-
Bent u bekwaam om te dienen?De Wachttoren 1990 | 1 september
-
-
16. (a) Wat is nodig om matig in gewoonten te zijn? (b) Hoe kan een ouderling zelfbeheersing oefenen?
16 Matig in gewoonten; zelfbeheersing oefenend (1 Timotheüs 3:2; Titus 1:8). Een ouderling moet matig zijn, geen slaaf van slechte gewoonten. Wanneer hij beproevingen te verduren krijgt, zal God hem helpen evenwichtig te blijven als hij bidt zoals de psalmist: „De noden van mijn hart hebben zich vermenigvuldigd; o voer mij uit mijn benauwenissen (Psalm 25:17). Een opziener dient ook te bidden om Gods geest en moet de vrucht ervan aan de dag leggen, met inbegrip van zelfbeheersing (Lukas 11:13; Galaten 5:22, 23). Als een ouderling gedachten, spraak en handelingen in bedwang houdt, stelt dat hem in staat uitersten te vermijden als hij de gemeente geestelijke leiding verschaft.
-
-
Bent u bekwaam om te dienen?De Wachttoren 1990 | 1 september
-
-
19. Wat doet een ouderling omdat hij gastvrij is?
19 Gastvrij (1 Timotheüs 3:2; Titus 1:8). Een ouderling „bewandelt de weg der gastvrijheid” (Romeinen 12:13; Hebreeën 13:2). Het Griekse woord voor „gastvrij” betekent letterlijk „zeer gesteld op vreemden”. De gastvrije ouderling verwelkomt dus nieuwelingen op de christelijke vergaderingen, waarbij hij dezelfde belangstelling toont voor hen die arm zijn als voor hen die in goeden doen zijn. Hij is gastvrij jegens degenen die reizen om de belangen van het christendom te bevorderen en zendt hen op weg „op een wijze die God waardig is” (3 Johannes 5-8). Ja, een ouderling betoont vooral medegelovigen gastvrijheid naar hun behoeften en naar zijn omstandigheden hem toestaan. — Jakobus 2:14-17.
-
-
Bent u bekwaam om te dienen?De Wachttoren 1990 | 1 september
-
-
23. (a) Hoe zou u iemand omschrijven die „het goede liefheeft”? (b) Wat betekent het rechtvaardig te zijn?
23 Iemand die het goede liefheeft; rechtvaardig (Titus 1:8). Om ouderling te kunnen zijn, moet een man goedheid liefhebben en rechtvaardig zijn. Iemand die goedheid liefheeft, laat zich leiden door wat goed is in Jehovah’s ogen, verricht vriendelijke en behulpzame daden en toont waardering voor de goedheid van anderen (Lukas 6:35; vergelijk Handelingen 9:36, 39; 1 Timotheüs 5:9, 10). Rechtvaardig zijn betekent zich te voegen naar Gods wetten en maatstaven. Onder andere is zo’n man onpartijdig en houdt hij rechtvaardige, eerbare en deugdzame dingen in gedachte (Lukas 1:6; Filippenzen 4:8, 9; Jakobus 2:1-9). Aangezien goedheid van rechtvaardigheid verschilt in de zin dat de eerste hoedanigheid verder gaat dan wat de gerechtigheid eist, doet iemand die goedheid liefheeft meer voor anderen dan waartoe hij verplicht is. — Mattheüs 20:4, 13-15; Romeinen 5:7.
24. Wat is er nodig om loyaal te zijn?
24 Loyaal (Titus 1:8). Een man die ervoor in aanmerking komt ouderling te zijn, bewaart een onverbrekelijke toewijding jegens God en houdt vast aan de goddelijke wet, ongeacht hoe zijn rechtschapenheid wordt beproefd. Hij doet wat Jehovah van hem verwacht, en dit omvat ook zijn dienst als een getrouwe Koninkrijksverkondiger. — Mattheüs 24:14; Lukas 1:74, 75; Handelingen 5:29; 1 Thessalonicenzen 2:10.
-