Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g91 22/8 blz. 10-12
  • Hoe sport binnen de perken te houden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe sport binnen de perken te houden
  • Ontwaakt! 1991
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wat te denken van de wedijver?
  • Houding tegenover sportmensen
  • In welk opzicht sport nuttig is
  • De huidige problemen met de sport
    Ontwaakt! 1991
  • Moet ik bij een sportteam gaan?
    Ontwaakt! 1996
  • Wat moet ik weten over sport?
    Vragen van jongeren
  • Sport of toewijding aan God?
    Leven en dienen als christenen: werkboek voor vergaderingen 2019
Meer weergeven
Ontwaakt! 1991
g91 22/8 blz. 10-12

Hoe sport binnen de perken te houden

ALS mensen hun lievelingssport beoefenen, zijn zij opgetogen als hun lichaam reageert en tot staaltjes van vaardigheid of uithoudingsvermogen in staat blijkt. God heeft ons zo geschapen dat wij kunnen genieten van lichamelijke activiteit. En misschien nog wel meer mensen beleven genoegen aan het kijken naar het spel van anderen. Het is met sport dus al net als met zo veel dingen die goed zijn als ze binnen de perken worden gehouden.

Ter illustratie: Wat gebeurt er als mensen naar het strand gaan om van de zon te genieten maar er te lang aan blootstaan? Hun huid verbrandt pijnlijk, wat hun plezier bederft en zelfs ernstige risico’s met zich brengt. Met sport is het net zo. Een beetje is goed, maar te veel kan schadelijk zijn.

Sport kan een uitstekende bron van ontspanning en plezier zijn, maar ze mag geen doel op zich zijn. Ze schenkt geen echte voldoening of blijvend geluk. Helaas moet er soms eerst iets tragisch gebeuren voordat iemand dit beseft. „Al mijn trofeeën en mijn medailles, ze hebben geen enkele waarde”, verklaarde Mary Wazeter, de atlete die van een brug sprong en verlamd raakte.

„Ik heb veel levenswaarheden geleerd”, vertelde zij. „Een ervan is dat ware voldoening niet bereikt wordt op de manieren waarop zo veel mensen naar perfectie en prestaties streven. Ik putte geen voldoening uit het feit dat ik een briljant studente was, dat ik een staatskampioenschap hardlopen op mijn naam had staan of een aantrekkelijk figuur had.”

De socioloog John Whitworth stelde de zaak tamelijk scherp toen hij opmerkte: „Aan het eind van het verhaal heb je niets dan een hoeveelheid cijfertjes. Het heeft allemaal weinig diepgang. Maar ik veronderstel dat het bij onze samenleving past.” De overdreven waarde die thans aan sport wordt gehecht, is buiten alle proportie.

Na zijn overwinning op de 200 meter sprint op de Olympische Spelen van 1964 vertelde Henry Carr: „Toen ik terugreed naar de Olympische Dorpen, keek ik voor de eerste maal eens goed naar de gouden medaille. . . . Ik vroeg me echt af: ’In ’s hemelsnaam, heb ik al die jaren hard gewerkt om dit te krijgen?’ Ik was woedend, terwijl ik gelukkig had moeten zijn. Het was een enorme teleurstelling.” De bokser Marlon Starling voelde zich net zo toen hij in 1987 wereldkampioen weltergewicht was geworden. „De titel”, merkte hij op, „is niets vergeleken bij de woorden van mijn zoontje: ’Ik houd van je, Pappa.’”

Er valt dus een zeer belangrijke les te leren: Zinvol werk, het gezin en vooral de aanbidding van God moeten prioriteit krijgen. De bijbel heeft het bij het rechte eind met de woorden: „Lichamelijke oefening [waarin sport voorziet] is nuttig voor weinig” (1 Timotheüs 4:8). Daaruit blijkt welke plaats sport in ons leven mag innemen. Het moet een ondergeschikte plaats zijn. Omdat sport zo boeiend kan zijn, is voortdurende waakzaamheid geboden dat belangrijker dingen niet veronachtzaamd worden.

Wees daarom zo verstandig er gevoelig voor te zijn als uw gezinsleden klagen dat u te veel tijd besteedt aan het praten over, kijken naar of beoefenen van sport. Een vrouw van wie de man verandering bracht in zijn aandacht voor sport merkte dankbaar op: „Hij brengt nu meer tijd met de kinderen en mij door. Soms kijken wij in gezinsverband naar een wedstrijd op de televisie, maar de meeste avonden maken wij een wandeling en bepraten de gebeurtenissen van de dag. Dat is heel plezierig en draagt ertoe bij dat wij gelukkig blijven.”

Waarom zou u met het oog op de potentiële problemen niet eerlijk de vraag beschouwen: Zou het kunnen zijn dat ik meer tijd en aandacht aan sport besteed dan wenselijk is? Er zijn echter nog andere aspecten aan dit binnen de perken houden van sport.

Wat te denken van de wedijver?

Wil sport heilzaam in plaats van schadelijk zijn, dan is een juiste instelling ten aanzien van wedijver belangrijk. „Coaches, sportleraren, ouders en de jongeren zelf zijn zo gefixeerd geraakt op winnen, dat zij vergeten waar het bij sport om gaat”, klaagde de arts van een professioneel hockeyteam. Het doel van sport, zo zei hij, moet zijn „teamwerk en discipline te ontwikkelen, lichamelijke fitheid op te bouwen en, het allerbelangrijkste, plezier te hebben”.

Helaas heeft de nadruk die er op winnen wordt gelegd, het plezier voor velen vergald. De sportpsycholoog Bruce Ogilvie merkte op: „Ik heb ooit eens de eerstejaars in tien grote bondshonkbalkampen geïnterviewd, en 87 procent van hen zei dat zij wilden dat zij nooit Little League-honkbal hadden gespeeld, omdat daarmee de vreugde uit wat een plezierige sport was geweest, verdwenen was.” Een daarmee samenhangend probleem is dat extreme wedijver tot een groot aantal blessures bijdraagt.

De bijbel verschaft richtlijnen door te zeggen: „Laten wij niet egotistisch worden, doordat wij onderlinge wedijver aanwakkeren en elkaar benijden” (Galaten 5:26). Volgens Grieks-Engelse lexicons betekent het Griekse woord dat hier met „onderlinge wedijver aanwakkeren” is weergegeven, „uitlokken”, „uitdagen voor een gevecht of wedstrijd”. Vandaar dat de Leidse Vertaling de weergave heeft: „Laten wij niet ijdel zijn, elkander uittartend.” En de voetnoot in de Nieuwe-Wereldvertaling heeft als alternatief: „Elkaar tot een krachtmeting dwingen.”

Het is dus duidelijk dat het aanwakkeren van wedijver niet verstandig is. Het brengt geen goede relaties tot stand. Als u gedwongen wordt tot een krachtmeting en verslagen wordt, en de winnaar prat gaat op de uitslag, kan de ervaring vernederend zijn. Intense wedijver is liefdeloos (Mattheüs 22:39). Dat neemt niet weg dat als de wedijver op een vriendelijk, goedmoedig niveau blijft, het interessante en het plezier van een spel ermee gediend kan zijn.

Sommigen zullen misschien naar wegen willen zoeken om dusdanig sport te bedrijven dat het competitie-element minimaal is. „Ik geloof overtuigd in sport omwille van de sport tot de leeftijd van 13 of 14 jaar”, zei een Engelse voetbalcoach. Hij deed de aanbeveling de stand of de positie van de teams niet bij te houden — „geen ranglijst, geen finales”. Ja, de nadruk op winnen moet met recht worden teruggedrongen of geheel en al verdwijnen.

Houding tegenover sportmensen

Bij het binnen de perken houden van de sport zal ook onze houding tegenover getalenteerde, beroemde sportmensen betrokken zijn. Het is begrijpelijk dat wij hun sportcapaciteiten en verbazingwekkende prestaties bewonderen. Maar mogen zij verafgood worden? Bij jongeren ziet men vaak posters van zulke sportsterren in hun kamer hangen. Verdienen zulke mensen werkelijk eer wegens hun prestaties? Misschien is precies het tegenovergestelde het geval.

Een nieuwe speler bij een kampioensteam in de Amerikaanse National Football League keek eerst vol bewondering tegen heel wat van zijn teamgenoten op. Maar hun gedrag en houding, zo zei hij, „maakten al heel gauw een eind aan elk greintje respect dat ik voor hen koesterde”. Hij legde uit: „’Hé, ik heb van de week vijf grieten versierd, mijn eigen vrouw niet meegerekend’, werd er bijvoorbeeld gezegd. Als ik dan naar die persoon keek, dacht ik bij mezelf: ’Dus dat is de knaap die ik zo verafgoodde.’”

Echt, het is verkeerd een mens te verafgoden, en dat geldt vooral voor mensen die uitblinken in activiteiten waarvan de bijbel zegt dat ze van weinig of beperkt nut zijn. Gods dienstknechten wordt dringend aangeraden: „Ontvliedt de afgoderij.” — 1 Korinthiërs 10:14.

In welk opzicht sport nuttig is

Zoals wij hebben opgemerkt, zegt de bijbel dat lichamelijke oefening, zoals die bij sportbeoefening, enig nut heeft, ’ergens goed voor is’ (1 Timotheüs 4:8, Het Nieuwe Testament in de taal van onze tijd). In welke opzichten is sport nuttig? Wat voor voordeel zou u van sport kunnen hebben?

De tweede-eeuwse Griekse arts Galenus, lijfarts van de Romeinse keizer Marcus Aurelius, beklemtoonde het belang van lichaamsbeweging voor de algehele gezondheid. En hij beval balspelen aan, omdat daarbij het hele lichaam op een natuurlijke manier aan bod komt. Balspelen zijn over het algemeen ook leuk om te doen en dus is het waarschijnlijker dat iemand meedoet aan deze sporten, waar hij plezier in heeft, dan dat hij aan andere vormen van lichaamsbeweging doet.

Velen merken dat de lichaamsbeweging die zij bij sport krijgen, hun een gevoel van welzijn bezorgt. Na een stimulerende training of wedstrijd voelen zij zich verjongd en verkwikt. Dit behoeft ons echter niet te verbazen, want, zoals dr. Dorothy Harris zegt, „lichaamsbeweging is de beste tranquillizer die de natuur kent”.

Lichaamsbeweging, zoals die welke men krijgt bij gymnastiek, joggen en spelen, wordt thans algemeen beschouwd als belangrijk voor een goede gezondheid. „Als mensen lichamelijk fit zijn, verrichten zij hun gebruikelijke taken met gemak zonder moe te worden en hebben zij nog energie voor andere interesses”, merkt The World Book Encyclopedia op. „Vaak zullen zij de gevolgen van het ouder worden ook beter kunnen opvangen dan mensen die lichamelijk niet fit zijn.”

Maar ongeacht hoe fit sport iemand lichamelijk kan helpen te worden, het nut is beperkt. Ouderdom en dood kunnen niet door menselijke krachtsinspanningen afgewend worden. Toch zegt de bijbel na de woorden „lichamelijke oefening is nuttig voor weinig”: „Godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen, daar ze een belofte inhoudt voor het tegenwoordige en het toekomende leven.” — 1 Timotheüs 4:8.

Alleen Jehovah God, onze Schepper, kan ons leven geven. Niets is daarom belangrijker dan „godvruchtige toewijding”, dat wil zeggen, eerbied, aanbidding en dienst voor God. Voor hen die godvruchtige toewijding beoefenen, heeft het doen van Gods wil dus de hoogste prioriteit. Zij willen zich inzetten in Gods dienst en hun jeugd gebruiken zoals Jezus Christus dat deed door anderen de goede dingen over God en zijn koninkrijk te vertellen.

Ja, door Gods belangen op de eerste plaats te laten komen, kunnen mensen zijn gunst winnen en eeuwig leven in zijn rechtvaardige nieuwe wereld verwerven. Daar zal de gelukkige God, Jehovah, hun waar en blijvend geluk en voldoening schenken.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen