Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Hoofd, kop
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Zich baserend op het beginsel dat God, die het Hoofd van Christus is, het hoogste gezag heeft en dat de man relatief gezag over zijn vrouw heeft, zet de apostel Paulus uiteen door welk beginsel de christelijke gemeente zich moet laten leiden, namelijk dat de vrouw het door God ingestelde gezagsbeginsel dat de man het hoofd is, dient te erkennen door als „een teken van gezag” een hoofdbedekking te dragen wanneer zij in de gemeente bidt of profeteert. — 1Kor 11:3-16; zie GEZAG ALS HOOFD; HAAR; HOOFDTOOI.

  • Hoofdbedekking
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Afgezien van het feit dat een hoofdbedekking een kledingstuk is, heeft ze voor Gods dienstknechten ook een geestelijke betekenis die verband houdt met gezag als hoofd en onderworpenheid. De apostel Paulus zet uiteen wat het door God verordende en in de christelijke gemeente werkzame gezagsbeginsel is door te zeggen dat „het hoofd van iedere man de Christus is; de man is op zijn beurt het hoofd van de vrouw en God het hoofd van de Christus” (1Kor 11:3). Paulus vestigt er de aandacht op dat wanneer een vrouw in de gemeente bidt of profeteert, zij een hoofdbedekking moet dragen als „een teken van gezag”, waardoor zij de positie van de man als hoofd erkent en zich aan de juiste theocratische autoriteit onderwerpt. — 1Kor 11:4-6, 10.

  • Hoofdbedekking
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Als een krachtige reden waarom de gemeente Gods zich aan deze gang van zaken moet houden, vestigt de apostel de aandacht op de engelen van God, die „uitgezonden [zijn] om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven” (Heb 1:13, 14). Deze machtige geestelijke schepselen zijn erin geïnteresseerd en bekommeren zich erom dat christenen hun plaats in Gods regeling bewaren opdat de theocratische orde en de zuivere aanbidding voor het aangezicht van God behouden blijven. — 1Kor 11:10.

  • Hoofdtooi
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
    • Hoofdbedekking en vrouwelijke onderworpenheid. De apostel Paulus schreef voor dat vrouwen bij het bidden of profeteren in de christelijke gemeente een hoofdbedekking moesten dragen. Hierdoor gaf de vrouw te kennen dat zij het gezagsbeginsel erkende, namelijk dat de man het hoofd van de vrouw is, Christus het hoofd van de man en God het hoofd van Christus. Paulus zei dat het lange haar van een vrouw haar van nature gegeven is „in plaats van een hoofdbedekking”. De apostel schreef destijds aan de christenen in Korinthe, die onder Europeanen en Semieten woonden, bij wie dit natuurlijke onderscheid tussen mannen en vrouwen wat haarlengte betreft gebruikelijk was. Van slavinnen en vrouwen die op hoererij of overspel betrapt waren, werd het haar afgeschoren. Paulus vestigde er de aandacht op dat het lange haar van een vrouw een natuurlijk bewijs vormde van haar positie van onderworpenheid aan haar man. Op grond van deze natuurlijke herinnering aan haar onderworpenheid diende een vrouw wanneer zij in de gemeente bad of profeteerde, de een of andere hoofdbedekking te dragen als „een teken van gezag”, waardoor zij er voor anderen, met inbegrip van de engelen, blijk van gaf dat zij het gezagsbeginsel erkende (1Kor 11:3-16). Profetessen uit de oudheid zoals Debora (Re 4:4) en Anna (Lu 2:36-38) hielden zich ongetwijfeld aan dit gebruik wanneer zij profeteerden. — Zie HAAR.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen