Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Hulpacties als deel van onze bediening
    Gods Koninkrijk regeert!
    • 6. (a) Waarom zijn hulpacties een onderdeel van onze aanbidding? (b) Beschrijf hoe onze hulpacties in deze tijd wereldwijd worden georganiseerd. (Zie het kader „Wanneer een ramp toeslaat”.)

      6 Paulus hielp de Korinthiërs te begrijpen waarom hulpacties een onderdeel van hun bediening en aanbidding van Jehovah waren. Hij redeneerde: christenen geven noodhulp omdat ze „onderdanig” zijn „aan het goede nieuws omtrent de Christus” (2 Kor. 9:13). Dus omdat ze Christus’ leer in praktijk willen brengen, worden ze ertoe bewogen geloofsgenoten te helpen. Hun goede daden voor hun broeders en zusters, zo zegt Paulus, zijn niets minder dan uitingen van „de allesovertreffende onverdiende goedheid van God” (2 Kor. 9:14; 1 Petr. 4:10). Daarom zei De Wachttoren van 1 april 1976 terecht over het dienen van behoeftige broeders en zusters, bijvoorbeeld door hulpacties: „Wij dienen er nooit aan te twijfelen dat Jehovah God en zijn Zoon Jezus Christus deze soort van dienst werkelijk belangrijk achten.” Hulpverlening bij rampen is dan ook een waardevolle vorm van heilige dienst (Rom. 12:1, 7; 2 Kor. 8:7; Hebr. 13:16).

  • Hulpacties als deel van onze bediening
    Gods Koninkrijk regeert!
    • 7, 8. Wat is de eerste doelstelling van onze hulpacties? Leg uit.

      7 Wat wordt er met onze hulpacties bereikt? Paulus beantwoordde die vraag in 2 Korinthiërs 9:11-15. (Lees.) In deze verzen belicht hij drie belangrijke dingen die we bereiken door deel te nemen aan „de bediening van deze openbare dienst”, dat wil zeggen noodhulp. We gaan ze een voor een bekijken.

      8 Ten eerste zijn onze hulpacties tot eer van Jehovah. Merk op hoe vaak Paulus in de vijf eerder genoemde verzen de aandacht richt op Jehovah God. Hij heeft het over „een dankbetuiging aan God” en over „vele dankbetuigingen aan God” (vers 11, 12). Als christenen hulp krijgen „verheerlijken zij God” en loven ze „de allesovertreffende onverdiende goedheid van God” (vers 13, 14). En Paulus besluit met: „God zij gedankt” (vers 15; 1 Petr. 4:11).

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen