Heb je vertrouwen in Jehovah’s aanpak?

1-2. (a) Waarom vinden velen het moeilijk mensen met gezag te vertrouwen? (b) Wat gaan we in dit artikel bespreken?

VELEN vinden het tegenwoordig moeilijk mensen met gezag te vertrouwen. Ze zien dat zowel juridische als politieke stelsels vaak de rijken en machtigen beschermen en de armen achterstellen. De Bijbel zegt terecht: ‘De ene mens heeft over de andere mens geheerst ten koste van de ander’ (Pred. 8:9). Daarnaast laat het gedrag van bepaalde religieuze leiders veel te wensen over, waardoor mensen geen vertrouwen in God meer hebben. Als je met iemand de Bijbel bestudeert, sta je dus voor de uitdaging hem te helpen vertrouwen op te bouwen in Jehovah en in zijn vertegenwoordigers op aarde.

² Maar in feite moeten wij allemaal blijven werken aan vertrouwen in Jehovah en zijn organisatie. Zelfs degenen die al jaren in de waarheid zijn, moeten oppassen dat ze nooit het vertrouwen verliezen dat Jehovah’s aanpak altijd de beste is. Soms gebeuren er dingen die een test kunnen vormen op je vertrouwen in Jehovah. We gaan in dit artikel kijken naar drie situaties waarin je vertrouwen op de proef kan worden gesteld: (1) als je bepaalde Bijbelverslagen leest, (2) als je richtlijnen van Jehovah’s organisatie krijgt en (3) als het in de toekomst moeilijk wordt.

VERTROUW OP JEHOVAH ALS JE DE BIJBEL LEEST

3. Hoe kunnen bepaalde verslagen in de Bijbel je vertrouwen in Jehovah op de proef stellen?

³ Als je Gods Woord leest, kun je soms vraagtekens hebben bij de manier waarop Jehovah met bepaalde mensen omging of bij bepaalde beslissingen die hij nam. In het boek Numeri lees je bijvoorbeeld dat Jehovah een Israëliet ter dood veroordeelde omdat hij op de sabbat hout aan het sprokkelen was. In 2 Samuël kom je erachter dat Jehovah eeuwen later koning David gratie verleende voor overspel en moord (Num. 15:32, 35; 2 Sam. 12:9, 13). Je kunt je afvragen: waarom vergaf Jehovah David moord en overspel terwijl hij een ander de doodstraf gaf voor iets dat minder ernstig lijkt? Laten we voor het antwoord eens kijken naar drie factoren die je moet meewegen als je de Bijbel leest.

4. Hoe vergroten Genesis 18:20, 21 en Deuteronomium 10:17 je vertrouwen in Jehovah’s oordelen?

⁴ De Bijbel vermeldt niet altijd alle details van een relaas. We weten bijvoorbeeld dat David oprecht berouw had van wat hij had gedaan (Ps. 51:2-4). Maar wat voor man was de persoon die de sabbatswet had overtreden? Had hij spijt van wat hij had gedaan? Had hij Jehovah’s wetten al eerder overtreden? Had hij waarschuwingen genegeerd of naast zich neergelegd? De Bijbel zegt er niets over. Maar je kunt er zeker van zijn dat Jehovah ‘zonder onrecht’ is (Deut. 32:4). Hij baseert zijn beslissingen op de feiten, niet op geruchten, vooroordeel of iets anders dat mensen zo vaak een vertekend beeld geeft. (Lees Genesis 18:20, 21; Deuteronomium 10:17.) Hoe meer je over Jehovah en zijn normen leert, hoe meer vertrouwen je krijgt in zijn oordelen. En al heb je bij het Bijbellezen vragen waar nu geen antwoord op is, je weet meer dan genoeg over onze God om er zeker van te zijn dat hij ‘rechtvaardig is in al zijn wegen’ (Ps. 145:17).

5. Welke invloed heeft onvolmaaktheid op ons rechtvaardigheidsgevoel? (Zie ook het kader ‘Door onvolmaaktheid ga je wazig zien’.)

⁵ Je rechtvaardigheidsgevoel is door onvolmaaktheid vervormd. Omdat we naar Gods beeld zijn gemaakt, kunnen we slecht tegen onrecht en oneerlijkheid (Gen. 1:26). Maar het kan zijn dat je door onvolmaaktheid kwesties verkeerd beoordeelt, zelfs als je denkt dat je alle feiten kent. Denk maar aan Jona, die het maar niets vond dat Jehovah besloot barmhartig te zijn voor de mensen in Ninevé (Jona 3:10–4:1). Maar wat was het resultaat? Meer dan 120.000 Ninevieten hadden berouw en werden gespaard! Het was Jona, en niet Jehovah, die er helemaal naast zat.

6. Waarom hoeft Jehovah zijn beslissingen niet aan ons uit te leggen?

⁶ Jehovah hoeft zijn beslissingen niet aan mensen uit te leggen. Het is waar dat hij zijn aanbidders soms toestond hun zorgen te uiten over een beslissing van hem (Gen. 18:25; Jona 4:2, 3). En soms gaf hij een verklaring voor zijn besluit (Jona 4:10, 11). Toch is hij niet verplicht zich voor ons te verantwoorden. Als Schepper heeft hij niet onze instemming nodig voor- of nadat hij iets doet (Jes. 40:13, 14; 55:9).

VERTROUW OP JEHOVAH ALS JE RICHTLIJNEN KRIJGT

7. Wat kan moeilijk zijn, en waarom?

⁷ Ongetwijfeld ben je ervan overtuigd dat Jehovah altijd doet wat juist is. Maar misschien vind je het moeilijk vertrouwen te hebben in de mensen die hij heeft aangesteld. Je kunt je afvragen: volgen degenen die in zijn organisatie een mate van gezag hebben echt zijn leiding of doen ze dingen op eigen houtje? Misschien hebben sommigen in Bijbelse tijden dat ook gedacht. Denk maar aan de voorbeelden in alinea 3. Een familielid van de man die de sabbatswet overtrad had zich af kunnen vragen of Mozes wel echt Jehovah had geraadpleegd toen de man ter dood werd veroordeeld. En een vriend van de Hethiet Uria, de man van de vrouw die overspel pleegde met David, had kunnen denken dat David zijn positie als koning gebruikte om zijn verdiende straf te ontlopen. Maar de simpele waarheid is dat je niet kunt zeggen dat je op Jehovah vertrouwt als je geen vertrouwen hebt in zijn vertegenwoordigers op aarde, de personen in wie Jehovah vertrouwen heeft.

8. Wat is de overeenkomst tussen wat in Handelingen 16:4, 5 wordt gezegd en het functioneren van de gemeente in deze tijd?

⁸ Jehovah leidt het aardse deel van zijn organisatie door middel van ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ (Matth. 24:45). Die slaaf heeft net als het besturende lichaam in de eerste eeuw de zorg voor Gods volk wereldwijd en geeft leiding aan de ouderlingen. (Lees Handelingen 16:4, 5.) De ouderlingen zien er vervolgens op toe dat de instructies in de gemeenten worden opgevolgd. Je toont vertrouwen in Jehovah’s aanpak door de richtlijnen op te volgen die je krijgt van de organisatie en de ouderlingen.

9. Wanneer kan het lastig zijn een beslissing van de ouderlingen te steunen, en waarom?

⁹ Soms kan het een uitdaging zijn de beslissingen van de ouderlingen te steunen. Zo zijn in de afgelopen jaren veel gemeenten en kringen opnieuw ingedeeld. De ouderlingen hebben verkondigers soms gevraagd naar een andere gemeente te gaan zodat de capaciteit van onze Koninkrijkszalen zo goed mogelijk wordt benut. Als dat aan jou wordt gevraagd, vind je het misschien moeilijk familie en vrienden achter te laten. Wordt het de ouderlingen door God ingegeven waar ze elke verkondiger precies moeten toewijzen? Nee. En dat kan het juist zo lastig maken de leiding die we krijgen te volgen. Maar Jehovah vertrouwt zulke beslissingen aan de ouderlingen toe, en dus moeten ook wij vertrouwen in ze hebben.b

10. Waarom moeten we met de ouderlingen samenwerken? (Hebreeën 13:17)

¹⁰ Waarom moet je de beslissingen van de ouderlingen steunen, ook als je het zelf liever anders had gewild? Omdat je op die manier meehelpt de eenheid van Gods volk in stand te houden (Ef. 4:2, 3). Gemeenten floreren als iedereen zich nederig voegt naar de beslissingen die het lichaam van ouderlingen neemt. (Lees Hebreeën 13:17.) Belangrijker nog, je laat Jehovah zien dat je op hem vertrouwt door samen te werken met degenen aan wie hij de zorg voor ons toevertrouwt (Hand. 20:28).

11. Wat kan je meer vertrouwen geven in de leiding van de ouderlingen?

¹¹ Je vertrouwen in de leiding van de ouderlingen kan groeien als je voor ogen houdt dat ze om heilige geest bidden wanneer ze gemeentezaken bespreken. Ze denken ook goed na over relevante principes uit de Bijbel en raadplegen richtlijnen van Jehovah’s organisatie. Ze willen graag Jehovah blij maken en zijn volk de allerbeste zorg bieden. Die trouwe broeders weten dat ze God verantwoording schuldig zijn voor de manier waarop ze zich van hun taak kwijten (1 Petr. 5:2, 3). En denk hier eens over na: in een wereld die verdeeld is door ras, religie en politiek, is Jehovah’s volk verenigd in de aanbidding van de ene ware God. Dat is alleen maar mogelijk dankzij Jehovah’s zegen op zijn organisatie.

12. Welke factoren nemen de ouderlingen in overweging als ze vaststellen of iemand berouw heeft?

¹² Jehovah heeft de ouderlingen de zware verantwoordelijkheid gegeven de gemeente rein te houden. Als een christen een ernstige zonde begaat, verwacht Jehovah dat de ouderlingen vaststellen of hij in de gemeente kan blijven. Ze moeten onder andere te weten komen of hij echt spijt heeft van wat hij heeft gedaan. Misschien zegt hij dat hij berouw heeft. Maar haat hij echt wat hij heeft gedaan? Is hij vastbesloten niet opnieuw in dezelfde zonde te vervallen? Als slechte omgang tot zijn zonde heeft geleid, is hij dan bereid de contacten te verbreken? De ouderlingen nemen gebedsvol in overweging wat de feiten zijn, wat de Bijbel zegt en welke houding de kwaaddoener heeft tegenover wat hij heeft gedaan. Daarna besluiten ze of hij in de gemeente kan blijven. In sommige gevallen moet hij worden uitgesloten (1 Kor. 5:11-13).

13. Welke zorgen kun je hebben als een vriend of familielid wordt uitgesloten?

¹³ Hoe kan je vertrouwen in de ouderlingen op de proef worden gesteld? Als er iemand wordt uitgesloten die geen goede vriend of familielid is, vind je het misschien makkelijk het besluit van de ouderlingen te accepteren. Maar stel dat het om een goede vriend gaat. Misschien ben je bang dat de ouderlingen niet alle feiten hebben overwogen. Misschien betwijfel je of ze de kwestie wel echt hebben beoordeeld zoals Jehovah dat zou doen. Wat kan je helpen de juiste houding te hebben tegenover de beslissing?

14. Wat kan je helpen als een beslissing van de ouderlingen over kwaaddoen je persoonlijk treft?

¹⁴ We moeten niet vergeten dat uitsluiting een regeling van Jehovah is. Bedenk dat het tot voordeel is van de gemeente en ook tot voordeel kan zijn van de kwaaddoener. Iemand die geen berouw heeft kan een slechte invloed op anderen hebben als hij in de gemeente mag blijven (Gal. 5:9). Misschien erkent hij niet hoe ernstig zijn zonde is en vindt hij het niet nodig zijn manier van denken en doen te veranderen zodat hij weer Jehovah’s goedkeuring krijgt (Pred. 8:11). Je kunt er zeker van zijn dat als de ouderlingen beoordelen of iemand moet worden uitgesloten, ze hun verantwoordelijkheid heel serieus nemen. Ze beseffen dat ze net als de rechters in het oude Israël niet ‘rechtspreken voor mensen maar voor Jehovah’ (2 Kron. 19:6, 7).

NU OP JEHOVAH VERTROUWEN BEREIDT JE VOOR OP DE TOEKOMST

15. Waarom is het nu belangrijker dan ooit te vertrouwen op Jehovah’s leiding?

¹⁵ Omdat het einde van deze wereld zo dichtbij is, is het belangrijker dan ooit vertrouwen te hebben in Jehovah’s aanpak. Tijdens de grote verdrukking krijgen we misschien instructies die vreemd, lastig of onlogisch lijken. Natuurlijk gaat Jehovah niet rechtstreeks tot ons spreken. Waarschijnlijk geeft hij richtlijnen via de vertegenwoordigers die hij heeft aangesteld. Maar dan zal het zeker niet de tijd zijn om aan de richtlijnen te twijfelen of om je af te vragen: komt dit echt van Jehovah of doen de verantwoordelijke broeders dit op eigen houtje? Wat zul jij doen in die belangrijke tijd in de geschiedenis? Je antwoord hangt misschien af van hoe je nu tegen theocratische leiding aankijkt. Als je de richtlijnen die we nu krijgen vertrouwt en gewillig opvolgt, zul je dat waarschijnlijk ook doen tijdens de grote verdrukking (Luk. 16:10).

16. Wat kan binnenkort een test op je vertrouwen in Jehovah’s oordelen worden?

¹⁶ Het is ook goed na te denken over je reactie als Jehovah het oordeel aan deze wereld voltrekt. Op dit moment hebben we nog hoop voor personen die Jehovah niet dienen, zoals ongelovige familieleden. Maar in Armageddon zal Jehovah via Jezus de eindbeslissing nemen over hun toekomst (Matth. 25:31-33; 2 Thess. 1:7-9). Wij hebben niet in de hand voor wie Jehovah barmhartig zal zijn en voor wie niet (Matth. 25:34, 41, 46). Zul je dan op Jehovah’s oordeel vertrouwen of zal het je tot struikelen brengen? Het mag duidelijk zijn dat het nu de tijd is meer vertrouwen in Jehovah op te bouwen zodat je hem in de toekomst onvoorwaardelijk vertrouwt.

17. Hoe zal het zijn als Jehovah het oordeel aan deze wereld heeft voltrokken?

¹⁷ Stel je eens voor hoe het in de nieuwe wereld zal zijn als Jehovah’s oordeel is voltrokken. Er zal geen valse religie meer zijn, geen hebzuchtige commerciële wereld en geen politieke machten die mensen onderdrukken en ellende veroorzaken. Geen last meer van gezondheidsproblemen, ouderdomskwalen of het gemis van dierbaren als je ’s ochtends opstaat. Satan en zijn demonen zullen duizend jaar worden opgesloten. De gevolgen van hun opstand zijn dan verdwenen (Openb. 20:2, 3). Wat zul je dankbaar zijn dat je op Jehovah’s aanpak hebt vertrouwd!

18. Wat leren we van wat we in Numeri 11:4-6 en 21:5 over de Israëlieten lezen?

¹⁸ Zou het kunnen dat je vertrouwen in Jehovah’s aanpak ook in de nieuwe wereld op de proef wordt gesteld? Denk eens aan wat er gebeurde kort nadat de Israëlieten uit slavernij in Egypte waren bevrijd. Sommige begonnen te klagen omdat ze het verse voedsel zo misten. Ze zeiden zelfs dat het manna waarin Jehovah had voorzien afschuwelijk was. (Lees Numeri 11:4-6; 21:5.) Zou zoiets ons na de grote verdrukking ook kunnen overkomen? We weten niet hoeveel werk het zal zijn alles na de vernietiging op te ruimen en de aarde geleidelijk in een paradijs te veranderen. Waarschijnlijk zal er veel te doen zijn en is het aanvankelijk nog wat behelpen. Zou je dan durven te klagen over de dingen waarin Jehovah voorziet? Eén ding is zeker: hoe meer je Jehovah’s voorzieningen nu waardeert, hoe groter de kans dat je ze dan waardeert.

19. Wat zijn hoofdpunten van dit artikel?

¹⁹ Jehovah pakt de dingen altijd op de juiste manier aan. Het is belangrijk dat je daarvan overtuigd bent. Je moet ook vertrouwen hebben in degenen aan wie Jehovah het uitvoeren van zijn instructies toevertrouwt. Vergeet nooit wat Jehovah tegen de profeet Jesaja zei: ‘Jullie kracht zal liggen in kalmte en vertrouwen’ (Jes. 30:15).