Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Anderen helpen God te aanbidden
    De Wachttoren 1988 | 15 november
    • ’Indien er een ongelovige of gewone persoon binnenkomt, worden de geheimen van zijn hart openbaar, zodat hij op zijn aangezicht zal vallen en God zal aanbidden.’ — 1 KORINTHIËRS 14:24, 25.

  • Anderen helpen God te aanbidden
    De Wachttoren 1988 | 15 november
    • ’Ongelovigen en gewone mensen’ helpen

      4. Op welke manieren worden velen in deze tijd net zo geholpen als de mensen in Korinthe?

      4 Ook in deze tijd gehoorzamen Jehovah’s Getuigen Jezus’ gebod om ’discipelen te maken van mensen uit alle natiën, hen dopende’ (Matthéüs 28:19, 20). Nadat zij waarheidszaden in ontvankelijke harten hebben geplant, komen zij terug om ze te begieten (1 Korinthiërs 3:5-9; Matthéüs 13:19, 23). De Getuigen bieden gratis wekelijkse huisbijbelstudies aan, opdat mensen een antwoord op hun vragen kunnen krijgen en bijbelse waarheden kunnen leren. Zulke personen worden ook uitgenodigd de plaatselijke vergaderingen van Jehovah’s Getuigen te bezoeken, precies zoals „ongelovigen” in de eerste eeuw de vergaderingen in Korinthe bezochten. Maar hoe dienen Jehovah’s Getuigen personen te bezien die de bijbel bestuderen en naar de vergaderingen komen?

      5. Welke schriftuurlijke basis is er om voorzichtigheid te betrachten in onze omgang met bepaalde personen?

      5 Het schenkt ons grote vreugde te zien dat zij tot God naderen. Toch willen wij niet vergeten dat zij nog geen gedoopte gelovigen zijn. Houd ook de twee lessen in gedachte die wij uit het vorige artikel hebben geleerd. (1) De Israëlieten betrachtten voorzichtigheid jegens niet-Israëlitische bijwoners, die, hoewel zij zich te midden van Gods volk bevonden en enkele wetten gehoorzaamden, geen besneden proselieten waren, geen broeders in de aanbidding. (2) Korinthische christenen die omgang hadden met ’ongelovigen en gewone mensen’ waren op hun hoede dank zij Paulus’ woorden: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid?” — 2 Korinthiërs 6:14.

      6. Hoe kunnen „ongelovigen” door de vergaderingen „terechtgewezen” worden, en van welke aard is die terechtwijzing?

      6 Hoewel wij ’ongelovigen en gewone mensen’ dus verwelkomen, beseffen wij dat zij nog niet aan Gods maatstaven voldoen. Zoals de bijbel in 1 Korinthiërs 14:24, 25 te kennen geeft, moeten zulke personen misschien „nauwkeurig onderzocht” of zelfs „terechtgewezen” worden door wat zij leren. Zo’n terechtwijzing is niet van rechterlijke aard; zij worden niet voor een rechterlijk comité van de gemeente ontboden, aangezien zij er nog geen gedoopte leden van zijn. Het is veeleer zo dat deze nieuwelingen er als gevolg van wat zij leren, van overtuigd raken dat God alle vormen van zelfzuchtig en immoreel gedrag veroordeelt.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen