CHLOË
(Chlo̱ë) [van een grondwoord dat „groen” betekent; waarschijnlijk: Eerste groene spruit van planten].
Een vrouw wier huisgenoten aan Paulus verslag uitbrachten over de onenigheden die in de gemeente Korinthe bestonden (1Kor 1:11). In Paulus’ brief wordt weliswaar niet rechtstreeks gezegd dat Chloë een in Korinthe of in Efeze — waar de brief werd geschreven — wonende christin was, maar uit het feit dat de apostel deze huisgenoten met name noemt, blijkt dat ten minste enkelen van hen — hetzij gezinsleden of slaven — christenen waren die de Korinthiërs bekend waren.