Lied 180
Gods eigen Boek — een ware schat
1. Er is een Boek dat met zijn vele bladen
Veel vrede, vreugde, hoop geeft aan elk mens.
Zijn wond’re waarheid is met kracht geladen:
Wie „blind” was, ziet weer, „dood” was, leeft intens.
Dit kostb’re Boek is heilig, is Gods bijbel;
Geschreven werd het in een oude tijd
Door mensen die Jehovah God beminden
En door diens heil’ge geest werden geleid.
2. Zij maakten melding van Gods scheppingswerken,
Hoe door zijn macht het groots heelal verscheen.
Zij schreven ook hoe eerst de mens volmaakt was
En hoe het paradijs daarna verdween.
Verteld wordt verder van een zeek’re engel:
Hij tartte trots Gods soevereiniteit.
Die daad werd oorzaak van veel kwaad en zonde,
Waarvan de mensheid spoedig wordt bevrijd.
3. Wij leven in een tijd van grote vreugde:
Jehovah God regeert thans door zijn Zoon!
In onze dagen biedt Jehovah redding
Aan wie aanvaardbaar dienst doet voor zijn troon.
In Gods Boek staat dit nieuws, dat wij geloven;
Meer waarde heeft het dan het fijnste goud.
De hoop die ’t biedt, gaat ons verstand te boven;
Geen groter schat werd ons ooit toevertrouwd!