Ontmoedigen beperkingen u?
BEPERKINGEN! Niemand houdt er echt van; toch moeten wij er allemaal tot op zekere hoogte mee leven. Maar bent u wel eens ontmoedigd omdat het erop lijkt dat uw leven te veel beperkingen kent? Misschien zou u zich beter voelen als u uw zienswijze veranderde. Waarom zou u in plaats van te kniezen over wat u niet kunt doen, niet ten volle profijt trekken van de vrijheden die u wel hebt?
Velen bijvoorbeeld die in economisch opzicht arm zijn, zouden rijk willen zijn. Maar hoewel armoede onze mogelijkheden in dit samenstel van dingen beperkt, staan de belangrijke dingen in het leven iedereen ter beschikking. Zowel armen als rijken worden verliefd, trouwen, brengen kinderen groot, hebben goede vriendschappen, enzovoort. Wat nog belangrijker is: zowel arme als rijke mensen kennen Jehovah en zien uit naar de beloofde nieuwe wereld. Zowel armen als rijken nemen toe in christelijke wijsheid en in kennis, die beter zijn dan rijkdom (Spreuken 2:1-9; Prediker 7:12). Allen — rijk en arm — kunnen bij Jehovah een uitstekende naam voor zichzelf opbouwen (Prediker 7:1). In Paulus’ tijd bestond de christelijke gemeente voor een groot deel uit mensen van lage komaf — sommigen waren slaven — die een verstandig gebruik maakten van de mate van vrijheid die zij in hun omstandigheden bezaten. — 1 Korinthiërs 1:26-29.
Schriftuurlijk gezag als hoofd
In een christelijk huwelijk is de vrouw onderworpen aan haar man — een regeling die in het leven is geroepen om het hele gezin tot voordeel te strekken (Efeziërs 5:22-24). Zou een vrouw zich hierdoor minderwaardig moeten voelen? Beslist niet. Man en vrouw vormen een team. Het gezag van de man als hoofd, wanneer het naar het voorbeeld van Christus wordt uitgeoefend, legt zijn vrouw betrekkelijk weinig beperkingen op en geeft haar veel ruimte om zich bewust te zijn van haar mogelijkheden (Efeziërs 5:25, 31). De „bekwame vrouw” uit Spreuken 31 hield zich bezig met veel interessante ondernemingen die een uitdaging vormden. Het is duidelijk dat het niet frustrerend voor haar was zich aan haar man te onderwerpen. — Spreuken 31:10-29.
Evenzo bestaat er geen regeling dat een vrouw de leiding mag nemen over bekwame mannen in de christelijke gemeente (1 Korinthiërs 14:34; 1 Timotheüs 2:11, 12). Dienen christelijke vrouwen zich aan die beperking te ergeren? Nee. De meesten zijn dankbaar dat er op een theocratische wijze zorg wordt gedragen voor dat aspect van christelijke dienst. Zij zijn blij dat zij voordeel kunnen trekken van het herderlijke werk en het onderwijs van de aangestelde ouderlingen, en zij houden zich bezig met het bijzonder belangrijke werk dat bestaat in het prediken en het maken van discipelen (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). Christelijke vrouwen brengen op dit terrein veel tot stand, en dit strekt hun in de ogen van Jehovah God tot eer. — Psalm 68:11; Spreuken 3:35.
Beperkingen die jongeren kennen
Ook jongeren klagen soms dat hun leven te veel beperkingen kent, vaak omdat zij onder het gezag van hun ouders staan. Maar ook dit is schriftuurlijk (Efeziërs 6:1). In plaats van zich te ergeren aan de beperkingen die hun ouders hun opleggen, concentreren verstandige jonge christenen zich erop van de vrijheden te genieten die zij wel hebben — waartoe meestal ook vrijheid van zware verantwoordelijkheden behoort. Zo kunnen zij voordeel trekken van hun jeugdige kracht en van hun omstandigheden als jongere om zich op het leven als volwassene voor te bereiden.
Een voormalige kringopziener in Brazilië kan zich nog goed een twaalfjarige jongen in een geïsoleerd groepje herinneren die beperkt was in zijn mogelijkheden. Degene aan wie de zorg voor de administratie was toevertrouwd, had het druk op zijn wereldse werk en kon niet veel aandacht aan de groep schenken, maar hij trof er regelingen voor dat deze jongen hem kon helpen. De jongen werd erover ingelicht waar alle formulieren lagen en was altijd in de buurt om bij te springen. Zijn belangstelling was aanmoedigend, en hij was een trouwe metgezel in de velddienst. Die jongen is nu een aangestelde ouderling.
Er zijn veel situaties die iemands vrijheid kunnen beperken. Sommigen worden beperkt door ziekte. Anderen leven in een verdeeld gezin en ondervinden dat hun vrijheid wordt beperkt door de eisen van een ongelovige huwelijkspartner. Terwijl degenen die met beperkingen moeten leven misschien zouden willen dat hun situatie anders was, kunnen zij toch een voldoening schenkend leven leiden. In dit tijdschrift hebben veel ervaringen gestaan van zulke personen die anderen zeer hebben aangemoedigd omdat zij op Jehovah vertrouwen en het beste van hun omstandigheden maken.
De apostel Paulus besprak een veel voorkomende situatie in zijn eigen tijd toen hij zei: „Werdt gij als slaaf geroepen? Laat het u geen zorgen baren; maar indien gij ook vrij kunt worden, grijp dan liever de gelegenheid aan” (1 Korinthiërs 7:21). Wat een evenwichtige zienswijze! Sommige situaties veranderen. Jonge mensen worden volwassen. Huwelijkspartners die tegenstanders zijn, aanvaarden in sommige gevallen de waarheid. Economische situaties zijn vaak verbeterd. Zieken zouden beter kunnen worden. In andere gevallen veranderen dingen wellicht pas in Jehovah’s nieuwe wereld. Maar wat voor nut heeft het erover te kniezen dat men niet kan doen wat anderen kunnen?
Hebt u ooit vogels hoog in de lucht zien zweven en de schoonheid en vrijheid van hun bewegingen bewonderd? Misschien wilde u dat u zo kon vliegen. Welnu, u kunt niet vliegen als de vogels, en dat zult u ook nooit kunnen! Maar waarschijnlijk klaagt u daar niet over. In plaats daarvan bent u blij met uw door God geschonken gaven. U kunt u hier op aarde rondlopend heel goed redden. Evenzo zal het leven ons voldoening schenken als wij, wat onze situatie in het leven ook is, ons concentreren op wat wij wel kunnen en niet kniezen over wat wij niet kunnen, en wij zullen vreugde smaken in Jehovah’s dienst. — Psalm 126:5, 6.
[Illustratie op blz. 28]
Heb je het gevoel dat je ouders je „opgesloten” houden?