Hoeveel liefde hebt u voor Gods Woord?
„Hoe lief heb ik uw wet! De gehele dag heeft ze mijn intense belangstelling.” — PSALM 119:97.
1. Wat is één manier waarop godvrezende personen hun liefde voor Gods Woord tonen?
HONDERDEN miljoenen mannen en vrouwen hebben een bijbel in hun bezit. Maar er is een verschil tussen een bijbel bezitten en Gods Woord liefhebben. Kan iemand terecht beweren Gods Woord lief te hebben als hij er zelden in leest? Natuurlijk niet! In tegenstelling daarmee lezen sommigen die voordien weinig respect voor de bijbel hadden er nu elke dag in. Zij hebben geleerd Gods Woord lief te hebben en net als bij de psalmist heeft Gods Woord nu „de gehele dag” hun intense belangstelling. — Psalm 119:97.
2. Hoe werd het geloof van een van Jehovah’s Getuigen onder moeilijke omstandigheden geschraagd?
2 Iemand die Gods Woord leerde liefhebben, is Nasho Dori. Samen met medegelovigen volhardde hij vele decennia in Jehovah’s dienst in zijn geboorteland Albanië. Een groot deel van die tijd waren Jehovah’s Getuigen verboden en ontvingen deze getrouwe christenen weinig bijbelse lectuur. Toch bleef het geloof van broeder Dori sterk. Hoe dat zo? „Ik [had] als doel”, zei hij „ten minste een uur per dag in de bijbel te lezen, iets wat ik zo’n zestig jaar heb gedaan, voordat mijn gezichtsvermogen mij in de steek liet.” Tot voor kort was de hele bijbel niet in het Albanees beschikbaar, maar broeder Dori had als kind Grieks geleerd, zodat hij de bijbel in die taal las. Geregeld bijbellezen schraagde broeder Dori gedurende verscheidene beproevingen en het kan ook ons schragen.
’Vorm een verlangen’ naar Gods Woord
3. Welke houding ten aanzien van Gods Woord dienen christenen aan te kweken?
3 „Vormt als pasgeboren baby’s”, schreef de apostel Petrus, „een verlangen naar de onvervalste melk die tot het woord behoort” (1 Petrus 2:2). Net als een baby hevig naar moedermelk verlangt, vinden christenen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood heerlijke verrukking in het lezen van Gods Woord. Denkt u er ook zo over? Als dat niet zo is, wanhoop dan niet. Ook u kunt een verlangen naar Gods Woord aankweken.
4. Wat is erbij betrokken om bijbellezen tot een dagelijkse gewoonte te maken?
4 Zet u er om dit te doen eerst toe aan bijbellezen tot een vaste gewoonte, zo mogelijk tot een dagelijkse gewoonte te maken (Handelingen 17:11). Het kan zijn dat u niet, net als Nasho Dori, elke dag een uur aan bijbellezen kunt besteden, maar hoogstwaarschijnlijk kunt u elke dag enige tijd inruimen om Gods Woord te beschouwen. Veel christenen staan een paar minuten eerder op teneinde over een bijbelgedeelte te mediteren. Hoe zou men de dag beter kunnen beginnen? Anderen geven er de voorkeur aan de dag vlak voor het slapengaan te besluiten met bijbellezen. Weer anderen lezen de bijbel op een andere geschikte tijd. Het belangrijke punt is de bijbel geregeld te lezen. Neem er vervolgens een paar minuten voor om te mediteren over wat u hebt gelezen. Laten wij eens enkele voorbeelden beschouwen van personen die er profijt van hebben getrokken dat zij Gods Woord gelezen en daarover gemediteerd hebben.
Een psalmist die Gods Wet liefhad
5, 6. Wat kunnen wij, ook al kennen wij de naam van de schrijver van de 119de Psalm niet, over hem te weten komen door wat hij schreef, te lezen en te overdenken?
5 De schrijver van de 119de Psalm had beslist diepe waardering voor Gods Woord. Wie schreef die psalm? De schrijver wordt in de bijbel niet geïdentificeerd. Aan de hand van de context raken wij echter op de hoogte van enkele bijzonderheden omtrent hem en weten wij dat zijn leven niet probleemloos was. Sommige van zijn kennissen van wie verondersteld werd dat zij aanbidders van Jehovah waren, deelden zijn liefde voor bijbelse beginselen niet. Toch liet de psalmist niet toe dat hun houding hem ervan weerhield te doen wat juist was (Psalm 119:23). Als u met iemand leeft of werkt die geen respect voor bijbelse maatstaven heeft, ziet u misschien overeenkomsten tussen de situatie waarin de psalmist verkeerde en die van uzelf.
6 Hoewel de psalmist een godvruchtig man was, was hij geenszins zelfrechtvaardig. Hij gaf zijn eigen onvolmaaktheden eerlijk toe (Psalm 119:5, 6, 67). Maar hij liet niet toe dat zonde hem beheerste. „Hoe zal een jonge man zijn pad reinigen?”, vroeg hij. Zijn antwoord: „Door op zijn hoede te blijven overeenkomstig uw woord” (Psalm 119:9). Vervolgens beklemtoonde de psalmist wat voor sterke kracht ten goede Gods Woord is, door eraan toe te voegen: „In mijn hart heb ik uw woord als een schat weggelegd, opdat ik niet tegen u zondig” (Psalm 119:11). Een kracht die ons kan helpen vermijden tegen God te zondigen, is inderdaad sterk!
7. Waarom dienen vooral jonge mensen zich bewust te zijn van de noodzaak om dagelijks de bijbel te lezen?
7 Christelijke jongeren doen er goed aan de woorden van de psalmist te beschouwen. Jonge christenen worden in deze tijd aangevallen. De Duivel zou maar al te graag de opkomende generatie van Jehovah’s aanbidders verderven. Het is Satans doel jonge christenen ertoe te verlokken voor vleselijke verlangens te zwichten en Gods wetten te overtreden. Films en televisieprogramma’s weerspiegelen vaak de denkwijze van de Duivel. De sterren van zulke programma’s schijnen aantrekkelijk en innemend te zijn; immorele relaties tussen hen worden als normaal uitgebeeld. Wat is de boodschap die wordt overgebracht? ’Het is aanvaardbaar dat ongehuwden seksuele omgang hebben zolang zij elkaar maar werkelijk liefhebben.’ Droevig genoeg valt elk jaar een aantal jonge christenen ten prooi aan zulke overleggingen. Sommigen lijden schipbreuk ten aanzien van hun geloof. Er wordt dus druk uitgeoefend! Maar is de druk zo hevig dat het voor jullie, jongeren, onmogelijk is er het hoofd aan te bieden? Geenszins! Jehovah heeft voorzien in een manier waarop jonge christenen ongezonde verlangens kunnen overwinnen. Zij kunnen elk wapen dat de Duivel kan uitdenken, weerstaan door ’op hun hoede te blijven overeenkomstig Gods Woord en Gods woorden als een schat in hun hart weg te leggen’. Hoeveel tijd besteden jullie aan persoonlijk geregeld bijbellezen en meditatie?
8. Hoe kunnen de in deze paragraaf uiteengezette voorbeelden u helpen om te groeien in waardering voor de Mozaïsche wet?
8 De schrijver van de 119de Psalm riep uit: „Hoe lief heb ik uw wet!” (Psalm 119:97) Op welke wet doelde hij? Op Jehovah’s geopenbaarde woord, met inbegrip van het Mozaïsche wetsstelsel. Op het eerste gezicht wijzen sommigen het wetsstelsel misschien als ouderwets van de hand en vragen zich af hoe iemand het zou kunnen liefhebben. Als wij echter, net als de psalmist, over de verschillende kenmerken van de Mozaïsche wet mediteren, kunnen wij naar waarde schatten welk een wijsheid achter die Wet schuilt. Behalve de vele profetische aspecten van de Wet zijn er de hygiënische en spijswetten, die reinheid en een goede gezondheid bevorderden (Leviticus 7:23, 24, 26; 11:2-8). De Wet moedigde tot eerlijkheid in zakenpraktijken aan en vermaande de Israëlieten om empathie te tonen voor medeaanbidders die behoeftig waren (Exodus 22:26, 27; 23:6; Leviticus 19:35, 36; Deuteronomium 24:17-21). Rechterlijke beslissingen moesten onpartijdig genomen worden (Deuteronomium 16:19; 19:15). Toen de schrijver van Psalm 119 ervaring opdeed in het leven, zag hij ongetwijfeld hoe goed het afliep met degenen die Gods Wet toepasten, en zijn liefde ervoor groeide. Ook in deze tijd neemt, als christenen succesvol zijn in het toepassen van bijbelse beginselen, hun liefde en waardering voor Gods Woord toe.
Een vorst die anders durfde te zijn
9. Welke houding ontwikkelde koning Hizkia ten aanzien van Gods Woord?
9 De inhoud van de 119de Psalm stemt goed overeen met wat wij weten over de jonge Hizkia, toen hij nog geen koning was. Sommige bijbelgeleerden opperen dat Hizkia de schrijver van de psalm was. Hoewel dit niet vaststaat, weten wij dat Hizkia groot respect had voor Gods Woord. Door zijn levenswijze gaf hij te kennen dat hij van harte instemde met de woorden in Psalm 119:97. Over Hizkia zegt de bijbel: „Hij bleef aan Jehovah gehecht. Hij week er niet van af hem te volgen, maar onderhield voortdurend zijn geboden, die Jehovah aan Mozes geboden had.” — 2 Koningen 18:6.
10. Welke aanmoediging kunnen christenen die niet door godvruchtige ouders zijn opgevoed uit Hizkia’s voorbeeld putten?
10 Uit alles blijkt dat Hizkia niet in een godvruchtig gezin is opgegroeid. Zijn vader, koning Achaz, was een ontrouwe afgodendienaar die op zijn minst een van zijn zoons — Hizkia’s eigen broer — als een slachtoffer aan een valse god levend liet verbranden! (2 Koningen 16:3) In weerwil van dit slechte voorbeeld was Hizkia in staat „zijn pad [te] reinigen” van heidense invloeden door Gods Woord beter te leren kennen. — 2 Kronieken 29:2.
11. Welke wending namen, terwijl Hizkia toekeek, de zaken voor zijn ontrouwe vader?
11 Toen Hizkia opgroeide, zag hij van dichtbij hoe zijn afgodische vader staatsaangelegenheden behartigde. Juda werd door vijanden omringd. Zo was er Rezin, de koning van Syrië, die samen met koning Pekah van Israël Jeruzalem belegerde (2 Koningen 16:5, 6). Ook waren er de Edomieten en de Filistijnen, die geslaagde invallen deden in Juda en zelfs enkele Judese steden innamen (2 Kronieken 28:16-19). Hoe pakte Achaz deze crisissen aan? In plaats van zich vanwege Syrië voor hulp tot Jehovah te wenden, richtte Achaz zich tot de koning van Assyrië door hem om te kopen met goud en zilver, met inbegrip van dat van de tempelschat. Maar dit bracht Juda geen blijvende vrede. — 2 Koningen 16:6, 8.
12. Door wat te doen, kon Hizkia het vermijden de fouten van zijn vader te herhalen?
12 Ten slotte stierf Achaz en werd Hizkia op 25-jarige leeftijd koning (2 Kronieken 29:1). Hij was betrekkelijk jong, maar dat belette hem niet een succesvolle koning te worden. In plaats van het gedrag van zijn ontrouwe vader na te volgen, hield hij vast aan Jehovah’s Wet. Daartoe behoorde een specifiek gebod voor koningen: „Wanneer [de koning] zijn plaats inneemt op de troon van zijn koninkrijk, [moet] hij voor zich in een boek een afschrift . . . maken van deze wet, van die welke aan de zorg van de priesters, de levieten, is toevertrouwd. En hij moet het voortdurend bij zich hebben, en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen, opdat hij moge leren Jehovah, zijn God, te vrezen, om alle woorden van deze wet . . . te onderhouden” (Deuteronomium 17:18, 19). Door dagelijks Gods Woord te lezen, zou Hizkia Jehovah leren vrezen en voorkomen dat hij de fouten van zijn goddeloze vader zou herhalen.
13. Hoe kan een christen er zeker van zijn dat in geestelijke zin alles wat hij doet, zal gelukken?
13 Niet alleen de koningen van Israël werden aangemoedigd voortdurend aandacht aan Gods Woord te schenken, maar alle godvrezende Israëlieten moesten dat doen. De eerste Psalm beschrijft een werkelijk gelukkige man als iemand wiens „lust is in de wet van Jehovah, en in diens wet leest hij dag en nacht met gedempte stem” (Psalm 1:1, 2). Over zo’n man zegt de psalmist: „Al wat hij doet, zal gelukken” (Psalm 1:3). In tegenstelling daarmee zegt de bijbel over iemand die geen geloof heeft in Jehovah God: „Hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen” (Jakobus 1:8). Wij allen willen gelukkig en succesvol zijn. Geregeld, zinvol bijbellezen kan tot ons geluk bijdragen.
Gods Woord schraagde Jezus
14. Hoe toonde Jezus liefde voor Gods Woord?
14 Bij één gelegenheid vonden Jezus’ ouders hem terwijl hij te midden van de leraren in de tempel te Jeruzalem zat. Wat stonden deze goed in Gods Wet onderlegde personen „voortdurend verbaasd over zijn begrip en zijn antwoorden”! (Lukas 2:46, 47) Dat gebeurde toen Jezus twaalf jaar was. Ja, zelfs op jeugdige leeftijd had hij duidelijk liefde voor Gods Woord. Later gebruikte Jezus de Schrift om de Duivel te bestraffen door te zeggen: „De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt” (Mattheüs 4:3-10). Niet lang daarna predikte Jezus aan de hand van de Schrift tot de inwoners van zijn woonplaats Nazareth. — Lukas 4:16-21.
15. Hoe gaf Jezus het voorbeeld wanneer hij tot anderen predikte?
15 Jezus deed veelvuldig aanhalingen uit Gods Woord om zijn leringen te ondersteunen. Zijn toehoorders „stonden [versteld] van zijn manier van onderwijzen” (Mattheüs 7:28). En geen wonder — Jezus’ leringen waren van Jehovah God zelf afkomstig! Jezus zei: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft gezonden. Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen heerlijkheid; wie daarentegen de heerlijkheid zoekt van degene die hem heeft gezonden, die is waarachtig, en er is geen onrechtvaardigheid in hem.” — Johannes 7:16, 18.
16. Hoever ging Jezus in het tonen van zijn liefde voor Gods Woord?
16 In tegenstelling tot de schrijver van Psalm 119 was er „geen onrechtvaardigheid” in Jezus. Hij was zonder zonde, de Zoon van God die ’zich vernederd heeft en gehoorzaam is geworden tot de dood’ (Filippenzen 2:8; Hebreeën 7:26). Al was Jezus volmaakt, toch bestudeerde en gehoorzaamde hij Gods Wet. Dit heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat hij in staat was zijn rechtschapenheid te bewaren. Toen Petrus een zwaard gebruikte in een poging te voorkomen dat zijn Meester werd gearresteerd, bestrafte Jezus de apostel en vroeg: „Denkt gij dat ik geen beroep op mijn Vader kan doen om mij op dit ogenblik meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking te stellen? Hoe zouden in dat geval de Schriften worden vervuld, dat het aldus moet geschieden?” (Mattheüs 26:53, 54) Ja, de vervulling van de Schrift betekende meer voor Jezus dan te ontkomen aan een wrede en vernederende dood. Wat een buitengewone liefde voor Gods Woord!
Andere navolgers van Christus
17. Hoe belangrijk was Gods Woord voor de apostel Paulus?
17 De apostel Paulus schreef aan medechristenen: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus” (1 Korinthiërs 11:1). Net als zijn Meester ontwikkelde Paulus een diepe liefde voor de Schrift. Hij erkende: „In mijn binnenste heb ik Gods Wet innig lief” (Romeinen 7:22, The Jerusalem Bible). Paulus deed veelvuldig aanhalingen uit Gods Woord (Handelingen 13:32-41; 17:2, 3; 28:23). Toen Paulus zijn laatste instructies aan Timotheüs, een geliefde medebedienaar, gaf, beklemtoonde hij de belangrijke rol die Gods Woord in het dagelijkse leven van elk „mens Gods” dient te spelen. — 2 Timotheüs 3:15-17.
18. Noem een voorbeeld van iemand die in de huidige tijd respect voor Gods Woord toonde.
18 Veel getrouwe dienstknechten van Jehovah in deze tijd hebben Jezus’ liefde voor Gods Woord eveneens nagevolgd. In het begin van deze eeuw kreeg een jonge man een bijbel van een vriendin. Hij beschreef de uitwerking die dit kostbare geschenk op hem had: „Ik besloot het tot een ’must’ in mijn leven te maken elke dag een stukje uit de bijbel te lezen.” Die jonge man was Frederick Franz, en zijn liefde voor de bijbel leidde ertoe dat hij zich in een lang en succesvol leven in Jehovah’s dienst heeft verheugd. Aan hem wordt met gevoelens van genegenheid teruggedacht wegens zijn vermogen om hele hoofdstukken van de bijbel uit het hoofd te citeren.
19. Hoe plannen sommigen het wekelijkse bijbelleesprogramma voor de theocratische bedieningsschool?
19 Jehovah’s Getuigen leggen grote nadruk op geregeld bijbellezen. Elke week lezen zij, als voorbereiding van een van hun christelijke vergaderingen, de theocratische bedieningsschool, diverse hoofdstukken van de bijbel. Tijdens de vergadering worden hoofdpunten van het toegewezen bijbelleesgedeelte besproken. Sommige Getuigen vinden het gemakkelijk om het wekelijkse bijbelleesprogramma in zeven stukjes te verdelen en elke dag één stukje te lezen. Al lezend denken zij over het materiaal na. Indien mogelijk verrichten zij extra nazoekwerk met behulp van op de bijbel gebaseerde publicaties.
20. Wat is nodig om tijd voor geregeld bijbellezen in te ruimen?
20 Misschien moet u ’de tijd uitkopen’ van andere activiteiten teneinde de bijbel geregeld te lezen (Efeziërs 5:16). De voordelen zullen echter ruimschoots opwegen tegen alle offers. Terwijl u de gewoonte ontwikkelt om dagelijks de bijbel te lezen, zal uw liefde voor Gods Woord groeien. Het zal niet lang duren of u zult er met de psalmist toe worden bewogen te zeggen: „Hoe lief heb ik uw wet! De gehele dag heeft ze mijn intense belangstelling” (Psalm 119:97). Zoals wij in het volgende artikel zullen zien, zal een dergelijke houding thans en in de toekomst grote voordelen met zich brengen.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Hoe gaf de schrijver van Psalm 119 er blijk van diepe liefde voor Gods Woord te koesteren?
◻ Welke lessen kunnen wij trekken uit het voorbeeld van Jezus en dat van Paulus?
◻ Hoe kunnen wij persoonlijk groeien in onze liefde voor Gods Woord?
[Illustraties op blz. 10]
Getrouwe koningen moesten geregeld Gods Woord lezen. Doet u dat ook?
[Illustratie op blz. 12]
Zelfs als jongen had Jezus liefde voor Gods Woord