Jonge mensen vragen . . .
Hoe kan ik het beste met mijn handicap omgaan?
„ZE KAN nog lopen”, zegt de moeder van een meisje dat wij Maggie zullen noemen. „Maar haar coördinatie is niet zo best en ze praat onduidelijk.” Maggie heeft multipele sclerose en is een van de miljoenen jongeren over de hele wereld met een lichamelijke aandoening.
Misschien ben jij ook een van hen. En of je nu met een handicap geboren bent of die hebt opgelopen door een ziekte of een ongeluk,a het is niet nodig de conclusie te trekken dat je leven voorbij is. Met geduldige inspanningen van jouw zijde kun je positieve stappen ondernemen om met succes het hoofd te bieden aan je situatie.
De valstrik van de ijdele hoop
Het is waar dat het in de menselijke aard ligt om een onaangenaam feit niet te willen aanvaarden maar tegen beter weten in te hopen dat de aandoening vanzelf wel zal verdwijnen. De apostel Paulus leed kennelijk aan een kwaal waardoor zijn gezichtsvermogen werd aangetast. (Vergelijk Galaten 6:11.) Doelend op zijn eerste bezoek aan de christenen in Galatië zei Paulus: „Ik [heb] de eerste keer ten gevolge van een ziekte van mijn vlees het goede nieuws aan u . . . bekendgemaakt. En wat voor u een beproeving was in mijn vlees, hebt gij niet met verachting behandeld, noch hebt gij er uit afkeer tegen gespuwd” (Galaten 4:13, 14). Sommige geleerden denken dat Paulus’ aandoening een etterige afscheiding uit zijn ogen veroorzaakte of hem op de een of andere manier een afstotelijk aanzien gaf. Het is daarom niet verwonderlijk dat Paulus „de Heer driemaal dringend verzocht” of de ziekte van hem mocht wijken. Maar dat gebeurde niet (2 Korinthiërs 12:8, 9). Ondanks zijn handicap verheugde hij zich echter in een opmerkelijke loopbaan als zendeling, geleerde en schrijver.
Ook jij zult je misschien moeten neerleggen bij het feit dat je handicap blijvend is. Jan Coombs schrijft in haar boek Living With the Disabled: „Wil de patiënt zich aan zijn handicap aanpassen, dan moet hij eerst erkennen dat hij gehandicapt is. Hij moet leren dat zijn beperking een belemmering en een last voor hem kan zijn, maar dat hij er als mens niet minder om is.” Als er geen gegronde hoop op genezing bestaat, zal het ontkennen van de realiteit van je toestand er alleen maar toe leiden dat je wegzakt in een moeras van zelfverwijt, ellende en ontmoediging. Daar staat tegenover dat ’wijsheid bij de bescheidenen is’, zoals de bijbel in Spreuken 11:2 zegt, en een bescheiden mens kent en aanvaardt zijn beperkingen. Dat betekent niet dat je een kluizenaar moet worden of genoegen moet nemen met een saai, vreugdeloos bestaan. In plaats daarvan zal bescheidenheid je ertoe brengen je situatie eerlijk te beoordelen en je realistische doeleinden te stellen.
Handel met kennis
Je moet ook precies weten wat de aard van je handicap is. „Iedere schrandere zal met kennis handelen”, zegt Spreuken 13:16. (Vergelijk Spreuken 10:14.) Daarvoor moet je misschien wat medische lectuur lezen of specifieke vragen stellen aan je arts en anderen in de gezondheidszorg door wie je wordt behandeld. Jezelf in dit opzicht goed laten voorlichten, kan je bevrijden van eventuele misvattingen die je ervan zouden kunnen weerhouden je mogelijkheden ten volle te benutten.
Het kan ook nuttig zijn op de hoogte te blijven van medische ontwikkelingen en behandelingsmethoden waardoor je situatie zou kunnen verbeteren. Zo zijn er met behulp van nieuwe, lichte materialen kunstledematen (prothesen) ontwikkeld die meer comfort en bewegingsmogelijkheden bieden. Ja, volgens het tijdschrift Time is er momenteel sprake van een „plotselinge stroom” van hulpmiddelen voor gehandicapten. Misschien is er plaatselijk aan zulke produkten te komen en passen ze in jullie gezinsbudget.
De wat conventionelere hulpmiddelen, zoals hoorapparaten, stokken, krukken en beugels, kunnen ook enorm nuttig zijn. Nu schrikken sommige jongeren er misschien voor terug en voelen zij zich te verlegen om zulke hulpmiddelen te gebruiken. Maar koning Salomo merkte in zijn wijsheid op: „Als je een botte bijl niet slijpt, moet je veel te veel kracht zetten” (Prediker 10:10, Groot Nieuws Bijbel). Zo zou ook jij uitgeput kunnen raken — of je plezierige activiteiten kunnen ontzeggen — als je de middelen die je kunnen helpen niet benut. Waarom zou je je leven door trots te zijn moeilijker maken dan nodig is? Salomo besloot met de woorden: „Zo betekent het aanwenden van wijsheid met het oog op succes, voordeel.”
Ja, je hebt er voordeel van als je gebruik maakt van iets waarmee je beter kunt lopen, zien of horen. Toegegeven, het kan behoorlijk wat oefening en geduld vergen om goed met een kruk, prothese of hoorapparaat om te leren gaan. En deze hulpmiddelen zullen misschien niet bepaald bevorderlijk zijn voor je uiterlijk. Maar denk eens aan de vrijheid die ze je kunnen geven en de mogelijkheden die ze voor je kunnen openen! Een gehandicapt Afrikaans meisje genaamd Jay leidde een kluizenaarsleven en had zich in al haar achttien jaar nog maar één keer buiten het kleine erf waar zij woonde gewaagd. Nadat zij met Jehovah’s Getuigen de bijbel was gaan bestuderen, begon zij christelijke vergaderingen bij te wonen. Hiervoor moest zij verscheidene blokken „lopen” door zich op haar handen te verplaatsen, waarbij haar romp achter haar aan sleepte. Toen een Getuige in Europa over Jays moeilijke situatie vernam, stuurde zij haar een driewielig invalidenwagentje. Het had een kettingoverbrenging, waardoor Jay het met haar handen kon bedienen. Elegant? Dat beslist niet. Maar dit ogenschijnlijk onaantrekkelijke vervoermiddel stelde haar in staat naar de vergaderingen te gaan en een aandeel te hebben aan de van-huis-tot-huisprediking.
Motiveer jezelf!
Zorg er echter voor dat je geen negatieve geesteshouding ontwikkelt. De wijze koning Salomo zei: „Hij die op de wind let, zal niet zaaien; en hij die naar de wolken ziet, zal niet oogsten” (Prediker 11:4). Laat je je er door angst of onzekerheid van weerhouden de dingen te doen die je wilt en moet doen? Denk eens aan Mozes. Toen God hem uitkoos om de Israëlieten uit de slavernij in Egypte te bevrijden, probeerde Mozes zich daaraan te onttrekken met het excuus dat hij een spraakgebrek had. ’Ik ben onbesneden van lippen’, zei Mozes, mogelijk doelend op een misvorming waardoor zijn spraak niet zo duidelijk klonk (Exodus 6:12). Maar Mozes onderschatte zichzelf. Na verloop van tijd bewees hij dat hij in staat was vloeiend te praten — hij sprak de hele natie Israël toe. — Deuteronomium 1:1.
Bega niet dezelfde vergissing door jezelf te onderschatten. Stimuleer en motiveer jezelf! Zo heeft Becky wat moeite met praten wegens letsel dat zij op haar vijfde bij een ongeluk heeft opgelopen. Maar haar ouders lieten niet toe dat zij het opgaf. Integendeel, zij lieten haar inschrijven voor de theocratische bedieningsschool in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen. Op zevenjarige leeftijd hield Becky korte lezinkjes voor een publiek. Becky vertelt: „Het houden van lezinkjes was een hulp. Het motiveerde me om harder aan mijn spraak te werken.” Becky werd ook aangemoedigd een volledig aandeel aan de van-huis-tot-huisprediking te hebben. „Soms denk ik dat de mensen het wel vreselijk zullen vinden om naar me te luisteren; ik pieker erover wat ze wel zullen denken. Maar dan zeg ik tegen mezelf: ’Ik doe dit voor Jehovah’, en dan vraag ik hem me erdoorheen te helpen.” Op dit moment dient Becky als volle-tijdpredikster.
Craig, die nu volwassen is, lijdt aan spastische verlamming. Ook hij heeft geweigerd zich er door zijn handicap van te laten weerhouden een gewaardeerd lid van de christelijke gemeente te zijn. Hij zegt: „Ik vertrouw op Jehovah en hij heeft mij veel zegeningen geschonken. Ik heb vijfmaal als hulppionier [tijdelijke volle-tijdprediker] kunnen dienen. Ik houd bijbellezingen op de theocratische bedieningsschool en ben in staat de gemeenteboekhouding te behartigen.”
Er is ook „een tijd om te lachen”, en met wat oefening ben je misschien zelfs tot enkele van de leuke activiteiten in staat waar andere jongeren van genieten (Prediker 3:4). Becky geeft toe: „Ik kan niet meedoen met sporten zoals volleybal omdat mijn reflexen zo traag zijn. Maar ik kan wel hardlopen. En kort na het ongeluk moedigde mijn moeder me aan te leren fietsen. Ze heeft me altijd aangemoedigd nieuwe dingen te proberen.”
Probeer het niet op je eentje te doen
Met een lichamelijke handicap leren leven, is niet gemakkelijk. De apostel Paulus noemde zijn aandoening „een doorn in het vlees” (2 Korinthiërs 12:7). Gelukkig hoef jij je problemen niet alleen onder de ogen te zien. Sarne, een jonge vrouw met een heupafwijking, zegt: „Ik vind dat juiste christelijke omgang en liefdevolle steun van familie en broeders en zusters in de gemeente voor mij van onschatbare waarde zijn geweest.” Ja, zonder je niet af (Spreuken 18:1). Heb in de mate dat dit voor jou mogelijk is „volop te doen . . . in het werk van de Heer” (1 Korinthiërs 15:58). Sarne beschrijft het voordeel: „Druk bezig zijn met de Koninkrijksbelangen helpt me de juiste kijk op mijn problemen te hebben.” Becky merkt op: „Je komt in aanraking met mensen die nog slechter af zijn dan jij omdat ze geen toekomsthoop hebben. Dat helpt me, niet steeds met mezelf bezig te zijn.”
Zie bovenal naar Jehovah God op voor steun. Hij kent je behoeften en gevoelens en kan je zelfs „kracht [geven] die datgene wat normaal is te boven gaat” om je te helpen er het beste van te maken (2 Korinthiërs 4:7). Misschien heb je mettertijd net zo’n optimistische instelling als Terrence, een gehandicapte christelijke jongere. Terrence verloor zijn gezichtsvermogen toen hij negen was maar heeft zich er niet onder laten krijgen en zegt: „Mijn blindheid is geen handicap; het is alleen lastig.”
[Voetnoot]
a Als je nog maar sinds kort gehandicapt bent, is het begrijpelijk dat je misschien kampt met gevoelens van bitterheid, boosheid en verdriet. Het is in feite heel normaal — en heilzaam — dat je een periode van treuren doormaakt als je een ernstig verlies hebt geleden. (Vergelijk Rechters 11:37; Prediker 7:1-3.) Wees ervan overtuigd dat naarmate de tijd verstrijkt en dank zij de liefdevolle steun van familie en vrienden, de pijnlijke gevoelens die je bestormen uiteindelijk zullen luwen.
[Illustratie op blz. 15]
Win zo veel mogelijk informatie in over je handicap