‘Bewandel de weg van de liefde’

1-3. Wat is het resultaat als we net als Jehovah liefde tonen?

‘GEVEN maakt gelukkiger dan ontvangen’ (Handelingen 20:35). Die woorden van Jezus onderstrepen een belangrijke waarheid: onzelfzuchtige liefde is goed voor ons. Hoewel liefde ontvangen gelukkig maakt, maakt het nog gelukkiger om liefde te geven.

² Niemand weet dat beter dan onze hemelse Vader. Zoals we in de vorige hoofdstukken van dit deel hebben gezien, is Jehovah het allergrootste voorbeeld van liefde. Niemand heeft meer of langere tijd liefde getoond dan hij. Het is dus niet zo verrassend dat Jehovah ‘de gelukkige God’ wordt genoemd (1 Timotheüs 1:11).

³ Onze liefdevolle God wil dat we proberen net als hij te zijn, vooral in het tonen van liefde. Efeziërs 5:1, 2 zegt: ‘Volg God na, als geliefde kinderen, en bewandel de weg van de liefde.’ Als we net als Jehovah liefde tonen, zullen we gelukkiger zijn omdat we aan anderen geven. We hebben dan ook de voldoening te weten dat we Jehovah’s goedkeuring hebben, want zijn Woord spoort ons aan ‘onze medemens lief te hebben’ (Romeinen 13:8). Maar er zijn nog meer redenen om ‘de weg van de liefde te bewandelen’.

Waarom liefde zo belangrijk is

4, 5. Waarom is het belangrijk dat we zelfopofferende liefde tonen voor geloofsgenoten?

⁴ Waarom is het belangrijk om liefde te tonen voor onze broeders en zusters? Simpel gezegd omdat liefde de belangrijkste eigenschap van ware christenen is. Zonder liefde kunnen we geen hechte band met geloofsgenoten hebben, en wat nog belangrijker is, zonder liefde zijn we niet bruikbaar voor Jehovah. We gaan zien hoe Gods Woord die waarheden beklemtoont.

⁵ Op de laatste avond van zijn leven op aarde zei Jezus tegen zijn volgelingen: ‘Ik geef jullie een nieuw gebod: Heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Hierdoor zal iedereen weten dat jullie mijn discipelen zijn: als jullie liefde voor elkaar hebben’ (Johannes 13:34, 35). ‘Zoals ik jullie heb liefgehad’ — we krijgen dus het gebod om net zo’n liefde te tonen als Jezus. In hoofdstuk 29 hebben we gezien dat Jezus een geweldig voorbeeld in zelfopofferende liefde gaf door de behoeften en belangen van anderen boven die van zichzelf te stellen. Ook wij moeten zo’n liefde tonen, en we moeten dat op zo’n manier doen dat het ook duidelijk te zien is voor mensen die Jehovah niet dienen. Zelfopofferende broederlijke liefde is het kenmerk waaraan we als ware christenen te herkennen zijn.

6, 7. (a) Hoe laat de Bijbel zien dat liefde tonen heel belangrijk is? (b) Wat is de focus van 1 Korinthiërs 13:4-8?

⁶ Maar wat als we geen liefde tonen? Paulus zei: ‘Heb ik geen liefde, dan ben ik een galmende gong of een schallende cimbaal geworden’ (1 Korinthiërs 13:1). Een galmende gong en een schallende cimbaal maken een onprettig en hard geluid. Wat een herkenbare vergelijking! Iemand die geen liefde heeft, is als een muziekinstrument dat een hard, irriterend geluid maakt waar niemand graag naar luistert. Het is voor zo iemand heel moeilijk om goede vrienden te hebben. Paulus zei ook: ‘Als ik het geloof heb dat bergen kan verzetten, maar ik heb geen liefde, dan ben ik niets’ (1 Korinthiërs 13:2). Dus als iemand geen liefde heeft, kan Jehovah hem niet gebruiken, ondanks de goede dingen die hij misschien doet! Dat laat wel zien hoe belangrijk Jehovah het vindt dat we liefde tonen.

⁷ Maar hoe kunnen we liefde tonen in onze omgang met anderen? Om die vraag te beantwoorden gaan we kijken naar Paulus’ woorden in 1 Korinthiërs 13:4-8. In deze verzen ligt de nadruk niet op Gods liefde voor ons of onze liefde voor God. In plaats daarvan focuste Paulus op de manier waarop we liefde voor elkaar moeten tonen. Hij gaf een beschrijving van wat liefde wel en niet is.

Wat liefde is

8. Hoe kan geduld je helpen in de omgang met anderen?

⁸ ‘Liefde is geduldig.’ Liefde tonen houdt dus in dat we anderen geduldig verdragen (Kolossenzen 3:13). Zo’n geduld hebben we inderdaad nodig. We zijn onvolmaakt en we werken met elkaar samen, dus het is alleen maar realistisch te verwachten dat onze broeders en zusters ons af en toe zullen irriteren, en wij hen. Maar geduld kan je helpen om kleine irritaties te verdragen en voorkomt dat je de vrede van de gemeente verstoort.

9. Hoe kun je vriendelijkheid voor anderen tonen?

⁹ ‘Liefde is vriendelijk.’ We tonen vriendelijkheid door anderen te helpen en tactvol tegen ze te praten. Liefde motiveert ons naar manieren te zoeken om vriendelijkheid te tonen, vooral voor degenen die het hard nodig hebben. Een oudere broeder of zuster kan bijvoorbeeld eenzaam zijn en kan misschien wel een aanmoedigend bezoekje gebruiken. Een alleenstaande moeder of een zuster in een verdeeld gezin heeft misschien hulp nodig. Iemand die ziek is of met tegenslag te maken heeft, heeft misschien behoefte aan wat vriendelijke woorden van een trouwe vriend (Spreuken 12:25; 17:17). Als je het initiatief neemt om op zulke manieren vriendelijkheid te tonen, bewijs je dat je liefde voor hen echt is (2 Korinthiërs 8:8).

10. Hoe helpt liefde je om de waarheid hoog te houden en te spreken, ook als dat niet makkelijk is?

¹⁰ ‘Liefde is blij met de waarheid.’ Liefde motiveert ons om de waarheid hoog te houden en ‘de waarheid tegen elkaar te spreken’ (Zacharia 8:16). Als bijvoorbeeld een familielid of goede vriend een ernstige zonde heeft begaan, zal liefde voor Jehovah — en voor de zondaar — je helpen aan Gods normen vast te houden in plaats van te proberen de zonde geheim te houden, goed te praten of er zelfs over te liegen. Natuurlijk kan het moeilijk zijn om de situatie te accepteren. Maar omdat je van de persoon houdt en het beste voor hem wilt, wil je dat hij liefdevolle correctie van Jehovah krijgt en er positief op reageert (Spreuken 3:11, 12). Als liefdevolle christenen willen we ons ook ‘in alle dingen eerlijk gedragen’ (Hebreeën 13:18).

11. Wat moet je doen als anderen fouten maken?

¹¹ ‘Liefde verdraagt alles.’ Die uitdrukking betekent letterlijk ‘ze bedekt alles’ (Kingdom Interlinear). In 1 Petrus 4:8 staat: ‘Liefde bedekt een groot aantal zonden.’ Als we echt van onze broeders en zusters houden, zijn we er niet op uit om al hun onvolmaaktheden en tekortkomingen aan de grote klok te hangen. De fouten die ze maken zijn vaak zo klein of onbelangrijk dat ze met de mantel der liefde bedekt kunnen worden (Spreuken 10:12; 17:9).

12. Hoe liet Paulus in zijn brief aan Filemon zien dat hij het beste geloofde, en wat kun je van Paulus’ voorbeeld leren?

¹² ‘Liefde gelooft alles.’ Moffatts vertaling zegt dat liefde ‘altijd graag het beste wil geloven’. We zullen niet overdreven wantrouwig tegenover geloofsgenoten staan of altijd aan hun motieven twijfelen. Liefde helpt ons om ‘het beste te geloven’ en onze broeders en zusters te vertrouwen.a Denk eens aan een voorbeeld in Paulus’ brief aan Filemon. Paulus schreef deze brief om Filemon aan te moedigen de weggelopen slaaf Onesimus, die christen was geworden, bij zijn terugkeer vriendelijk te ontvangen. In plaats van Filemon onder druk te zetten, deed Paulus een beroep op zijn liefde. Hij uitte het vertrouwen dat Filemon het juiste zou doen, door te zeggen: ‘Ik schrijf je in de overtuiging dat je zult meewerken, en ik weet dat je zelfs meer zult doen dan wat ik zeg’ (vers 21). Als je uit liefde zo’n vertrouwen in je broeders en zusters toont, zul je het beste in hen naar boven halen.

13. Hoe kun je laten zien dat je het beste voor je broeders en zusters hoopt?

¹³ ‘Liefde hoopt alles.’ Liefde beweegt ons er niet alleen toe onze broeders en zusters te vertrouwen, maar ook het beste voor ze te hopen. Als een broeder bijvoorbeeld ‘een misstap doet, ook al is dat onbewust,’ hopen we dat hij positief zal reageren op liefdevolle pogingen om hem weer op het rechte pad te brengen (Galaten 6:1). We hopen ook dat degenen die zwak in het geloof zijn zich zullen herpakken. We hebben geduld met ze en doen wat we kunnen om ze te helpen sterk in het geloof te worden (Romeinen 15:1; 1 Thessalonicenzen 5:14). Zelfs als een familielid of goede vriend afdwaalt, geven we de hoop niet op dat hij op een dag tot bezinning zal komen en bij Jehovah zal terugkomen, net als de verloren zoon in Jezus’ illustratie (Lukas 15:17, 18).

14. Hoe kan je volharding in de gemeente op de proef worden gesteld, en hoe zal liefde je helpen goed te reageren?

¹⁴ ‘Liefde verduurt alles.’ Volharding stelt ons in staat vol te houden ondanks teleurstellingen of moeilijkheden. Beproevingen op je volharding komen niet alleen van buiten de gemeente. Soms word je op de proef gesteld door wat je broeders en zusters zeggen of doen. Omdat ze onvolmaakt zijn, kunnen ze je af en toe teleurstellen. Misschien zeggen ze iets ondoordachts waardoor je gevoelens worden gekwetst (Spreuken 12:18). Of misschien pakken de ouderlingen een kwestie anders aan dan je had verwacht. Een gerespecteerde broeder zou zich op een manier kunnen gedragen die je van streek maakt, waardoor je je afvraagt: hoe kan een christen zoiets doen? Als je met zo’n situatie wordt geconfronteerd, zul je je dan terugtrekken uit de gemeente en ermee ophouden Jehovah te dienen? Niet als je liefde hebt! Liefde voorkomt dat je je zo door iemands fouten laat verblinden dat je niets goeds meer in hem of in de gemeente als geheel kunt zien. Liefde helpt je om God trouw te blijven en de gemeente te ondersteunen, ongeacht wat een ander onvolmaakt mens zegt of doet (Psalm 119:165).

Wat liefde niet is

15. Waarom is het niet goed om jaloers te zijn, en hoe zal liefde je helpen om jaloezie te vermijden?

¹⁵ ‘Liefde is niet jaloers.’ Het is niet goed om jaloers te zijn op wat anderen hebben — hun bezittingen, zegeningen of bekwaamheden. Jaloezie is een zelfzuchtige, verwoestende emotie. Als die niet in de hand wordt gehouden, kan dat de vrede van de gemeente verstoren. Wat zal je helpen om tegen jaloezie te vechten? (Jakobus 4:5) In één woord: liefde. Liefde kan je helpen om blij te zijn voor mensen die mooie dingen hebben die je zelf niet hebt (Romeinen 12:15). Liefde helpt je om je niet gekwetst te voelen als iemand anders complimenten krijgt voor zijn bekwaamheden of voor een bijzondere prestatie.

16. Als je echt van je broeders en zusters houdt, waarom zul je dan niet opscheppen over wat je in Jehovah’s dienst doet?

¹⁶ ‘Liefde schept niet op, wordt niet opgeblazen.’ Liefde zal je helpen om niet te koop te lopen met je talenten of prestaties. Als je echt van je broeders en zusters houdt, zul je niet constant opscheppen over je succes in de prediking of je voorrechten in de gemeente. Dat zou anderen kunnen ontmoedigen en ze het gevoel kunnen geven dat ze minder waard zijn. Uit liefde zul je niet opscheppen over wat Jehovah je in zijn dienst laat doen (1 Korinthiërs 3:5-9). Paulus zei dat liefde ‘niet wordt opgeblazen’, of zoals een andere vertaling zegt: ‘Liefde is: jezelf niet belangrijker vinden dan een ander’ (Bijbel in Gewone Taal). Als je liefde hebt, zul je geen te hoge dunk van jezelf hebben (Romeinen 12:3).

17. Hoe zul je je gedragen als je liefde voor anderen hebt?

¹⁷ ‘Liefde gedraagt zich niet onfatsoenlijk.’ Iemand die zich onfatsoenlijk gedraagt, doet dingen die ongepast en onrespectvol zijn. Dat is niet liefdevol, want het laat zien dat het hem helemaal niets kan schelen hoe anderen zich voelen. Maar iemand die liefde heeft, is vriendelijk en houdt graag rekening met anderen. Liefde zet aan tot goede manieren, christelijk gedrag en respect voor je broeders en zusters. Als je liefde hebt, zul je nooit vervallen in ‘schandelijk gedrag’ of welk gedrag maar ook dat je broeders en zusters zou schokken of kwetsen (Efeziërs 5:3, 4).

18. Waarom eist iemand die liefdevol is niet dat alles op zijn manier wordt gedaan?

¹⁸ ‘Liefde is niet zelfzuchtig.’ Een andere vertaling zegt: ‘Liefde is: niet alleen aan jezelf denken’ (BGT). Iemand die liefde heeft, eist niet dat alles op zijn manier wordt gedaan, alsof hij altijd gelijk heeft. Hij probeert personen met een andere kijk niet te dwingen om zijn kijk over te nemen en dingen op zijn manier te doen. Zo’n houding zou laten zien dat iemand trots is, en de Bijbel zegt: ‘Trots komt voor de ondergang’ (Spreuken 16:18). Als je echt van je broeders en zusters houdt, zul je hun mening respecteren en waar mogelijk bereid zijn toe te geven. Als je inschikkelijk bent, doe je wat Paulus zei: ‘Laat iedereen niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander’ (1 Korinthiërs 10:24).

19. Hoe zal liefde je helpen om goed te reageren als anderen je kwetsen?

¹⁹ ‘Liefde raakt niet geërgerd. Liefde rekent het kwaad niet aan.’ Liefde raakt niet snel geërgerd door wat anderen zeggen of doen. Het is heel begrijpelijk dat je van streek raakt als anderen je kwetsen. Maar zelfs als je terecht boos wordt, zorgt liefde ervoor dat je niet geërgerd blijft (Efeziërs 4:26, 27). We blijven niet denken aan kwetsende dingen die iemand heeft gezegd of gedaan, alsof we een lijst bijhouden om ze niet te vergeten. In plaats daarvan beweegt liefde ons ertoe onze liefdevolle God na te volgen. Zoals we in hoofdstuk 26 hebben gezien, vergeeft Jehovah ons als daar een goede basis voor is. En als hij vergeeft, vergeet hij, wat betekent dat hij ons in de toekomst niet om die zonden zal veroordelen. Wat kunnen we dankbaar zijn dat Jehovah het kwaad niet aanrekent!

20. Hoe moet je reageren als een geloofsgenoot een zonde begaat en het daardoor slecht met hem gaat?

²⁰ ‘Liefde is niet blij met onrecht.’ The New English Bible zegt hier: ‘Liefde (...) verkneukelt zich niet over andermans zonden.’ En Moffatts vertaling zegt: ‘Liefde is nooit blij wanneer anderen een fout maken.’ Als we liefde hebben, zullen we nooit van onrecht genieten, en daarom zullen we geen enkele vorm van immoraliteit door de vingers zien. Hoe reageren we als een geloofsgenoot een zonde begaat en het daardoor slecht met hem gaat? Dan zullen we niet blij zijn en zeggen: ‘Net goed! Dat is z’n verdiende loon!’ (Spreuken 17:5) Maar we zullen wél blij zijn als een geloofsgenoot die heeft gezondigd, moeite doet om zijn band met Jehovah te herstellen.

‘Een weg die alles overtreft’

21-23. (a) Wat bedoelde Paulus toen hij zei dat ‘liefde nooit faalt’? (b) Waar gaat het laatste hoofdstuk over?

²¹ ‘Liefde faalt nooit.’ Wat bedoelde Paulus daarmee? Zoals uit de context blijkt, had hij het over de gaven van de geest die de eerste christenen hadden. Die gaven waren een bewijs dat de pasgevormde gemeente Gods goedkeuring had. Maar niet alle christenen konden mensen genezen, profeteren of in talen spreken. Dat was ook niet belangrijk, want de wonderbare gaven zouden uiteindelijk toch ophouden. Maar er was iets wat wel zou blijven en wat elke christen kon ontwikkelen. Het was beter en duurzamer dan welke wonderbare gave maar ook. Paulus noemde het zelfs ‘een weg die alles overtreft’ (1 Korinthiërs 12:31). Waar had hij het over? Over de weg van de liefde.

²² De christelijke liefde waarover Paulus schreef ‘faalt nooit’. Dat betekent dat er nooit een eind aan komt. Tot op deze dag zijn Jezus’ ware volgelingen te herkennen aan hun zelfopofferende broederlijke liefde. We zien die liefde onder Jehovah’s Getuigen over de hele wereld. En die liefde zal altijd blijven bestaan, want Jehovah belooft dat zijn trouwe aanbidders eeuwig zullen leven (Psalm 37:9-11, 29). Blijf dus altijd je best doen om ‘de weg van de liefde te bewandelen’. Dan zul je ervaren hoe gelukkig je wordt van geven. En nog belangrijker, je kunt eeuwig leven en eeuwig liefde blijven tonen, in navolging van onze liefdevolle God, Jehovah.

²³ In dit boek hebben we veel geleerd over Jehovah’s belangrijkste eigenschappen. We hebben gezien hoeveel voordeel we hebben van zijn macht, gerechtigheid, wijsheid en vooral van zijn liefde. Nu we hebben besproken hoe we liefde voor elkaar kunnen tonen, is het goed om je af te vragen: hoe kan ik Jehovah laten zien dat ik echt van hem hou? Die vraag zal in het laatste hoofdstuk worden besproken.