Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w86 15/8 blz. 13-18
  • Hoed u voor misbruik van macht

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoed u voor misbruik van macht
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Christelijke ouderlingen
  • Reizende vertegenwoordigers
  • De gezinskring
  • In andere verhoudingen
  • Gelukkig zijn zij die macht juist aanwenden!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • Kracht gebruiken in de vrees voor Jehovah
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • ‘Volg God na’ in de manier waarop je je macht gebruikt
    Nader dicht tot Jehovah
  • Machtsmisbruik — Zal er ooit een eind aan komen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
w86 15/8 blz. 13-18

Hoed u voor misbruik van macht

„De vrees voor Jehovah betekent het kwade te haten. Zelfverheffing en trots en de slechte weg en de verkeerde mond heb ik gehaat.” — SPREUKEN 8:13.

1. Op welk terrein onder andere blijkt het onvolmaakte menselijk hart verraderlijk te zijn?

HET op zelfzuchtige wijze misbruiken van macht is ongetwijfeld een van de slechte wegen die Jehovah God haat. Zijn Woord geeft ons raad opdat wij deze neiging die wij als onvolmaakte mensen bezitten, kunnen tegengaan, want hij begrijpt het menselijk hart. Wij lezen: „Het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend. Wie kan het kennen? Ik, Jehovah, doorvors het hart, onderzoek de nieren, ja, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn handelingen.” — Jeremia 17:9, 10.

2. Welke invloed heeft macht dikwijls op personen die ze bezitten?

2 Terecht waarschuwt Gods Woord ons tegen het misbruiken van macht. De neiging om macht te misbruiken of verkeerd aan te wenden, is zo sterk dat een Engelse geleerde de volgende opmerking maakte: „Macht leidt tot misbruik en absolute macht is absoluut verderfelijk.” Hij merkte ook op: „Van alle oorzaken van de ontaarding en demoralisatie van de mens is macht de bestendigste en actiefste.” Zoals wij in het vorige artikel hebben gezien, hoeft macht natuurlijk niet noodzakelijkerwijs een verderfelijke invloed te hebben, maar het gevaar dat ze dat wel heeft, is aanwezig.

3. Bij welke intermenselijke verhoudingen kan macht worden misbruikt, en waarom zou dit kunnen gebeuren?

3 Wie dient zich voor machtsmisbruik te hoeden? Vrijwel iedereen! In bijna elke intermenselijke verhouding doen zich situaties voor waarbij de ene persoon vanwege rijkdom, uitgebreide kennis, fysieke kracht, positie, fysieke aantrekkelijkheid, enzovoort, iets voor heeft op anderen. Hoe groter dit voordeel is, hoe groter de verleiding om het voor zelfzuchtige doeleinden aan te wenden. Waarom? Omdat ’de neiging van ’s mensen hart slecht is van zijn jeugd af’ (Genesis 8:21). Ja, het onvolmaakte menselijk hart is „verraderlijk”, bedrieglijk, of slinks en tot het kwade geneigd. — Jeremia 17:9.

Christelijke ouderlingen

4. Uit welke voortreffelijke raad die Jethro aan Mozes gaf, bleek dat Jethro zich bewust was van de verleidingen die gepaard gaan met het ontvangen van macht en autoriteit?

4 Beschouw als eerste eens de ouderlingen, de opzieners in de christelijke gemeente. Wanneer wij nadenken over de hoedanigheden die zij moeten bezitten, kunnen wij ons te binnen brengen wat Jethro tot Mozes zei met betrekking tot het uitkiezen van mannen die oversten zouden worden over duizend, honderd, vijftig en tien: „Gijzelf dient uit heel het volk bekwame mannen te kiezen, die God vrezen, betrouwbare mannen, die onrechtvaardige winst haten” (Exodus 18:21). Aan zulke mannen kon opzicht worden toevertrouwd. Zij zouden de aan een positie van opzicht verbonden voordelen niet misbruiken, want de vrees voor God betekent het kwade te haten. Zulke mannen zouden werkelijk „onrechtvaardige winst haten” in plaats van daarop uit te zijn of die lief te hebben.

5. Waarom is de raad in 1 Petrus 5:2, 3 zo passend, en hoe kan die toegepast worden?

5 De apostel Petrus was zich bewust van het gevaar dat ouderlingen macht zouden kunnen misbruiken; daarom gaf hij de volgende raad aan opzieners in de christelijke gemeente: „Weidt de kudde Gods die aan uw zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar bereidwillig; noch als heersend over hen die Gods erfdeel zijn, maar voorbeelden voor de kudde wordend” (1 Petrus 5:2, 3). De kudde Gods weiden uit liefde voor oneerlijke winst zou op het misbruiken van macht neerkomen. Zo zou ook heersen over de kudde op zelfzuchtig machtsmisbruik neerkomen. Een ouderling kan bijvoorbeeld een duidelijke mening hebben over de wijze waarop zijn gezin zich dient te kleden. Maar hij moet voorzichtig zijn dat hij niet probeert de kudde zulke persoonlijke zienswijzen op te leggen; wanneer hij dit zou doen, zou hij over hen heersen.

6. Wat is nepotisme, en hoe zouden ouderlingen zich hieraan schuldig kunnen maken?

6 Als ouderlingen niet voorzichtig zijn, zouden zij zich schuldig kunnen maken aan nepotisme, wat ook een misbruiken van macht zou zijn. Nepotisme? Ja, dit is een woord dat afkomstig is uit het Latijn en de betekenis heeft van „neef”. Het woord ontstond vanwege het beruchte gebruik dat onder pausen en andere kerkelijke ambtsdragers in zwang was om religieuze en materiële gunsten aan hun bloedverwanten te schenken en in het bijzonder aan de kinderen van hun broers of zusters. Paus Nicolaas III stond zelfs bekend als „de patriarch van het pauselijk nepotisme”. Wanneer christelijke ouderlingen niet erg oppassen, kunnen zij te zeer worden beïnvloed door familiebanden in plaats van zich door geestelijke beginselen te laten leiden. Eén ouderling was er vast van overtuigd dat zijn zoon als opziener aanbevolen moest worden ofschoon de overige ouderlingen hier niet mee instemden. De vader verhuisde daarop naar een andere gemeente. Enkele jaren later was de zoon nog steeds geen ouderling. Het was duidelijk dat de vader zich door bloedverwantschap had laten beïnvloeden.

7, 8. Uit welke voorbeelden blijkt dat nepotisme een wezenlijk gevaar voor ouderlingen kan zijn?

7 Een andere vorm van machtsmisbruik op het terrein van nepotisme treedt aan de dag wanneer ouderlingen niet handelend optreden als hun familieleden een overtreding begaan. (Vergelijk 1 Samuël 2:22-25, 30-35.) Enkele jaren geleden bestond er in bepaalde gemeenten in het centrale deel van de Verenigde Staten een schokkende situatie van kwaaddoen. Meer recent ontwikkelde deze situatie zich ook in bepaalde Europese gemeenten. Veel jongeren waren bij hoererij, drugmisbruik en dergelijke betrokken. Niet weinigen van hen waren kinderen van ouderlingen, en blijkbaar lieten enkelen van deze ouderlingen het wangedrag van hun kinderen oogluikend toe. Toen de feiten aan het licht kwamen, werd een aantal van deze ouderlingen ontheven omdat zij hun bevoorrechte positie als ouderling hadden misbruikt, of specifieker uitgedrukt, omdat zij hun macht niet op juiste wijze hadden aangewend.

8 Af en toe kan het voorkomen dat een ouderling of een dienaar in de bediening die tijdens een vergadering een vraag-en-antwoordbespreking leidt, van een soortgelijke neiging op dit terrein blijk geeft. Hij moet er zorgvuldig op toezien dat hij partijdigheid mijdt. De leden van zijn gezin kunnen in dit opzicht hun medewerking verlenen door erop te letten dat zij zich aanbieden voor het geven van commentaar als zich geen anderen melden, en er niet te happig op te zijn commentaar te geven wanneer vele anderen zich hiervoor aanbieden.

Reizende vertegenwoordigers

9. Wat wordt verstaan onder de als simonie bekendstaande vorm van machtsmisbruik, en waar komt die naam vandaan?

9 Christenen in verantwoordelijke posities, in het bijzonder reizende vertegenwoordigers van het Wachttorengenootschap, moeten er zorgvuldig op toezien dat zij zich niet bewust of onbewust schuldig maken aan dat wat als simonie bekendstaat. De uitdrukking is ontstaan vanwege de in Handelingen 8:9-24 genoemde Simon, die de apostelen geld aanbood voor de gave die hem in staat zou stellen door oplegging van handen de heilige geest aan anderen te schenken. Lukas vermeldt: „Petrus zei tot hem: ’Dat uw zilver met u verga, omdat gij hebt gedacht door middel van geld in het bezit te komen van de vrije gave Gods. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht in Gods ogen. Heb daarom berouw over deze laagheid van u, en smeek Jehovah dat de beraming van uw hart u, indien mogelijk, vergeven mag worden.’” Dit was in het verleden ook een beruchte praktijk onder ambtsdragers in de Rooms-Katholieke Kerk. Een encyclopedie vermeldt dat „deze misdaad gedurende de elfde en twaalfde eeuw vrij algemeen werd in de Kerk”.

10, 11. Hoe zouden ouderlingen in de strik van simonie kunnen geraken?

10 Hoe zouden dienstknechten van Jehovah een soortgelijke overtreding kunnen begaan? Wanneer zij niet erg oppassen, zouden zij geneigd kunnen zijn een ouderling aan te bevelen voor een aandeel op de kringvergadering of het districtscongres vanwege de voortreffelijke gastvrijheid die zij van hem hebben ondervonden of de royale geschenken die zij van hem hebben ontvangen. Er zijn zelfs uitzonderlijke gevallen geweest waarin een ouderling royale giften deed en tegelijkertijd informeerde naar de mogelijkheid het een of andere speciale voorrecht te ontvangen. Klaarblijkelijk waren zulke personen er niet tevreden mee zich als „een mindere” te gedragen en het aan de heilige geest over te laten degenen die zich in posities van verantwoordelijkheid bevinden, te motiveren met betrekking tot theocratische aanstellingen (Lukas 9:48). Onder zulke omstandigheden zijn dergelijke giften geweigerd, waardoor een voortreffelijk voorbeeld werd gegeven betreffende het niet misbruiken van de macht of autoriteit die iemand is verleend. Al zulke voorvallen tonen aan hoe voorzichtig prominente ouderlingen moeten zijn om de smet van simonie te vermijden!

11 Bovendien kan het van tijd tot tijd noodzakelijk zijn dat een reizende bedienaar een ouderling krachtige raad geeft. Doch indien de reizende bedienaar herhaaldelijk giften van die ouderling heeft ontvangen of zijn gastvrijheid heeft genoten, zou hij het moeilijk kunnen vinden hem eerlijke raad te geven. Zullen zelfzuchtige overwegingen hem ervan weerhouden zich te kwijten van zijn plicht de noodzakelijke raad te geven? Zal hij de geestelijke belangen van zijn broeders boven zijn eigen materiële voordelen stellen? Ja, zal hij eropuit zijn God te behagen of mensen? — Galáten 1:10.

De gezinskring

12. Om welke reden moeten echtgenoten er waakzaam op toezien dat zij hun macht op juiste wijze aanwenden?

12 Binnen de gezinskring is het ook noodzakelijk dat elk zich ervoor hoedt misbruik te maken van bepaalde voordelen die hij of zij boven een ander heeft of een bepaalde macht die hij of zij bezit. Een echtgenoot kan op grond van het feit dat hij het gezinshoofd is, of omdat hij over grotere lichamelijke kracht beschikt, of omdat hij de kostwinner is, naar eigen willekeur of op een zelfzuchtige, ongevoelige manier handelen en hierdoor van te weinig empathie blijk geven. Paulus legt er krachtig de nadruk op dat vrouwen in onderworpenheid aan hun man dienen te zijn. Terzelfder tijd zegt hij tot mannen dat zij hun vrouw moeten liefhebben als hun eigen lichaam en bereid moeten zijn hun leven voor hen te laten, zoals ook Christus voor de christelijke gemeente gestorven is (Efeziërs 5:25-33). Zulke raad dient een echtgenoot in te tomen met betrekking tot het misbruiken van zijn macht of de voordelige positie waarin hij verkeert. Nadat de apostel Petrus vrouwen de raad had gegeven in onderworpenheid te zijn aan hun man, geeft hij echtgenoten de volgende vermaning: „Gij mannen, blijft insgelijks bij haar wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als aan een zwakker vat, het vrouwelijke, daar ook gij met hen erfgenamen zijt van de onverdiende gunst des levens, opdat uw gebeden niet worden verhinderd.” Ja, indien echtgenoten in een goede verhouding tot Jehovah God willen staan, moeten zij er zorgvuldig op toezien dat zij de macht die zij bezitten op juiste wijze aanwenden. — 1 Petrus 3:7.

13. (a) Van welke vrouwelijke trek hebben echtgenoten soms misbruik gemaakt? (b) Hoe hebben zelfzuchtige echtgenotes blijk gegeven van machtsmisbruik, en welk schriftuurlijke gebod hebben zij daardoor in de wind geslagen?

13 Er is wel gezegd dat de huwelijkspartner die intenser liefheeft, overgeleverd is aan de genade van degene die minder liefheeft. Hierin schijnt een mate van waarheid te schuilen. Over het algemeen gesproken, gaat de liefde van vrouwen dieper dan dit bij hun echtgenoot het geval is — liefde is belangrijker voor hen — en vele echtgenoten maken hier op zelfzuchtige wijze misbruik van. Aan de andere kant is bekend dat vrouwen onwillig zijn geweest zich van hun huwelijksplicht te kwijten wanneer zij hun zin niet kregen. In feite hebben sommige vrouwen hun man de huwelijksplicht zelfs volledig geweigerd. Droevig genoeg heeft dit er soms toe bijgedragen dat een man overspel heeft gepleegd. Al zulk in de wind slaan van Paulus’ raad in 1 Korinthiërs 7:3-5 is eveneens een zelfzuchtig misbruik van macht.

14. Waaruit blijkt dat er ouders zijn die misbruik maken van de macht die zij over hun kinderen hebben?

14 Het feit dat kinderen gehoorzaam moeten zijn aan hun ouders in eendracht met de Heer geeft hun ouders, in het bijzonder hun vader, macht over hen. Hoe zullen zij deze macht gebruiken? Gedachteloos, ongevoelig, zonder empathie? Dat is nu precies wat veel wereldse vaders, en enkele moeders, doen en hierdoor is het algemeen voorkomen van „het syndroom van het mishandelde kind” ontstaan. Volgens World Health van januari/februari 1984 „zijn er mishandelde kinderen in elke leefgemeenschap”, en „schijnt het dat in deze tijd steeds meer kinderen mishandeld, uitgebuit, afgetuigd of in de steek gelaten worden, en elk deel van de wereld haar portie hiervan krijgt”. In een ander rapport staat dat in de Verenigde Staten de laatste tien jaar het mishandelen van kinderen meer dan verdubbeld is. Dit alles getuigt stellig van machtsmisbruik. Zelfs een christelijke ouder, die er niet aan zou denken een kind ernstig te mishandelen, kan zich aan een vorm van kindermishandeling schuldig maken, zoals blijkt uit de raad die Paulus gaf: „Vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen.” „Vaders, tergt uw kinderen niet, zodat zij niet moedeloos worden.” — Efeziërs 6:4; Kolossenzen 3:21.

15, 16. Hoe kunnen kinderen zich schuldig maken aan het misbruiken van macht, en wat vergt dit van de zijde van ouders?

15 Hoe vreemd het op het eerste gezicht moge schijnen, ook kinderen kunnen zich schuldig maken aan het misbruiken van macht. Hoe dat zo? Kinderen kunnen ouders ertoe brengen tegen beter weten in te handelen vanwege de genegenheid die hun ouders voor hen hebben. Een kind dat weet dat het een pak slaag verdient, kan zo meelijwekkend huilen dat zijn moeder het gewoon niet over haar hart kan verkrijgen hem het verdiende pak slaag te geven. Een succesvolle zakenvrouw roemt over haar bekwaamheid om haar klanten te manipuleren. Zij zegt: „Dit is vrouwen aangeboren. U moet eens zien hoe mijn dochter haar vader manipuleert.”

16 Volgens een krantebericht „is er in Noord-Amerika een verontrustende toename in ’machtswellustige’ kinderen die het leven van hun ouders domineren en manipuleren”. De remedie ligt echter niet in het geven van raad aan de kinderen, maar de ouders moeten het heft beter in handen nemen. De volwassen ouders moeten een verenigd front tegenover hun kinderen vormen. Jonge kinderen zijn er gauw bij onenigheid op te merken en de ene ouder tegen de andere uit te spelen om hun zin te krijgen. Ouders moeten ook een ferm standpunt innemen voor wat juist is en terzelfder tijd hun kinderen altijd van hun liefde verzekeren. Net als Jehovah dienen christelijke ouders uit liefde streng onderricht toe. — Hebreeën 12:5, 6.

In andere verhoudingen

17. Hoe zou er in de werkgever-werknemerverhouding van machtsmisbruik sprake kunnen zijn?

17 In de werkgever-werknemerverhouding komen ook verleidingen om macht te misbruiken om de hoek kijken. Met dit in gedachten gaf Paulus slavenhouders, die enigszins overeenkomen met hedendaagse werkgevers, opzieners en bazen, de volgende raad: „Gij meesters, . . . laat dreigementen achterwege, want gij weet dat de Meester van zowel hen als u in de hemelen is, en bij hem is geen partijdigheid” (Efeziërs 6:9; Kolossenzen 4:1). Christenen die in wereldlijke aangelegenheden opzicht voeren, dienen zorgvuldig op te letten dat zij hun macht niet misbruiken. Boaz uit de oudheid zou genoemd kunnen worden als iemand die in een voortreffelijke verhouding stond tot degenen die voor hem werkten. — Ruth 2:4.

18. Waar moeten ongetrouwde broeders en zusters op letten opdat zij zich niet schuldig maken aan het misbruiken van macht?

18 Nog slechts één ander terrein willen wij noemen waarop christenen zich moeten hoeden voor het misbruiken van macht, namelijk de aantrekkingskracht tussen de seksen. Alleen al de aard van jonge zusters maakt dat velen van hen graag zouden willen trouwen en kinderen krijgen. Als gevolg hiervan kan het gebeuren dat broeders zonder al te veel moeite met de genegenheden van zusters kunnen spelen. Dit is beslist een misbruik maken van macht. Paulus gaf Timótheüs de raad: ’Behandel oudere vrouwen als moeders, jongere vrouwen als zusters met alle eerbaarheid.’ Aan de andere kant wordt christelijke vrouwen de raad gegeven „zich in welverzorgde kleding [te] sieren, met bescheidenheid en gezond verstand”. Of zij nu getrouwd of ongetrouwd zijn, zij moeten er ook zorgvuldig op letten een ’eerbaar gedrag’ aan de dag te leggen. — 1 Timótheüs 2:9; 5:2; 1 Petrus 3:2.

19. Om het gebruik van welke andere hoedanigheid moeten wij ons bekommeren, behalve dat wij van wijsheid, gerechtigheid en liefde blijk moeten geven?

19 In onze bijbelse lectuur is veel gezegd over het feit dat christenen zich door goddelijke wijsheid moeten laten leiden, gerechtigheid moeten oefenen in alles wat zij doen en door op beginselen gebaseerde liefde, aʹga·pe, gemotiveerd moeten worden. Uit het voorgaande blijkt dat alle dienstknechten van Jehovah zich ook moeten bekommeren om de eigenschap, de hoedanigheid of het bezit van macht. Zij dienen deze hoedanigheid nimmer te misbruiken maar altijd op juiste wijze te gebruiken. De raad die Gods Woord hierover geeft, getuigt werkelijk van goddelijke wijsheid. Door dergelijke raad zorgvuldig ter harte te nemen, zullen wij Jehovah’s naam eer toekennen, een zegen zijn voor anderen en Gods goedkeuring verwerven.

Welke raad kunt u zich herinneren?

◻ Hoe kan er worden gezegd dat wij een aangeboren neiging tot het misbruiken van macht hebben?

◻ Waarom moeten ouderlingen zorgvuldig oppassen dat zij hun macht niet misbruiken?

◻ Op welke manieren dienen huwelijkspartners in hun onderlinge verhouding geen misbruik te maken van de macht die zij bezitten?

◻ Wat moeten zowel ouders als kinderen in hun onderlinge verhoudingen vermijden met betrekking tot het misbruiken van de macht die zij bezitten?

[Illustratie op blz. 15]

Simon trachtte zijn rijkdom te gebruiken om Petrus te beïnvloeden. Wat kunnen wij uit dit verslag leren?

[Illustratie op blz. 17]

Misbruikt uw kind macht om u te manipuleren?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen