Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Datering
    Redeneren aan de hand van de Schrift
    • wereldomvattend predikingswerk worden verricht (Matth. 24:14). Als Koning zou hij leiding geven aan het scheiden van de mensen van alle natiën, waarbij aan hen die rechtvaardig bleken te zijn het vooruitzicht op eeuwig leven werd toegekend en de goddelozen tot de eeuwige afsnijding in de dood werden veroordeeld (Matth. 25:31-46). Intussen zouden de buitengewoon moeilijke toestanden heersen die voor „de laatste dagen” waren voorzegd. Zoals onder „Laatste dagen” wordt aangetoond, zijn die gebeurtenissen sedert 1914 duidelijk waarneembaar. Voordat de laatste leden van het geslacht dat in 1914 leefde overleden zullen zijn, zullen alle voorzegde dingen plaatsvinden, met inbegrip van de „grote verdrukking”, waarin de huidige goddeloze wereld haar einde zal vinden. — Matth. 24:21, 22, 34.

      Wanneer zal het einde van deze goddeloze wereld komen?

      Jezus antwoordde: „Van die dag en dat uur weet niemand iets af, noch de engelen der hemelen noch de Zoon, dan de Vader alleen.” Hij verklaarde echter ook: „Voorwaar, ik zeg u dat dit geslacht [dat leefde toen „het teken” van „de laatste dagen” in vervulling begon te gaan] geenszins zal voorbijgaan totdat al deze dingen geschieden.” — Matth. 24:36, 34.

      Bovendien zegt Openbaring 12:12 na een beschrijving van de gebeurtenissen die zouden volgen op de oprichting van het Koninkrijk in 1914: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.”

  • Dood
    Redeneren aan de hand van de Schrift
    • Dood

      Definitie: Het ophouden van alle levensfuncties. Nadat de ademhaling, de hartslag en de hersenactiviteit tot stilstand zijn gekomen, houdt de levenskracht in de lichaamscellen geleidelijk op te functioneren. De dood is het tegenovergestelde van het leven.

      Schiep God de mens om te sterven?

      Integendeel, Jehovah waarschuwde Adam voor ongehoorzaamheid, die de dood tot gevolg zou hebben (Gen. 2:17). Later waarschuwde God Israël voor gedrag waardoor zij zelfs een vroegtijdige dood zouden sterven (Ezech. 18:31). Na verloop van tijd zond hij zijn Zoon om ten behoeve van de mensheid te sterven, zodat degenen die geloof in deze voorziening zouden stellen, zich in eeuwig leven zouden kunnen verheugen. — Joh. 3:16, 36.

      Psalm 90:10 zegt dat de levensduur van een mens doorgaans 70 of 80 jaar is. Dat was zo toen Mozes deze psalm optekende, maar dat was vanaf het begin niet zo geweest. (Vergelijk Genesis 5:3-32.) Hebreeën 9:27 zegt: „Het [is] voor de mensen weggelegd . . . eens voor altijd te sterven.” Ook dit was zo toen het werd opgetekend, maar het was niet het geval toen God zijn oordeel nog niet over de zondaar Adam had geveld.

      Waarom worden wij oud en sterven wij?

      Jehovah schiep het eerste mensenpaar volmaakt, met het vooruitzicht om eeuwig te leven. Hun werd een vrije wil geschonken. Zouden zij hun Schepper gehoorzamen uit liefde en waardering voor alles wat hij voor hen had gedaan? Zij waren hier volledig toe in staat. God zei tegen Adam: „Wat de boom der kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” Door middel van een slang als spreekbuis verleidde Satan Eva ertoe Jehovah’s gebod te overtreden. Adam wees zijn vrouw niet terecht maar sloot zich in het eten van die verboden vrucht bij haar aan. Getrouw aan zijn woord sprak Jehovah het doodvonnis over Adam uit, doch alvorens het zondige paar ter dood te brengen, stelde Jehovah hen barmhartig in de gelegenheid kinderen voort te brengen. — Gen. 2:17; 3:1-19; 5:3-5; vergelijk Deuteronomium 32:4 en Openbaring 12:9.

      Rom. 5:12: ’Door bemiddeling van één mens [Adam] is de zonde de wereld binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.’

      1 Kor. 15:22: ’In Adam sterven allen.’

      Zie ook „Noodlot”.

      Waarom sterven baby’s?

      Ps. 51:7, WV (vs. 5 in NW): „Zie, als zondig mens ben ik geboren, in diè schuld bij mijn moeder verwekt.” (Zie ook Job 14:4; Genesis 8:21.)

      Rom. 3:23; 6:23: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods . . . Het loon dat de zonde betaalt, is de dood.”

      God „neemt” kinderen niet bij hun ouders „weg”, zoals sommigen is verteld. Ofschoon de aarde een overvloed aan voedsel voortbrengt, belemmeren zelfzuchtige politieke en commerciële elementen vaak de verdeling ervan onder degenen die het ’t hardst nodig hebben, waardoor zij aan ondervoeding sterven. Sommige kinderen komen bij een ongeval om het leven, net als volwassenen. Maar wij hebben allemaal zonde geërfd; wij zijn allemaal onvolmaakt. Wij zijn geboren in een samenstel waarin allen — zowel de goeden als de slechten — uiteindelijk sterven (Pred. 9:5). Maar Jehovah ’verlangt er vurig naar’ kinderen door middel van de opstanding met hun ouders te herenigen en heeft daar liefdevol voorzieningen voor getroffen. — Joh. 5:28, 29; Job 14:14, 15; vergelijk Jeremia 31:15, 16; Markus 5:40-42.

      Waar zijn de doden?

      Gen. 3:19: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.”

      Pred. 9:10: „Alles wat uw hand te doen vindt, doe dat met uw krácht, want er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool [„het graf”, SV, Lu; „het dodenrijk”, GNB], de plaats waarheen gij gaat.”

      In welke toestand verkeren de doden?

      Pred. 9:5: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust.”

      Ps. 146:4: „Zijn geest gaat uit, hij keert terug naar zijn grond; waarlijk, op die dag vergaan zijn gedachten [„gedachten”, 145:3 in Leu; „plannen”, GNB, NBG].”

      Zie ook Johannes 11:11-14 en Psalm 13:3.

      Leeft er iets van de mens voort wanneer het lichaam sterft?

      Ezech. 18:4: „De ziel [„ziel”, SV, NBG, Lu; „een mens”, GNB; „degene”, WV] die zondigt, díe zal sterven.”

      Jes. 53:12: „Hij [heeft] zijn ziel . . . uitgestort in de dood.” (Vergelijk Matthéüs 26:38.)

      Zie ook de onderwerpen „Ziel” en „Geest”.

      Kunnen de doden de levenden in enig opzicht helpen of kwaad berokkenen?

      Pred. 9:6: „Hun liefde en hun haat en hun jaloezie zijn reeds vergaan, en zij hebben tot onbepaalde tijd geen deel meer aan iets wat onder de zon moet worden gedaan.”

      Zie ook Jesaja 26:14.

      Wat valt er te zeggen van verslagen uitgebracht door personen die naar verluidt reeds dood waren maar nadien weer tot leven werden gebracht en die over een ander leven spraken?

      Als iemands ademhaling en hartslag ophouden, duurt het gewoonlijk nog verscheidene minuten voordat de levenskracht de lichaamscellen geleidelijk begint te verlaten. Indien het lichaam aan hevige koude wordt blootgesteld, kan dat proces urenlang worden vertraagd. Derhalve is het soms mogelijk personen door cardiopulmonaire reanimatie weer tot leven te brengen. Zij waren wat men „klinisch dood” noemt, maar hun lichaamscellen leefden nog.

      Velen die uit een „klinische dood” weer tot leven zijn gebracht, herinneren zich niets. Anderen vertellen dat zij het gevoel hadden te zweven. Sommigen zeggen dat zij prachtige dingen hebben gezien; bij weer anderen waren de ervaringen angstaanjagend.

      Bestaat er een medische verklaring hiervoor?

      De medisch redacteur van The Arizona Republic schreef: „Wanneer het fysieke activiteitsniveau een heel laag punt bereikt heeft, zoals onder narcose, of ten gevolge van ziekte of verwonding, neemt de automatische beheersing van de lichaamsfuncties dienovereenkomstig af. Aldus komen de neurohormonen en catecholaminen van het zenuwstelsel vrij en worden in ongecontroleerde hoeveelheid uitgestort. Dit resulteert onder andere in de hallucinatie die na terugkeer tot het bewustzijn wordt uitgelegd als was men gestorven en weer tot leven teruggekeerd.” — 28 mei 1977, blz. C-1; ook het Duitse medische tijdschrift Fortschritte der Medizin, nr. 41, 1979; Psychology Today, januari 1981.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen