Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Surinaamse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERING
  • 2 Samuël 1
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud 2 Samuël

      • David hoort van Sauls dood (1-16)

      • Davids klaaglied over Saul en Jonathan (17-27)

2 Samuël 1:1

Voetnoten

  • *

    Of ‘het neerslaan van’.

Verwijsteksten

  • +1Sa 27:5, 6

2 Samuël 1:4

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:1, 6; 1Kr 10:4, 6

2 Samuël 1:6

Verwijsteksten

  • +1Sa 28:4; 1Kr 10:1
  • +1Sa 31:3; 1Kr 10:3

2 Samuël 1:8

Verwijsteksten

  • +Ex 17:16; De 25:19; 1Sa 15:20; 30:1

2 Samuël 1:9

Voetnoten

  • *

    Of ‘mijn hele ziel is nog in me’.

2 Samuël 1:10

Voetnoten

  • *

    Of ‘diadeem’.

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:4

2 Samuël 1:12

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:11, 13
  • +1Sa 31:1

2 Samuël 1:14

Verwijsteksten

  • +Nu 12:8; 1Sa 24:6; 26:9; 31:4

2 Samuël 1:15

Verwijsteksten

  • +2Sa 4:10

2 Samuël 1:16

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘Je bloed komt op je eigen hoofd.’

Verwijsteksten

  • +2Sa 1:6, 10

2 Samuël 1:17

Voetnoten

  • *

    Of ‘rouwlied’.

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:6

2 Samuël 1:18

Verwijsteksten

  • +Joz 10:13

2 Samuël 1:19

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:8

2 Samuël 1:20

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:9

2 Samuël 1:21

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:1; 1Kr 10:1
  • +Le 27:16

2 Samuël 1:22

Verwijsteksten

  • +1Sa 18:4; 20:20
  • +1Sa 14:47

2 Samuël 1:23

Voetnoten

  • *

    Of ‘aangenaam’.

Verwijsteksten

  • +1Sa 18:1
  • +1Sa 31:6; 1Kr 10:6
  • +Job 9:26
  • +Sp 30:30

2 Samuël 1:24

Voetnoten

  • *

    Of ‘rijkversierde felrode stoffen’.

2 Samuël 1:25

Verwijsteksten

  • +1Sa 31:8

2 Samuël 1:26

Verwijsteksten

  • +1Sa 18:1, 3
  • +1Sa 19:2; 20:17, 41; 23:16-18; Sp 17:17; 18:24

Algemeen

2 Sam. 1:11Sa 27:5, 6
2 Sam. 1:41Sa 31:1, 6; 1Kr 10:4, 6
2 Sam. 1:61Sa 28:4; 1Kr 10:1
2 Sam. 1:61Sa 31:3; 1Kr 10:3
2 Sam. 1:8Ex 17:16; De 25:19; 1Sa 15:20; 30:1
2 Sam. 1:101Sa 31:4
2 Sam. 1:121Sa 31:11, 13
2 Sam. 1:121Sa 31:1
2 Sam. 1:14Nu 12:8; 1Sa 24:6; 26:9; 31:4
2 Sam. 1:152Sa 4:10
2 Sam. 1:162Sa 1:6, 10
2 Sam. 1:171Sa 31:6
2 Sam. 1:18Joz 10:13
2 Sam. 1:191Sa 31:8
2 Sam. 1:201Sa 31:9
2 Sam. 1:211Sa 31:1; 1Kr 10:1
2 Sam. 1:21Le 27:16
2 Sam. 1:221Sa 18:4; 20:20
2 Sam. 1:221Sa 14:47
2 Sam. 1:231Sa 18:1
2 Sam. 1:231Sa 31:6; 1Kr 10:6
2 Sam. 1:23Job 9:26
2 Sam. 1:23Sp 30:30
2 Sam. 1:251Sa 31:8
2 Sam. 1:261Sa 18:1, 3
2 Sam. 1:261Sa 19:2; 20:17, 41; 23:16-18; Sp 17:17; 18:24
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
2 Samuël 1:1-27

Het tweede boek Samuël

1 Na Sauls dood kwam David terug van zijn overwinning op* de Amalekieten en ging hij naar Zi̱klag.+ Twee dagen gingen voorbij. 2 Op de derde dag kwam er een man uit het kamp van Saul. Zijn kleren waren gescheurd en hij had aarde op zijn hoofd. Toen hij bij David kwam, liet hij zich op zijn knieën vallen en boog diep.

3 David vroeg hem: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Uit het kamp van Israël. Ik ben gevlucht.’ 4 David vroeg: ‘Hoe is het afgelopen? Vertel het me alsjeblieft.’ Hij zei: ‘Het leger is op de vlucht geslagen en velen zijn gesneuveld. Zelfs Saul en zijn zoon Jonathan zijn omgekomen.’+ 5 Toen zei David tegen de jonge man die het bericht bracht: ‘Hoe weet je dat Saul en zijn zoon Jonathan omgekomen zijn?’ 6 ‘Ik kwam toevallig op de berg Gilbo̱a’,+ vertelde de jonge man, ‘en daar zag ik Saul, die op zijn speer leunde. De strijdwagens en ruiters hadden hem bijna ingehaald.+ 7 Hij draaide zich om, zag mij en riep me. Ik zei: “Hier ben ik!” 8 “Wie ben je?”, vroeg hij. Ik antwoordde: “Ik ben een Amalekiet.”+ 9 Toen zei hij: “Kom hier en dood me. Want ik leef nog,* maar ik lijd ondraaglijke pijn.” 10 Ik ging dus naar hem toe en doodde hem,+ want ik wist dat hij zo ernstig gewond was dat hij het niet zou overleven. Daarna haalde ik de kroon* van zijn hoofd en de armband van zijn arm en bracht ze hier naar mijn heer.’

11 Toen greep David zijn kleren en scheurde ze, en alle mannen die bij hem waren, deden hetzelfde. 12 Ze jammerden, huilden en vastten+ tot de avond vanwege Saul, zijn zoon Jonathan, het volk van Jehovah en het huis van Israël,+ omdat ze waren omgekomen door het zwaard.

13 David vroeg aan de jonge man die hem het bericht had gebracht: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik ben de zoon van een Amalekiet die als vreemdeling in Israël woont.’ 14 Toen zei David: ‘Hoe durfde je je hand uit te steken tegen de gezalfde van Jehovah+ en hem te doden?’ 15 David riep een van zijn jonge mannen en zei tegen hem: ‘Kom hier en dood hem.’ De jonge man sloeg hem dus neer zodat hij stierf.+ 16 David zei: ‘Je bent verantwoordelijk voor je eigen dood.* Je eigen mond heeft je beschuldigd doordat je zei: “Ik heb de gezalfde van Jehovah gedood.”’+

17 Toen zong David dit klaaglied* over Saul en zijn zoon Jonathan,+ 18 en hij zei dat het volk van Juda het lied moest leren. Het heet ‘De boog’ en het staat in het boek van Ja̱sjar:+

19 ‘Je trots, o Israël, ligt gesneuveld op je hoogten.+

Je dappere strijders zijn gevallen.

20 Vertel het niet rond in Gath,+

maak het niet bekend op de straten van A̱skelon.

Anders zullen de dochters van de Filistijnen zich verheugen

en de dochters van de onbesneden mannen juichen.

21 O bergen van Gilbo̱a,+

laat er geen dauw, geen regen op je zijn,

geen velden met heilige bijdragen.+

Daar werd het schild van dappere strijders onteerd,

het schild van Saul, niet langer met olie gezalfd.

22 Zonder het bloed van verslagenen of het vet van dappere strijders

keerde de boog van Jonathan niet terug,+

het zwaard van Saul miste nooit zijn doel.+

23 Saul en Jonathan,+ bij leven bemind en geliefd,*

bij de dood niet gescheiden.+

Sneller dan arenden waren ze,+

sterker dan leeuwen.+

24 Dochters van Israël, treur over Saul.

Hij kleedde jullie in rijkversierd scharlaken,*

bracht gouden sieraden aan op jullie kleding.

25 De dappere mannen zijn gevallen in de strijd!

Jonathan ligt gesneuveld op de hoogten!+

26 Ik ben door verdriet overweldigd, mijn broeder Jonathan,

je was me heel dierbaar.+

Jouw liefde betekende meer voor me dan de liefde van vrouwen.+

27 Zo zijn de dappere strijders gevallen

en de oorlogswapens vergaan!’

Publicaties in Surinaamse Gebarentaal (2008-2024)
Afmelden
Inloggen
  • Surinaamse Gebarentaal
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen