Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De „diepe dingen van Satan” verafschuwen
    De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
    • 8. (a) Welk oordeel spreekt Jezus over de „Izébel” in Thyatíra uit? (b) Hoe heeft zich in deze tijd een onjuiste vrouwelijke invloed doen gelden?

      8 Jezus’ verdere woorden aan de ouderlingen in Thyatíra luiden: „En ik heb haar tijd gegeven om berouw te hebben, maar zij wil geen berouw hebben van haar hoererij. Zie! Ik sta op het punt haar op een ziekbed te werpen, en hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking te brengen, tenzij zij berouw hebben van haar daden” (Openbaring 2:21, 22). Zoals de oorspronkelijke Izébel Achab blijkbaar domineerde en vervolgens Gods scherprechter, Jehu, uitdaagde, zo kan deze vrouwelijke invloed tot uiting komen in pogingen om echtgenoten en ouderlingen te manipuleren. Schijnbaar tolereren de ouderlingen in Thyatíra deze onbescheiden Izébel-invloed. Jezus laat hun, alsook de wereldomvattende hedendaagse gemeente van Jehovah’s volk, hier een krachtige waarschuwing horen. In deze tijd hebben sommige van zulke wilskrachtige vrouwen hun echtgenoten ertoe overgehaald afvallig te worden en hebben zij zelfs rechtszaken tegen Jehovah’s getrouwe dienstknechten aangespannen. — Vergelijk Judas 5-8.

  • De „diepe dingen van Satan” verafschuwen
    De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!
    • 10. (a) Waarom moet er een oordeel aan Izébel en haar kinderen voltrokken worden? (b) In welke gevaarlijke toestand bevinden degenen zich die kinderen van Izébel worden, en wat moeten zulke personen doen?

      10 Verwijzend naar „die vrouw Izébel” vervolgt Jezus: „En haar kinderen zal ik met dodelijke plagen doden, zodat alle gemeenten zullen weten dat ik het ben die de nieren en harten doorzoek, en ik zal een ieder van u geven overeenkomstig uw daden” (Openbaring 2:23). Jezus heeft Izébel en haar kinderen de tijd gegeven om berouw te hebben, maar zij volharden in hun immorele praktijken en er moet derhalve een oordeel aan hen voltrokken worden. Dit houdt een krachtige waarschuwing in voor christenen in deze tijd. Mannen of vrouwen die Izébel navolgen en aldus haar kinderen worden door bijbelse gezags- en moraliteitsbeginselen te schenden of door eigenzinnig te zijn zodat zij theocratische orde negeren, bevinden zich geestelijk in een gevaarlijk zieke toestand. Zeker, indien zo iemand de ouderlingen in de gemeente vraagt om samen met hem te bidden, zal „het gebed des geloofs . . . degene die zich niet wel voelt beter maken, en Jehovah zal hem oprichten” — mits hij nederig in overeenstemming met die gebeden handelt. Doch laat niemand denken dat hij (of zij) God of Christus om de tuin kan leiden door te proberen immorele daden te verbergen of voor de uiterlijke schijn ijverige dienst te verrichten. — Jakobus 5:14, 15.

      11. Hoe worden gemeenten in deze tijd geholpen op hun hoede te zijn voor het binnendringen van ongeoorloofde vrouwelijke invloed?

      11 Gelukkig zijn de meeste gemeenten van Jehovah’s Getuigen in deze tijd zich van dit gevaar bewust. Ouderlingen zijn op hun qui-vive voor neigingen tot ontheocratische geesteshoudingen en kwaaddoen. Zij trachten zowel mannen als vrouwen die zich op een gevaarlijke weg bevinden, te helpen zodat zij geestelijk opgebouwd en weer terechtgebracht kunnen worden voordat het te laat is (Galaten 5:16; 6:1). Liefdevol en krachtig beteugelen deze christelijke opzieners elke door vrouwen in het werk gestelde poging om belangengroepjes te vormen die overeenkomst vertonen met de feministische beweging. Bovendien wordt er regelmatig tijdige raad gegeven in de publikaties van Jehovah’s Getuigen.a

      12. In welk opzicht legt de Johannesklasse thans net zo’n ijver aan de dag als Jehu?

      12 Is er echter sprake van grove immoraliteit, en vooral wanneer dit een patroon wordt, dan moeten onberouwvolle zondaars uit de gemeenschap gesloten worden. Wij herinneren ons hoe Jehu zich beijverde om alle sporen van Izébels invloed uit Israël te verwijderen. Zo treden ook in deze tijd de leden van de hedendaagse Johannesklasse krachtig op, waardoor zij hun metgezellen van de „Jonadab”-klasse een voorbeeld geven en tonen dat zij heel anders zijn dan de toegeeflijke bedienaren van de christenheid. — 2 Koningen 9:22, 30-37; 10:12-17.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen