De anabaptisten en „het patroon van gezonde woorden”
DE APOSTEL Paulus waarschuwde dat na zijn dood afvallige christenen als „onderdrukkende wolven” de kudde van God zouden binnendringen en zouden trachten „discipelen achter zich aan te trekken”. Hoe zouden zij dit doen? Door overleveringen en valse leerstellingen in te voeren in een poging de waarheid van de Schrift te verdraaien. — Handelingen 20:29, 30; 1 Timótheüs 4:1.
Met het oog hierop gaf Paulus de jonge Timótheüs de aansporing: „Blijf vasthouden aan het patroon van gezonde woorden die gij van mij hebt gehoord, met het geloof en de liefde die in verband met Christus Jezus zijn. Behoed dit voortreffelijke, u toevertrouwde pand door middel van de heilige geest, die in ons woont.” Wat was dit „patroon van gezonde woorden”? — 2 Timótheüs 1:13, 14.
„Het patroon” vastgesteld
Alle boeken van de christelijke Griekse Geschriften werden in de eerste eeuw van onze gewone tijdrekening voltooid. Hoewel ze door verschillende schrijvers waren opgetekend, zorgde Gods heilige geest of werkzame kracht ervoor dat ze niet slechts gekenmerkt werden door innerlijke harmonie, maar ook strookten met de oudere Hebreeuwse Geschriften. Aldus werd er een „patroon” van gezonde, schriftuurlijke leerstellingen gevormd waaraan de christenen moesten vasthouden, net zoals Jezus Christus voor hen „een model” ter navolging was geworden. — 1 Petrus 2:21; Johannes 16:12, 13.
Wat is er tijdens de in geestelijk opzicht donkere eeuwen na de dood van de apostelen met „het patroon van gezonde woorden” gebeurd? Veel oprechte mensen hebben getracht het opnieuw te ontdekken, hoewel een volledig herstel nog tot „de tijd van het einde” zou uitblijven (Daniël 12:4). Soms was het een eenzame stem die naar „het patroon” zocht en op andere momenten hield een groepje mensen zich hiermee bezig.
De Waldenzen schijnen zo’n minderheid geweest te zijn.a Gedurende de twaalfde tot de veertiende eeuw woonden zij in Frankrijk, Italië en andere streken van Europa. Uit deze beweging zijn later de anabaptisten of wederdopers voortgekomen. Wie waren zij, en wat geloofden zij?
Fundamentele leerstellingen
Omstreeks het jaar 1525 traden de anabaptisten voor het eerst op de voorgrond, en wel in Zürich (Zwitserland). Vanuit die stad verbreidden hun geloofsovertuigingen zich snel naar veel delen van Europa. De vroege zestiende-eeuwse Reformatie had enkele veranderingen teweeggebracht, maar naar de mening van de anabaptisten was men niet ver genoeg gegaan.
In hun verlangen tot de christelijke leer van de eerste eeuw terug te keren, verwierpen zij meer van het rooms-katholieke dogma dan Maarten Luther en andere hervormers hadden gedaan. De anabaptisten beweerden bijvoorbeeld dat men zich alleen als volwassene aan Christus kon opdragen. Omdat zij de volwassenendoop toedienden, zelfs aan iemand die als baby was gedoopt, gaf men hun de naam „anabaptisten”, wat „wederdopers” betekent. — Matthéüs 28:19; Handelingen 2:41; 8:12; 10:44-48.
„Voor de anabaptisten was de ware Kerk een gemeenschap van gelovigen”, schrijft dr. R. J. Smithson in zijn boek The Anabaptists — Their Contribution to Our Protestant Heritage. Als zodanig beschouwden zij zich als een vereniging van gelovigen binnen de gemeenschap als geheel, en in het begin kenden zij geen speciaal opgeleide of betaalde predikanten. Evenals Jezus’ discipelen waren zij rondtrekkende predikers die steden en dorpen bezochten en de mensen aanspraken op de markt, in werkplaatsen en in huizen. — Matthéüs 9:35; 10:5-7, 11-13; Lukas 10:1-3.
Men ging ervan uit dat elke anabaptist persoonlijk rekenschap verschuldigd was aan God, dat hij een vrije wil bezat en zijn geloof door middel van zijn werken toonde maar toch wist dat redding niet alleen door werken werd verkregen. Als iemand tegen het geloof zondigde, kon hij uit de gemeente worden geworpen. Herstel volgde alleen nadat oprecht berouw was getoond. — 1 Korinthiërs 5:11-13; vergelijk 2 Korinthiërs 12:21.
Hun kijk op de wereld
De anabaptisten beseften dat zij de wereld niet konden verbeteren. Hoewel de kerk zich sinds de tijd van de Romeinse keizer Constantijn in de vierde eeuw G.T. met de staat had verbonden, betekende dit voor hen niet dat de staat christelijk was geworden. Op grond van wat Jezus had gezegd, wisten zij dat een christen „geen deel van de wereld” mocht zijn, ook al betekende dit vervolging. — Johannes 17:15, 16; 18:36.
Als er geen conflict bestond tussen het christelijke geweten en wereldlijke belangen, erkenden de anabaptisten dat de staat terecht gerespecteerd en gehoorzaamd moest worden. Maar een anabaptist raakte niet verwikkeld in politiek, bekleedde geen overheidsambt, was geen magistraat en zwoer niet. Aangezien hij alle vormen van geweld en dwang verwierp, nam hij ook niet aan de oorlog deel, noch ging hij in militaire dienst. — Markus 12:17; Handelingen 5:29; Romeinen 13:1-7; 2 Korinthiërs 10:3, 4.
De anabaptisten hielden vast aan een hoge morele maatstaf gekoppeld aan een sobere, eenvoudige levensstijl die in wezen geen plaats liet voor materialistische goederen en verlangens. Wegens hun liefde voor elkaar stichtten zij vaak nederzettingen, hoewel de meesten van hen het leven in gemeenschapsverband als levenswijze verwierpen. Op basis van de overtuiging dat alles aan God toebehoort, stonden zij echter altijd klaar om hun materiële bezittingen ten bate van de armen aan te wenden. — Handelingen 2:42-45.
Op grond van een nauwkeurige studie van de bijbel, vooral van de christelijke Griekse Geschriften, weigerden enkele anabaptisten, zoals uit sommige van hun geschriften blijkt, geloof te stellen in de leerstelling van de Drieëenheid — dat er drie personen in één God zijn. Hun vorm van aanbidding was gewoonlijk erg eenvoudig, waarbij het Avondmaal des Heren een speciale plaats innam. Zij verwierpen de traditionele rooms-katholieke, lutherse en calvinistische opvattingen en beschouwden deze herdenking als een gedachtenisviering ter herinnering aan Jezus’ dood. „Het was voor hen”, zo schrijft R. J. Smithson, „de plechtigste ceremonie waaraan een christen kan deelnemen, aangezien hierbij de hernieuwing betrokken is van het verbond dat de gelovige heeft gesloten om zijn leven onvoorwaardelijk aan Christus’ dienst te wijden.”
Vervolging — en daarna
Net als de vroege christenen werden ook de anabaptisten niet begrepen. En net als de vroege christenen werden zij beschouwd als personen die de gevestigde maatschappelijke orde verstoorden en ’de bewoonde aarde ondersteboven keerden’ (Handelingen 17:6). In Zürich kantten de autoriteiten, die aan de zijde stonden van de hervormer Huldrych Zwingli, zich vooral tegen de anabaptisten omdat zij de kinderdoop verwierpen. In 1527 brachten zij Felix Mantz, een van de anabaptistische leiders, op wrede wijze door verdrinking om het leven en vervolgden zij de Zwitserse anabaptisten zo hevig, dat zij bijna werden uitgeroeid.
In Duitsland werden de anabaptisten zowel door de katholieken als de protestanten hevig vervolgd. Een keizerlijke verordening, die in het jaar 1528 werd uitgevaardigd, bepaalde dat een ieder die anabaptist werd, zonder enige vorm van proces ter dood gebracht zou worden. De vervolging in Oostenrijk deed de meeste aldaar woonachtige anabaptisten hun toevlucht zoeken in Moravië, Bohemen en Polen, en later in Hongarije en Rusland.
Toen zo veel oorspronkelijke leiders stierven, was het onvermijdelijk dat extremisten op de voorgrond traden. Zij brachten een onevenwichtigheid met zich mee die aanleiding gaf tot veel verwarring en tot gevolg had dat men de maatstaven die men in de beginperiode had gehanteerd, liet varen. Dit trad op tragische wijze aan het licht in het jaar 1534, toen de extremisten met geweld het stadsbestuur van Münster (Westfalen) overnamen. Het jaar daarop werd de stad na veel bloedvergieten en martelingen heroverd. Deze episode strookte niet met de werkelijke anabaptistische leer en heeft er veel toe bijgedragen hen in diskrediet te brengen. Sommige gelovigen trachtten zich van de naam anabaptisten te ontdoen door zich „baptisten” te noemen. Maar welke naam zij ook kozen, zij werden toch nog het slachtoffer van oppositie en in het bijzonder van de katholieke inquisitie.
Ten slotte emigreerden groepen anabaptisten, op zoek naar meer vrijheid en vrede. Op het ogenblik treffen wij hen zowel in Noord- en Zuid-Amerika als in Europa aan. Veel groeperingen hebben een zekere invloed ondervonden van hun vroege leerstellingen, zoals onder andere de quakers, de hedendaagse baptisten en de Plymouth Brethren. De quakers delen de door de anabaptisten gekoesterde haat ten opzichte van oorlog en de gedachte van leiding door een ’innerlijk licht’.
De anabaptisten bestaan thans voornamelijk voort in twee specifieke groeperingen. De eerste is die der Hutterse Broeders, genoemd naar hun zestiende-eeuwse leider Jacob Hutter. Zij stichtten gemeenschappen in Engeland, het westen van Canada, Paraguay en de Amerikaanse staat South Dakota. De mennonieten zijn de andere groep. Zij ontlenen hun naam aan Menno Simonsz., die veel heeft gedaan om het slechte bericht dat de Münster-affaire in Nederland had achtergelaten, uit te wissen. Menno stierf in 1561. Op het ogenblik worden de mennonieten in Europa en Noord-Amerika aangetroffen, te zamen met de Amise-mennonieten.
„Het patroon” in deze tijd
Hoewel de anabaptisten wellicht naar „het patroon van gezonde woorden” hebben gezocht, zijn zij er niet in geslaagd het te vinden. Bovendien merkt K. S. Latourette in zijn boek A History of Christianity op: „Aanvankelijk sterk zendingsgezind, bracht vervolging hen ertoe zich grotendeels in zichzelf terug te trekken en zich veeleer door geboorten dan door bekering in stand te houden.” En hetzelfde is zelfs thans het geval met de groepjes die op de anabaptistische beweging zijn terug te voeren. Hun verlangen zich afzijdig te houden van de wereld en haar wegen heeft ertoe geleid dat zij aan een specifieke kledingstijl vasthouden, hiertoe aangemoedigd door hun vaak afgezonderde gemeenschapsleven.
Kan „het patroon van gezonde woorden” thans derhalve werkelijk gevonden worden? Ja, maar men moet er tijd aan besteden en waarheidlievend zijn om het te vinden. Waarom zou u niet nagaan of datgene wat u gelooft, in harmonie is met het door God geopenbaarde „patroon”? Het is niet moeilijk vast te stellen wat menselijke tradities en wat schriftuurlijke feiten zijn. Jehovah’s Getuigen in uw omgeving zullen u graag helpen, want zij hebben zelf waardering voor de wijze waarop zij geholpen zijn „het patroon van gezonde woorden” te begrijpen.
[Voetnoten]
[Illustratie op blz. 23]
Jehovah’s Getuigen helpen velen „het patroon van gezonde woorden” te begrijpen