Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • „Uw wil geschiede op aarde” — Deel 39
    De Wachttoren 1960 | 1 oktober
    • tot ons? Jezus voorzei dit met de volgende woorden: „Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn” (Matth. 24:14). Wij moeten dit laatste getuigenis geven. Wij moeten getuigen van Jehovah zijn door dit goede nieuws tot het einde toe te prediken.

      15. Welke beloning werpt het voor ons af wanneer wij Jehovah’s wil thans op aarde doen, en in overeenstemming met welk gebed hopen wij in gehoorzaamheid te leven?

      15 Wanneer wij Jehovah’s wil thans op aarde doen, zal dit een eeuwige beloning voor ons afwerpen. Deze beloning houdt in dat wij voor eeuwig in zijn gunst zullen leven. „De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie den wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 2:17). Mogen wij in liefderijke, loyale gehoorzaamheid aan onze Vader in de hemelen voor eeuwig in overeenstemming met ons gebed — „Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde” — blijven leven!

      (Wordt vervolgd)

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1960 | 1 oktober
    • Vragen van lezers

      ● Wat moet een gemeentecomité doen in geval iemand die iets heeft gedaan waarvoor hij op voorwaarden dient te worden gesteld of uit de gemeenschap dient te worden gesloten en die nu in het licht van hetgeen De Wachttoren van 15 november 1958 over een geldige en ongeldige doop heeft te zeggen, beweert dat zijn doop niet geldig was?

      Wij weten zeer goed dat de christenheid er aanspraak op maakt Jehovah’s organisatie te zijn en met hem in het nieuwe verbond te zijn opgenomen. Ze heeft nooit van deze verhouding afstand gedaan, hoewel het een valse bewering en aanmatigend is. Toch zal Jehovah God de christenheid wegens het uiterlijk dat ze voor de wereld aanneemt en de aanspraken die ze volgens haar pocherige beweringen doet, zó oordelen alsof ze werkelijk in een verbondsverhouding met hem stond. Daar ze huichelachtig heeft gehandeld en smaad op zijn naam heeft geworpen, zal ze als ontrouw worden veroordeeld en gestraft.

      Zo is het ook met de enkeling gesteld die belijdt dat hij zich door bemiddeling van Christus aan God heeft opgedragen en die dit na het aanhoren van de dooptoespraak, door de waterdoop heeft gesymboliseerd, die contact met de gemeente blijft onderhouden, zelfs al doet hij dit ongeregeld, en zich er aldus op laat voorstaan een opgedragen, gedoopt lid van de gemeente te zijn terwijl hij deze verhouding met de gemeente nooit verbreekt. In dit geval dient deze persoon door de gemeente geoordeeld te worden overeenkomstig de uiterlijke indruk die door hem zelf wordt gewekt.

      De gemeente gaat van het standpunt uit dat de persoon door zich aan God op te dragen en dit door middel van de waterdoop te symboliseren, met eerlijke bedoelingen en uit verstandelijke overwegingen een volwaardig lid van de gemeente is geworden. De gemeente is niet als God, die het hart kan lezen, en evenmin bezit ze bovennatuurlijke gaven zoals Petrus en andere apostelen, om na te gaan of iemand ernstig en oprecht of oneerlijk en huichelachtig is. Als de persoon zich op basis van het begrip dat en de zienswijze die de gemeente op de aangelegenheid heeft, laat accepteren, dan onderwerpt hij zich eraan volgens de maatstaven die de gemeente er met betrekking tot wat in Gods Woord staat opgetekend, op na houdt, te worden geoordeeld.

      Indien de persoon pas nadat hij iets heeft gedaan waarop uitsluiting staat, ontkent werkelijk dat te zijn wat hij de gemeente lang heeft laten denken, tracht hij stellig voordeel van de gemeente te trekken en probeert hij onder de verantwoordelijkheid en de consequenties van zijn daden vandaan te komen. Hij kan nu niet meer terecht beweren dat hij zich niet werkelijk had opgedragen, dat zijn doop onjuist was en dat hij in werkelijkheid nooit een lid van de gemeente en de Nieuwe-Wereldmaatschappij is geweest en er derhalve niet door terechtgewezen of eruit verwijderd kan worden.

      Dit gaat in het bijzonder op wanneer zulk een persoon zijn zonden belijdt. Indien hij van zichzelf vindt dat hij geen lid van de gemeente is, waarom belijdt hij zijn zonden dan in de eerste plaats aan de gemeente? Zolang iemand zich niet aan God heeft opgedragen en niet is gedoopt, is hij niet verplicht zijn zonden en de goddeloosheid die hij heeft bedreven, aan de gemeente bekend te maken en om haar vergiffenis te vragen. Het enige wat noodzakelijk is, is dat hij zijn leven in het reine brengt, zich dan aan God opdraagt, overeenkomstig die opdracht handelt en zich voor de doop aanbiedt.

      Wanneer iemand echter aan wangedrag schuldig wordt bevonden — of hij dit nu zelf heeft beleden of niet — moet hij overeenkomstig de indruk die hij de leden van de Nieuwe-Wereldmaatschappij heeft gegeven, worden behandeld en moet hij naar gelang van de situatie, op voorwaarden worden gesteld of nadat hij weer is hersteld, er nog van overtuigd is dat hij zich voordat hij werd gedoopt, niet aan God had opgedragen en zijn doop daarom niet geldig was, dient hij zich nu, indien hij dit intussen niet reeds heeft gedaan, daar hij berouw van zijn daden heeft en dit door passende werken heeft getoond, verstandelijk op te dragen en zich te laten dopen. Wij kunnen niet met Jehovah God spotten. Dit is een ernstige aangelegenheid en deze dient daarom ook ernstig te worden genomen.

      ● Waarom voegde Jezus in het bijbelverslag tussen haakjes de verklaring „de lezer gebruike onderscheidingsvermogen” in, zoals wij in Matthéüs 24:15 kunnen zien? Dienen wij niet altijd wanneer wij de vervulling van een profetie in ogenschouw nemen, onderscheidingsvermogen te gebruiken? R.B., V.S.

      Het is inderdaad waar, dat wij altijd wanneer wij Gods Woord bestuderen, onderscheidingsvermogen moeten gebruiken, maar bij de toepassing van het gedeelte van Daniëls profetie waar Matthéüs 24:14 (NW) over spreekt, dienen wij klaarblijkelijk in het bijzonder goed op te letten. „Wanneer gij daarom het walglijke ding dat verwoesting veroorzaakt in het oog krijgt, als waarvan door bemiddeling van de profeet Daniël is gesproken, staande in een heilige plaats, (de lezer gebruike onderscheidingsvermogen).”

      De joden brachten Daniël 11:31 waar Jezus hier over sprak, op de verontreiniging van de tempel welke in het jaar 168 v. Chr. door Antiochus IV (Epiphanes) werd teweeggebracht, van toepassing. Daar deze toepassing welke nog steeds algemeen wordt aanvaard, onjuist was, voegde Jezus hier klaarblijkelijk om deze reden een waarschuwend woord aan toe zodat wij niet in dezelfde fout zouden vervallen. Daniëls profetie betreffende „het walglijke ding dat verwoesting veroorzaakt” ging in het geheel niet op genoemd tijdstip in vervulling, maar vindt in onze dagen als onderdeel van het grote teken waardoor Christus’ tweede tegenwoordigheid gekenmerkt zou worden, haar vervulling. Zoals reeds herhaaldelijk in de Wachttoren-publikaties is uiteengezet, wordt dit walglijke ding door het vervangingsmiddel van de Duivel voor Gods koninkrijk — de huidige Verenigde Naties — gevormd, om welke reden het in Gods ogen walglijk is; het veroorzaakt in dit opzicht verwoesting, dat al degenen die in plaats van op Gods koninkrijk op dit lichaam hun vertrouwen stellen, in Armageddon verwoest of vernietigd zullen worden.

  • Mededelingen
    De Wachttoren 1960 | 1 oktober
    • Mededelingen

      VELDDIENST

      „Ik ben wakker!” zullen de mensen dikwijls zeggen, en ongetwijfeld zijn zij ten aanzien van vele dingen wakker. Hoe gemakkelijk ziet men echter aangelegenheden die voor iemands welzijn van levensbelang zijn, over het hoofd! Ten einde de mensen te helpen ten aanzien van de meest belangrijke aangelegenheden wakker te zijn, bieden Jehovah’s getuigen gedurende oktober een jaarabonnement op het tijdschrift Ontwaakt! aan. Nieuwe abonnees zullen drie verklarende bijbelse brochures gratis ontvangen.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen