HOOFDSTUK 10
Manieren om je dienst uit te breiden
TOEN Jezus zijn discipelen er als Koninkrijkspredikers op uit stuurde, zei hij tegen ze: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig werkers.’ Omdat er veel werk te doen was, zei hij verder: ‘Smeek de Meester van de oogst dat hij werkers stuurt om zijn oogst binnen te halen’ (Matth. 9:37, 38). Jezus vertelde de discipelen hoe ze hun dienst moesten doen. Zijn woorden hadden een dringende toon: ‘De Mensenzoon zal komen voordat jullie langs alle steden van Israël zijn rondgetrokken’ (Matth. 10:23).
2 Ook in deze tijd is er veel te doen in de prediking. Het goede nieuws van het Koninkrijk moet gepredikt worden voordat het einde komt en er is niet veel tijd meer! (Mark. 13:10) Omdat het veld de wereld is, staan we voor net zo’n situatie als Jezus en zijn discipelen, alleen op veel grotere schaal. Wij zijn met weinigen vergeleken met de miljarden mensen die nu leven, maar we kunnen er zeker van zijn dat Jehovah ons zal helpen. Het goede nieuws van het Koninkrijk zal gepredikt worden over de hele aarde en het einde zal komen op Jehovah’s bestemde tijd. Staat Gods Koninkrijk op de eerste plaats in je leven, zodat je in je dienst alles doet wat je kunt? Welke theocratische doelen kun je in dit verband nastreven?
3 Jezus verklaarde als volgt wat Jehovah van Zijn opgedragen aanbidders vraagt: ‘Je moet Jehovah, je God, liefhebben met je hele hart, je hele ziel, je hele verstand en je hele kracht’ (Mark. 12:30). Er wordt van ons gevraagd dat we onze dienst voor God met onze hele ziel doen. Dat betekent dat we de diepte van onze toewijding en de oprechtheid van onze opdracht kunnen tonen door ons uiterste best te doen in Jehovah’s dienst (2 Tim. 2:15). Afhankelijk van onze omstandigheden en bekwaamheden staan er voor ons allemaal mogelijkheden open. We gaan de verschillende mogelijkheden bespreken, zodat je zelf kunt bepalen welke theocratische doelen je wilt nastreven om in je dienst alles te doen wat je kunt.
ALS GEMEENTEVERKONDIGER DIENEN
4 Iedereen die de waarheid aanvaardt, heeft het voorrecht het goede nieuws bekend te maken. Dat is het belangrijkste werk dat Jezus zijn discipelen opdroeg (Matth. 24:14; 28:19, 20). Meestal begint een discipel van Jezus Christus over het goede nieuws te praten zodra hij het hoort. Dat deden Andreas, Filippus, Cornelius en anderen (Joh. 1:40, 41, 43-45; Hand. 10:1, 2, 24; 16:14, 15, 25-34). Betekent dit dat iemand zelfs nog voordat hij gedoopt is het goede nieuws aan anderen kan vertellen? Inderdaad. Zodra iemand ervoor in aanmerking komt een ongedoopte verkondiger in de gemeente te zijn, mag hij het goede nieuws van huis tot huis prediken. Afhankelijk van zijn bekwaamheden en omstandigheden kan hij ook aan andere takken van de velddienst deelnemen.
5 Als een verkondiger eenmaal gedoopt is, wil hij natuurlijk alles doen wat hij kan om anderen te helpen het goede nieuws te leren kennen. Zowel mannen als vrouwen hebben het voorrecht om te prediken. Het is echt bijzonder om zelfs maar een klein aandeel te hebben aan het bevorderen van de belangen van Gods Koninkrijk. En als iemand zijn dienst kan uitbreiden met extra voorrechten, zal dat hem zeker gelukkig maken.
DIENEN WAAR DE BEHOEFTE GROTER IS
6 Misschien wordt het gebied van jullie gemeente vaak bewerkt en wordt er een goed getuigenis gegeven. Dan kan het zijn dat je je dienst wilt uitbreiden door naar een gebied te verhuizen waar de behoefte in het veld groter is (Hand. 16:9). Als je ouderling of dienaar bent, is er misschien een andere gemeente die je hulp goed kan gebruiken. Je kunt ook de kringopziener om suggesties vragen hoe je een andere gemeente in de kring kunt helpen. Als je in een ander gebied in eigen land wilt dienen, kan het bijkantoor je nuttige informatie geven.
7 Zou je graag in een ander land willen dienen? Dan moet je daar goed over nadenken. Praat erover met de ouderlingen in je gemeente. Zo’n stap zal veel invloed hebben op jezelf en op degenen die met je meegaan (Luk. 14:28). Als je niet voor een langere tijd wilt blijven, kun je beter overwegen om in een gebied in je eigen land te dienen.
8 In sommige landen zijn broeders die als opziener worden aangesteld, relatief nieuw in de waarheid. Nederige plaatselijke broeders zijn bereid om ervaren ouderlingen die naar de gemeente verhuizen de leiding te laten nemen. Als jij ouderling bent en overweegt om naar zo’n land te verhuizen, houd dan in gedachte dat het niet je doel is de plaatselijke broeders te vervangen. Het is juist de bedoeling dat jullie samen dienen. Moedig de broeders aan om naar meer verantwoordelijkheid in de gemeente te streven (1 Tim. 3:1). Heb geduld als bepaalde dingen niet zo worden gedaan als je in je eigen land gewend was. Gebruik je ervaring als ouderling om echt een hulp voor de broeders te zijn. Als je dan op een bepaald moment terug moet naar je land, zullen de plaatselijke ouderlingen beter zorg kunnen dragen voor de gemeente.
9 Voordat het bijkantoor je de namen van gemeenten kan geven die hulp kunnen gebruiken, moet het dienstcomité van je gemeente een aanbevelingsbrief schrijven. Zo’n brief is altijd nodig, of je nu ouderling, dienaar, pionier of verkondiger bent. Het dienstcomité zal de aanbevelingsbrief meesturen met jouw brief aan het bijkantoor van het land waar je wilt dienen.
IN EEN ANDERE TAAL PREDIKEN
10 Om je dienst uit te breiden, wil je misschien overwegen om een andere taal te leren, bijvoorbeeld een gebarentaal. Als je graag in een andere taal wilt leren prediken, ga dan eens met de ouderlingen en de kringopziener praten. Zij kunnen suggesties en de nodige aanmoediging geven. Sommige kringen hebben onder leiding van het bijkantoor taalcursussen georganiseerd om bekwame verkondigers en pioniers te leren in een andere taal te prediken.
DE PIONIERSDIENST
11 Alle verkondigers moeten op de hoogte zijn van de algemene vereisten voor de speciale, gewone en hulppioniersdienst, en ook voor andere vormen van volletijddienst. Een pionier moet een voorbeeldige gedoopte christen zijn, die vanwege zijn omstandigheden een specifiek aantal uren aan de prediking van het goede nieuws kan besteden. Aanmeldingen voor de gewone en hulppioniersdienst worden door het dienstcomité goedgekeurd, terwijl speciale pioniers door het bijkantoor worden aangesteld.
12 Hulppioniers kunnen, afhankelijk van hun omstandigheden, voor minimaal een maand of een aantal maanden achtereen worden aangesteld of kunnen in de vaste hulppioniersdienst staan. Veel Koninkrijksverkondigers vinden het fijn om bij speciale gelegenheden in de hulppioniersdienst te staan, zoals in de periode van het Avondmaal of in de maand waarin de kringopziener de gemeente bezoekt. Sommige kiezen vakantiemaanden uit. Gedoopte verkondigers in de schoolgaande leeftijd zullen misschien in de hulppioniersdienst willen gaan als ze vakantie hebben. In maart en april en in de maand van het bezoek van de kringopziener kunnen verkondigers als hulppionier dienen met een lager urenvereiste. Het maakt niet uit wat je omstandigheden zijn — als je denkt dat je één of meer maanden als hulppionier kunt dienen, als je een goede morele reputatie en reine gewoonten hebt en je aan het urenvereiste kunt voldoen, dan zullen de ouderlingen je aanvraag voor dit dienstvoorrecht graag willen beschouwen.
13 Om als gewone pionier aangesteld te kunnen worden, moet je op dit moment in staat zijn het jaarlijkse urenvereiste te halen. Als gewone pionier moet je bereid zijn nauw met je gemeente samen te werken. IJverige pioniers zijn een zegen voor de gemeente doordat ze anderen enthousiast maken voor de velddienst en hen er zelfs toe aanmoedigen ook te gaan pionieren. Maar voordat je je voor de gewone pioniersdienst kunt opgeven, moet je een voorbeeldige verkondiger zijn die minstens zes maanden gedoopt is.
14 Speciale pioniers worden in principe gekozen uit gewone pioniers die hebben laten zien dat ze effectieve predikers zijn. Ze moeten overal kunnen dienen waar het bijkantoor ze toewijst. Dat is vaak in geïsoleerd gebied, waar ze naar geïnteresseerden kunnen zoeken om nieuwe gemeenten op te richten. Soms worden speciale pioniers toegewezen aan gemeenten die hulp nodig hebben om hun gebied te bewerken. Sommige speciale pioniers die ook ouderling zijn, hebben de toewijzing gekregen om kleine gemeenten te helpen, zelfs als daar geen speciale behoefte aan extra werkers in het veld is. Speciale pioniers krijgen zakgeld voor hun kosten van levensonderhoud. Sommige speciale pioniers krijgen een tijdelijke aanstelling.
VELDZENDELINGEN
15 Veldzendelingen worden aangesteld door het Dienstcomité van het Besturende Lichaam en worden vervolgens door het plaatselijke bijkantoorcomité toegewezen aan een dichtbevolkt gebied. Ze hebben een stabiliserende en versterkende invloed op de prediking en de gemeenteactiviteiten. Veldzendelingen zijn vaak opgeleid aan de School voor Koninkrijkspredikers. Ze worden voorzien van huisvesting en krijgen zakgeld voor hun kosten van levensonderhoud.
KRINGDIENST
16 Personen die door het Besturende Lichaam worden aangesteld als kringopziener worden eerst opgeleid als vervangend kringopziener en doen daarin ervaring op. Ze houden van de velddienst en van hun broeders en zusters. Het zijn ijverige pioniers, goede Bijbelstudenten en effectieve sprekers en onderwijzers. Ze leggen duidelijk de vrucht van de geest aan de dag en geven blijk van evenwicht, redelijkheid en onderscheidingsvermogen. Als een broeder getrouwd is, is zijn pionierende vrouw voorbeeldig in haar gedrag en omgang met anderen. Ze is effectief in de velddienst. Ze begrijpt ook haar rol als onderworpen christelijke vrouw en zal haar man niet in de rede vallen, voor haar beurt spreken of gesprekken domineren. Kringopzieners en hun vrouwen hebben een zwaar schema, dus personen die naar dit dienstvoorrecht streven moeten een goede gezondheid hebben. Pioniers kunnen zich niet aanmelden voor de kringdienst. Ze kunnen wel aan de kringopziener laten weten dat ze interesse hebben voor deze tak van dienst en hij zal hun dan suggesties geven.
THEOCRATISCHE SCHOLEN
17 School voor Koninkrijkspredikers: Er is behoefte aan meer Koninkrijkspredikers die weinig bewerkt gebied kunnen bewerken en gemeenten geestelijk kunnen opbouwen. Daarom kunnen ongehuwde broeders, ongehuwde zusters en echtparen zich aanmelden voor een gespecialiseerde opleiding aan de School voor Koninkrijkspredikers. Veel afgestudeerden krijgen na de school een toewijzing als gewone pionier om in hun eigen land te dienen in een plaats waar meer behoefte is. Personen die zich vollediger beschikbaar kunnen stellen, krijgen soms een andere toewijzing in hun eigen land of in een ander land. Enkelen worden misschien aangesteld als tijdelijke of vaste speciale pioniers. Pioniers die interesse hebben voor deze school, kunnen meer informatie over de vereisten krijgen op de vergadering die voor dit doel op regionale congressen wordt gehouden.
18 Wachttoren-Bijbelschool Gilead: Ongehuwde broeders, ongehuwde zusters en echtparen die voor deze school worden uitgenodigd, spreken Engels en dienen in de speciale volletijddienst. Ze hebben het potentieel om een versterkende en stabiliserende invloed te hebben op het veld of op de bijkantoororganisatie. Ze hebben al laten zien dat ze hun broeders en zusters graag willen dienen en anderen op een vriendelijke manier kunnen helpen Bijbelse en theocratische richtlijnen op te volgen. Potentiële studenten wordt door het plaatselijke bijkantoorcomité gevraagd een aanmeldingsformulier in te vullen. Afgestudeerden worden aan het veld of het bijkantoor in een ander land of hun eigen land toegewezen.
BETHELDIENST
19 Het is een bijzonder voorrecht om op Bethel te dienen. De naam Bethel betekent ‘huis van God’, en die aanduiding is heel passend voor deze centra van theocratische activiteit. De broeders en zusters die op Bethel dienen, doen belangrijk werk in verband met het produceren, vertalen en verzenden van Bijbelse lectuur. Hun werk is van grote waarde voor het Besturende Lichaam, dat toezicht uitoefent over en leiding geeft aan alle gemeenten in de wereld. Veel Bethelieten die vertaalwerk doen, wonen en werken in een gebied waar de taal wordt gesproken waarin ze vertalen. Daardoor kunnen ze de taal in het dagelijks leven horen spreken en zelf zien of mensen de taal begrijpen zoals die in de vertaalde publicaties wordt gebruikt.
20 Veel van het werk op Bethel bestaat uit zwaar lichamelijk werk. Om die reden worden voor Bethel meestal jonge opgedragen, gedoopte broeders uitgenodigd die een goede gezondheid hebben en lichamelijk sterk zijn. Als er op het bijkantoor dat de supervisie heeft over jouw land behoefte is en je graag op Bethel wilt dienen, kun je meer over de vereisten te weten komen via de ouderlingen in je gemeente.
BOUWDIENST
21 Werken aan theocratische bouwprojecten is een vorm van heilige dienst die te vergelijken is met de bouw van Salomo’s tempel (1 Kon. 8:13-18). Veel broeders en zusters tonen een bijzondere ijver door hun tijd en middelen aan te bieden voor dit werk.
22 Kun jij meehelpen? Als je een gedoopte verkondiger bent en je bereid bent een aandeel aan dit werk te hebben, zullen de broeders die de supervisie hebben over bouwprojecten in jouw omgeving heel blij zijn met je hulp. Als je weinig bouwervaring hebt, willen ze je graag opleiden. Waarom zou je de plaatselijke ouderlingen niet laten weten dat je je hiervoor beschikbaar wilt stellen? Sommige gedoopte verkondigers die hiervoor in aanmerking komen, hebben zich zelfs kunnen aanbieden voor theocratische bouwprojecten in andere landen.
23 Er zijn veel mogelijkheden om mee te werken aan bouwprojecten. Voorbeeldige gedoopte verkondigers die een mate van vakbekwaamheid hebben en die projecten in hun eigen omgeving kunnen ondersteunen, kunnen als vrijwilliger van de Plaatselijke Bouwafdeling dienen. Anderen kunnen projecten verder weg ondersteunen voor een periode van twee weken tot drie maanden en worden door het bijkantoor voor die periode als bouwvrijwilliger aangesteld. Iemand die wordt aangesteld om op langere termijn te dienen, wordt een bouwdienaar genoemd. Een bouwdienaar die een toewijzing in het buitenland krijgt, dient als expatbouwdienaar. Bij alle projecten heeft een bouwteam dat bestaat uit bouwdienaren en bouwvrijwilligers de leiding. Ze worden ondersteund door vrijwilligers van de Plaatselijke Bouwafdeling en vrijwilligers uit gemeenten die bij het project betrokken zijn. Bouwteams gaan binnen het gebied van het bijkantoor van project naar project.
WAT ZIJN JE GEESTELIJKE DOELEN?
24 Als je je leven aan Jehovah hebt opgedragen, heb je de wens Jehovah voor altijd te dienen. Maar wat zijn ondertussen je geestelijke doelen? Geestelijke doelen zullen je helpen je energie en andere middelen verstandig te gebruiken (1 Kor. 9:26). Het stellen van zulke doelen bevordert je geestelijke groei en zal je helpen je te concentreren op wat echt belangrijk is en naar grotere dienstvoorrechten te streven (Fil. 1:10; 1 Tim. 4:15, 16).
25 We kunnen in onze dienst voor Jehovah het prachtige voorbeeld van Paulus navolgen (1 Kor. 11:1). Hij deed zijn uiterste best om Jehovah zo goed mogelijk te dienen. Hij besefte dat Hij hem veel mogelijkheden had geboden. Aan de broeders en zusters in Korinthe schreef hij: ‘De deur naar activiteit is voor mij wijd opengezet.’ Dat geldt ook voor ons. We hebben veel gelegenheden om Jehovah samen met de gemeente te dienen, vooral door het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken. Maar net als Paulus moeten we in gedachte houden dat we met ‘veel tegenstanders’ te maken zullen krijgen als we die ‘deur naar activiteit’ binnengaan (1 Kor. 16:9). Paulus was bereid zichzelf een strenge discipline op te leggen. Merk op wat hij zei: ‘Ik beuk mijn lichaam en leid het als een slaaf’ (1 Kor. 9:24-27). Denk jij er net zo over?
Geestelijke doelen zullen je helpen je energie en andere middelen verstandig te gebruiken
26 Iedereen wordt aangemoedigd om naar theocratische doelen te streven die bij zijn persoonlijke omstandigheden passen. Velen staan nu in de volletijddienst omdat ze zich al vroeg in hun leven theocratische doelen hadden gesteld. Als kind werden ze hier al door hun ouders en anderen toe aangemoedigd. Ze hebben een heel rijk leven in Jehovah’s dienst en hebben daar geen spijt van (Spr. 10:22). We kunnen ons ook ten doel stellen elke week in de velddienst te gaan, een Bijbelstudie op te richten en te leiden of meer tijd te besteden aan het voorbereiden van de vergaderingen. Het belangrijkste is dat we standvastig blijven en in onze dienst alles doen wat we kunnen. Als we dat doen, zullen we Jehovah eren en ook ons uiteindelijke doel bereiken: hem voor eeuwig te dienen (Luk. 13:24; 1 Tim. 4:7b, 8).