebben, is beter dan zilver als gewin te hebben, en haar als opbrengst te hebben, beter dan het goud zelf. Ze is kostbaarder dan koralen, en al uw andere verrukkingen kunnen haar niet evenaren. Lengte van dagen is in haar rechterhand; in haar linkerhand zijn rijkdom en heerlijkheid. Haar wegen zijn aangename wegen, en al haar paden zijn vrede. Ze is een boom des levens voor wie haar aangrijpen, en zij die haar stevig vasthouden, zijn gelukkig te noemen.” — Spreuken 3:13-18.
23, 24. Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat al Jehovah’s getrouwe dienstknechten in het nieuwe samenstel van dingen gelukkig zullen zijn?
23 Mogen degenen van ons die getrouwd zijn, eeuwig geluk vinden in het doen van de goddelijke wil. En mogen onze dierbare broeders en zusters die ongehuwd zijn, omdat zij dit verkozen hebben of door omstandigheden, al hun beproevingen verduren en geluk en tevredenheid vinden in het nu en voor altijd dienen van Jehovah (Lukas 18:29, 30; 2 Petrus 3:11-13). In Gods komende samenstel van dingen zullen „boekrollen” geopend worden (Openbaring 20:12). Deze zullen opwindende nieuwe voorschriften en verordeningen bevatten die zullen bijdragen tot het geluk van de gehoorzame mensheid.
24 Wij kunnen er beslist op vertrouwen dat onze „gelukkige God” schitterende goede dingen voor ons in petto heeft die zullen resulteren in ons volledige geluk (1 Timotheüs 1:11). God zal ermee voortgaan ’zijn hand te openen en de begeerte te verzadigen van al wat leeft’ (Psalm 145:16). Geen wonder dat er nu en voor altijd waar geluk verbonden is met het dienen van Jehovah.
Wat zou u antwoorden?
◻ Wat is de basis voor het geluk van Jehovah’s opgedragen dienstknechten?
◻ Wie waren in bijbelse tijden enkele van Jehovah’s gelukkige ongetrouwde dienstknechten?
◻ Waarom beval Paulus de ongehuwde staat aan, en hoe hebben sommige christenen ontdekt dat dit een gelukkig leven is?
◻ Waarvan zal ons geluk altijd afhangen?
◻ Waarom dienen wij het vertrouwen te hebben dat alle getrouwen in het nieuwe samenstel van dingen gelukkig zullen zijn?
[Illustratie op blz. 16]
Veel ongetrouwde zusters dienen Jehovah als gelukkige volle-tijdprediksters
[Illustratie op blz. 18]
Jehovah’s belangen dienen is de belangrijkste bron van geluk