De wereld sinds 1914
Deel 8: 1970-1986 Terwijl de wereld uiteenvalt, kan uw hoop krachtiger worden!
BENT u verontrust, geschokt, misschien zelfs beangst door de toestand in de wereld? Put dan troost uit de woorden van Henry Wadsworth Longfellow, een van Amerika’s populairste dichters van de 19de eeuw. Hij schreef: „Hoe nader de dageraad, hoe donkerder de nacht.”
De uitgevers van Ontwaakt! zijn van mening dat die woorden op onze wereld sinds 1914 toegepast mogen worden. Op grond van hun studie van de bijbel geloven zij dat de toenemende duisternis van de nacht van deze wereld eenvoudigweg een indicatie is van de nadering van de dageraad van een heldere nieuwe dag. Wat sinds 1970 is voorgevallen, versterkt hun overtuiging. Beschouw het bewijsmateriaal.
De vrede van de aarde weggenomen
In 1970 brak er een guerrillaoorlog uit op de Filippijnen; in 1976 begonnen er vijandelijkheden tussen Zuid-Afrika en Angola. Kort daarna startten Vietnam en Kampuchea (Kambodja) de derde oorlog in Indo-China binnen 35 jaar. In 1980 begonnen de islamitische naties Iran en Irak een broederkrijg. Een jaar later woedde er een guerrillaoorlog in Nicaragua. Groot-Brittannië en Argentinië kwamen in 1982 met elkaar in conflict over de Falkland Eilanden. In totaal zijn er sinds 1970 meer dan 50 oorlogen uitgebroken.
Een ander soort oorlog — terrorisme — escaleerde gedurende de jaren ’70. Breng u maar eens enkele prominenten in herinnering die de dood vonden door een terroristische aanslag of een kogel van een moordenaar: de Spaanse premier Luis Carrero Blanco in 1973; koning Faisal van Saoedi-Arabië en president Mujib ur-Rahman van Bangladesh in 1975; de Italiaanse staatsman Aldo Moro in 1978; de Zuidkoreaanse president Park Tsjoeng Hi en de neef van de Engelse koningin, Lord Mountbatten, in 1979; in 1981 de Egyptische president Anwar al-Sadat; en in 1984 de Indiase premier Indira Gandhi. Gedurende diezelfde jaren werden onsuccesvolle aanslagen gepleegd op de Amerikaanse presidenten Gerald Ford en Ronald Reagan, de Britse premier Margaret Thatcher en paus Johannes Paulus II.
Of denk eens aan de groepen die het slachtoffer werden van terrorisme. Tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München liep een gijzelingsdrama uit op 17 doden, onder wie 11 Israëlische sportmensen. Elf OPEC-ministers die in 1975 in Wenen (Oostenrijk) bijeenkwamen, waren fortuinlijker; hoewel zij werden gegijzeld, brachten zij er het leven af. Een Amerikaanse nachtmerrie begon in 1979 toen 52 Amerikanen voor meer dan een jaar in Iran werden gegijzeld. Een bomexplosie in een Birmaans mausoleum veroorzaakte in 1983 de dood van 19 personen, onder wie 16 Zuidkoreaanse regeringsfunctionarissen. In 1985 stortte een vliegtuig van Air India buiten de kust van Ierland in de Atlantische Oceaan; 329 personen kwamen om.
De opsommingen zijn lang niet volledig. In Noord-Ierland en Libanon is terrorisme haast een levenswijze. Een populaire encyclopedie verklaarde dat „het gebruik van vliegtuigkapingen als een daad van politiek terrorisme een internationaal probleem werd in de jaren ’70 en zich voortzette in het begin van de jaren ’80”. Hoewel het terrorisme u nog niet persoonlijk geraakt hoeft te hebben, is de kans dat dat zal gebeuren — eenvoudigweg vanwege uw nationaliteit of omdat u op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bent — aan het toenemen.
Wie kan tegen de achtergrond van deze feiten ontkennen dat ’de vrede van de aarde is weggenomen’, zoals Openbaring 6:4 voorzei dat zou gebeuren? Dit doet echter niets af aan de eerder opgetekende bijbelse belofte: „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde” (Psalm 46:9). Is er sinds 1970 in deze richting vooruitgang geboekt?
Reiken naar vrede met het zwaard in de andere hand
In 1970 maakte de Amerikaanse president Nixon bekend dat zijn regering een „tijdperk van confrontatie” wilde vervangen door een „tijdperk van onderhandelen”. Waar eerst nog slechts vreedzame coëxistentie bestond, moest nu een détente (een dooi in de Koude Oorlog), een vermindering van spanningen brengen. De supermachten werden het eens over besprekingen om tot een beperking van strategische wapens te komen (SALT), welke besprekingen in 1972 en 1979 tot een gedeeltelijk succes leidden. Berlijn verloor ietwat het karakter van een kruitvat naarmate de betrekkingen tussen de beide Duitslanden verbeterden. In 1973 begon een conferentie van 35 landen in Helsinki over veiligheid en samenwerking in Europa. Dit alles leidde tot hooggespannen verwachtingen.
Niet alleen in Europa werden vorderingen gemaakt. Na twintig jaar zonder enig contact begonnen de Verenigde Staten en de Volksrepubliek China hun betrekkingen te normaliseren. Pingpongdiplomatie noemde men hun onderhandelingen. In het explosieve Midden-Oosten leek ondertussen pendeldiplomatie te werken. Ten slotte werd in maart 1979 na de overeenkomsten van Camp David een vredesverdrag tussen Israël en Egypte ondertekend.
Deze ontwikkelingen, en nog andere, laten duidelijk zien dat de wereld zich sinds 1970 heeft ingespannen om vrede te bereiken. De aankondiging in 1982 door de VN dat 1986 een internationaal vredesjaar zou zijn, bevestigde dit alleen nog maar. Natuurlijk is degene die ’oorlogen doet ophouden’, naar wie de bijbel verwijst, geen mens maar God. Maar de bijbelprofetie voorzegt wel dat voordat God dit doet, mensen zullen zeggen: „Vrede en zekerheid!” — 1 Thessalonicenzen 5:3.
Maar terwijl de wereld met de ene hand naar vrede reikt, houdt ze om zo te zeggen met de andere een groot zwaard vast. (Vergelijk Openbaring 6:4.) Op paranoïde wijze heeft ze zich in een niet eerder vertoonde mate bewapend. Mary Kaldor, een medewerkster van de Universiteit van Sussex, vertelt ons dat „van 1971 tot 1980 de internationale wapenhandel in reële termen verdubbeld is” — en echt niet alleen vanwege de supermachten. „De toename in wapenverkopen aan minder-ontwikkelde landen was zelfs nog groter”, zegt zij.
In de laatste vijftien jaar is defensie zo belangrijk geworden dat in één recent jaar 77 landen meer dan 10 procent van hun nationale begroting bestemden voor militaire uitgaven. Ja, 20 landen, waarvan bijna de helft in het explosieve Midden-Oosten, besteedden meer dan een kwart van hun begroting aan defensie. En dat in een wereld die sinds 1945 naar zeggen vrede heeft!
Geen wonder dat een hooggeplaatste militair onlangs zei dat wij in een „tijdperk van gewelddadige vrede” leven. Daarom ook hebben de VN met hun 159 lidstaten op het eind van 1985 — in 1970 waren het er nog 127 — het er zo moeilijk mee gehad de internationale vrede en veiligheid te bewaren. De hoge verwachtingen die men er bij de oprichting van had gekoesterd, zijn niet uitgekomen. De journalist Richard Ivor noemt als een reden voor het falen van de organisatie dat „ze er niet in is geslaagd het hart en de geest te veranderen van de mensen die de landen besturen noch van hen die met elkaar die landen vormen”. Hugh Caradon, voormalig Brits ambassadeur bij de VN, drukte zich nog bondiger uit: „Er is niets fundamenteels mis met de Verenigde Naties — alleen de lidstaten deugen niet.”
Het is een onplezierig gegeven, maar meer dan ooit kunnen nu economische, religieuze of politieke ontwikkelingen in één land ogenblikkelijk reacties in de hele wereld teweegbrengen.
Economische problemen
Herinnert u zich bijvoorbeeld hoe destijds in het begin van de jaren ’70 de OPEC de olieprijzen van ongeveer $4 per barrel begon te verhogen totdat daarin in 1981 een hoogtepunt van $35 werd bereikt? Het resultaat? Dit „oliewapen”, zegt The New Encyclopædia Britannica, „verhevigde de inflatie in de hoogontwikkelde geïndustrialiseerde landen en bracht enkele Europese landen in ernstige moeilijkheden met hun betalingsbalans; het richtte een ravage aan in de economieën van vele minder-ontwikkelde landen”.
De econoom R. N. Gardner waarschuwt dat „het bestaande stelsel van internationale economische instellingen niet goed genoeg is en dat geen van de leden van de Verenigde Naties mag verwachten veilig de 21ste eeuw binnen te komen als er geen fundamentele herstructurering van de regelingen plaatsvindt”. Nu reeds staan landen als Mexico, Brazilië en Nigeria gevaarlijk dicht voor een bankroet. De instabiliteit van het economische stelsel van de wereld zal in de naaste toekomst ernstige consequenties hebben.
Religie en politiek
Gedurende de jaren ’70 verscheen er een aantal nieuwe figuren uit de religieuze wereld op het politieke toneel. Uit de Verenigde Staten kwam Jerry Falwell met zijn Moral Majority; uit Iran een ayatollah die een theocratie verkondigde; uit Europa katholieke en protestante geestelijken die de handen ineensloegen en marsen hielden voor de vrede en tegen kernwapens; uit Zuid-Afrika de tegen apartheid strijdende anglicaanse bisschop en Nobelprijswinnaar Desmond Tutu. Maar niemand heeft zo veel aandacht getrokken als de Poolse paus Johannes Paulus II, over wie een Vaticaanse functionaris naar verluidt eens heeft gezegd: „Zelfs wanneer hij een mis opdraagt, schijnt dat politieke implicaties te hebben.”
In het begin van de jaren ’70 voorspelde een journalist dat „de koppeling van politiek en religie opnieuw belangrijk kan worden in het [Amerikaanse] veranderende sociale klimaat”. Dit is waar gebleken, maar de ontwikkeling heeft zich niet tot één bepaald land beperkt. „De woorden ’religie’ en ’politiek’ waren in heel 1984 in nieuwsverslagen uit alle delen der wereld aan elkaar gekoppeld”, zegt het 1985 Britannica Book of the Year. Maar er is in groeiende mate wrijving tussen de twee, zoals vervolgens werd toegegeven: „Schermutselingen tussen regeringsautoriteiten en religieuze functionarissen waren een wereldwijd fenomeen.” Deze geestelijke immorele liefdesaffaire tussen de religie en de politiek zal spoedig op rampspoed uitlopen. — Openbaring hfdst. 18.
Groeiende problemen, maar ook hoop
„Wat er is gebeurd . . . in de jaren ’70 en ’80”, schrijft columniste Georgie Anne Geyer, „is dat de wereld door een traag verlopend, rustig maar niet-aflatend vervalproces uiteen werd gescheurd.” Kunt u na wat al genoemd is, nog enkele oorzaken voor dit uiteenvallen verzinnen? Vervuiling? Drugmisbruik? Misdragingen van regeringsfunctionarissen? Het vluchtelingenprobleem? Hongersnood? Ziekten die men de laatste jaren heeft ontdekt, zoals de legionairsziekte, het toxische-shocksyndroom en de meest beangstigende van alle, AIDS?
Jehovah’s Getuigen zien in al deze gebeurtenissen een bewijs dat de duisternis van de nacht van deze wereld nog intenser wordt, precies zoals de bijbel voorzegd heeft. Toch zijn de meer dan 3.000.000 Getuigen die er in de hele wereld zijn — gegroeid uit de 1.483.430 in 1970 — zeer optimistisch. Dit is omdat iemand die veel groter is dan Longfellow, hen troost met de hoop dat ’hoe donkerder de nacht is, hoe nader de dageraad’. Het is de Zoon van God die, na te hebben gesproken over verslechterende omstandigheden in de voorzegde laatste dagen, zei: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt.” — Lukas 21:28.
Geen van ons kan het verleden veranderen of de ellende en het lijden tenietdoen waarmee mensen te maken hebben gehad in DE WERELD SINDS 1914. Maar wij kunnen handelen met van God afkomstige wijsheid en ons voorbereiden op een gelukkige toekomst. De eerste stap hierbij is de erkenning dat de verslechterende wereldtoestanden een onweerlegbaar bewijs vormen dat de donkere nacht van satanische heerschappij ten einde loopt en dat de volle dag van Gods opgerichte koninkrijk weldra zal aanbreken.
„Er zal geen toekomst blijken te zijn voor al wie slecht is”, waarschuwde de wijze koning Salomo. En toch, zoals hij zei, „bestaat er een toekomst” voor hen die wijsheid vinden (Spreuken 24:14, 20). Het is ook interessant op te merken wat de voormalige president Lyndon B. Johnson heeft gezegd: „Wij kunnen gisteren niet terughalen, maar morgen kunnen wij veilig stellen of verloren laten gaan.” „Morgen” — een eindeloze toekomst op een paradijsaarde onder Gods koninkrijk — kan elk van ons individueel „veilig stellen of verloren laten gaan”. Wat zal uw keuze zijn?
[Kader op blz. 13]
Andere gebeurtenissen die het nieuws haalden
1970 — De Volksrepubliek China brengt een satelliet
in de ruimte en wordt de derde
ruimtevaartmogendheid
1973 — Een militaire coup werpt Chili’s socialistische
regering omver en resulteert in de dood van
president Allende
1974 — Watergate-schandaal, begonnen in 1972, bereikt
climax als Amerikaanse president Nixon ambt moet
neerleggen
1976 — Honderdduizenden doden bij reeks grote
aardbevingen, waaronder een in China die wellicht
de meest verwoestende in hele menselijke
geschiedenis is geweest
1978 — Eerste reageerbuisbaby; geboren in Engeland
1979 — Ernstig ongeluk in Amerikaanse kernreactor in
Three Mile Island in de staat Pennsylvania
1980 — Mount St. Helens in Amerika barst uit
1981 — Eerste vlucht van Amerikaanse ruimteveer
Columbia
1983 — Computer gekozen als Time’s „Man van het jaar”
1984 — Russen gedurende recordtijd van 237 dagen in de
ruimte
1985 — Uitbarsting van Colombiaanse vulkaan Nevado del Ruiz
kost 25.000 het leven
Bij aardbeving in Mexico-Stad komen duizenden om
1986 — Amerikaanse ruimteveer Challenger ontploft,
waarbij zeven astronauten het leven verliezen
Ramp in Russische kernreactor van Tsjernobyl verspreidt
radioactiviteit over Europa
[Illustraties op blz. 15]
Moge het snelle uiteenvallen van de wereld u ertoe brengen uw hoofd op te richten en u te verheugen in het vooruitzicht van een beter leven in een nieuwe wereld