Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Genesis 16
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Genesis

      • Hagar en Ismaël (1-16)

Genesis 16:1

Verwijsteksten

  • +Ge 15:2, 3
  • +Ga 4:25

Genesis 16:2

Verwijsteksten

  • +Ge 30:1, 3

Genesis 16:5

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘boezem’.

Genesis 16:7

Verwijsteksten

  • +Ge 25:17, 18; Ex 15:22

Genesis 16:10

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘zaad’.

Verwijsteksten

  • +Ge 17:20; 25:13-16; 1Kr 1:29-31

Genesis 16:11

Voetnoten

  • *

    Bet.: ‘God hoort’.

Genesis 16:12

Voetnoten

  • *

    Of ‘een onager’, een wilde ezelsoort, hoewel sommigen denken dat het om een zebra gaat. Waarschijnlijk wordt er een onafhankelijke instelling mee bedoeld.

  • *

    Of mogelijk ‘zal in vijandschap met al zijn broeders leven’.

Genesis 16:13

Verwijsteksten

  • +Sp 15:3

Genesis 16:14

Voetnoten

  • *

    Bet.: ‘put van de Levende die mij ziet’.

Genesis 16:15

Verwijsteksten

  • +Ge 21:9; Ga 4:22, 24

Algemeen

Gen. 16:1Ge 15:2, 3
Gen. 16:1Ga 4:25
Gen. 16:2Ge 30:1, 3
Gen. 16:7Ge 25:17, 18; Ex 15:22
Gen. 16:10Ge 17:20; 25:13-16; 1Kr 1:29-31
Gen. 16:13Sp 15:3
Gen. 16:15Ge 21:9; Ga 4:22, 24
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Genesis 16:1-16

Genesis

16 Abrams vrouw Sarai had hem geen kinderen geschonken.+ Maar ze had een Egyptische slavin die Ha̱gar heette.+ 2 Daarom zei Sarai tegen Abram: ‘Luister! Jehovah heeft me geen kinderen laten krijgen. Heb alsjeblieft gemeenschap met mijn slavin. Misschien kan ik via haar kinderen krijgen.’+ Abram luisterde naar wat Sarai zei. 3 Toen Abram tien jaar in het land Kanaän woonde, gaf Abrams vrouw Sarai haar Egyptische slavin Ha̱gar aan haar man Abram tot vrouw. 4 Hij had dus gemeenschap met Ha̱gar en ze werd zwanger. Zodra ze merkte dat ze zwanger was, ging ze op haar meesteres neerkijken.

5 Hierop zei Sarai tegen Abram: ‘Het onrecht dat mij wordt aangedaan, is jouw schuld. Ik heb zelf mijn slavin in je armen* gelegd, maar zodra ze merkte dat ze zwanger was, ging ze op me neerkijken. Laat Jehovah oordelen tussen jou en mij.’ 6 Abram zei tegen Sarai: ‘Het is jouw slavin. Doe met haar wat jou het beste lijkt.’ Toen maakte Sarai haar het leven zo moeilijk dat ze wegliep.

7 Later vond Jehovah’s engel Ha̱gar bij een waterbron in de woestijn, de bron langs de weg naar Sur.+ 8 Hij vroeg: ‘Ha̱gar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je naartoe?’ Ze antwoordde: ‘Ik ben weggelopen bij Sarai, mijn meesteres.’ 9 Jehovah’s engel zei toen: ‘Ga terug naar je meesteres en onderwerp je aan haar.’ 10 Vervolgens zei Jehovah’s engel: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen* geven, zo veel dat ze niet te tellen zijn.’+ 11 Jehovah’s engel voegde eraan toe: ‘Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Je moet hem Ismaël* noemen, want Jehovah heeft gehoord hoe zwaar je het hebt. 12 Hij zal als een wilde ezel* zijn. Hij zal zich tegen iedereen keren en iedereen zal zich tegen hem keren, en hij zal tegenover al zijn broeders wonen.’*

13 Toen riep ze de naam aan van Jehovah, die tegen haar sprak, en ze zei: ‘U bent een God die ziet.’+ Ze zei namelijk: ‘Heb ik hier echt degene gezien die mij ziet?’ 14 Daarom werd de put Be̱ër-La̱chai-Ro̱ï* genoemd. (De put ligt tussen Ka̱des en Be̱red.) 15 Ha̱gar schonk Abram dus een zoon, en Abram noemde de zoon die ze baarde Ismaël.+ 16 Abram was 86 jaar oud toen Ha̱gar Ismaël ter wereld bracht.

Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlandse Gebarentaal
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen