Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlandse Gebarentaal
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • es25
  • Juni

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Juni
  • Bestudeer dagelijks de Schrift 2025
  • Onderkopjes
  • zondag 1 juni
  • maandag 2 juni
  • dinsdag 3 juni
  • woensdag 4 juni
  • donderdag 5 juni
  • vrijdag 6 juni
  • zaterdag 7 juni
  • zondag 8 juni
  • maandag 9 juni
  • dinsdag 10 juni
  • woensdag 11 juni
  • donderdag 12 juni
  • vrijdag 13 juni
  • zaterdag 14 juni
  • zondag 15 juni
  • maandag 16 juni
  • dinsdag 17 juni
  • woensdag 18 juni
  • donderdag 19 juni
  • vrijdag 20 juni
  • zaterdag 21 juni
  • zondag 22 juni
  • maandag 23 juni
  • dinsdag 24 juni
  • woensdag 25 juni
  • donderdag 26 juni
  • vrijdag 27 juni
  • zaterdag 28 juni
  • zondag 29 juni
  • maandag 30 juni
Bestudeer dagelijks de Schrift 2025
es25

Juni

zondag 1 juni

We moeten door veel moeilijkheden heen om Gods Koninkrijk binnen te gaan. — Hand. 14:22.

Jehovah zegende de eerste christenen omdat ze zich aan nieuwe omstandigheden aanpasten. Ze werden vaak vervolgd, soms wanneer ze dat het minst verwachtten. Denk maar aan wat er gebeurde met Barnabas en Paulus toen ze predikten in de omgeving van Lystra. Aanvankelijk werden ze heel goed ontvangen en luisterden velen naar ze. Maar toen er tegenstanders kwamen die ‘de mensen ompraatten’, gingen diezelfde mensen Paulus stenigen tot ze dachten dat hij dood was (Hand. 14:19). Maar Barnabas en Paulus gingen ergens anders verder met prediken. Het resultaat? Ze maakten ‘heel wat discipelen’ en konden hun broeders en zusters met hun voorbeeld en hun woorden moed geven (Hand. 14:21, 22). Velen profiteerden ervan dat Barnabas en Paulus niet opgaven toen er plotseling vervolging kwam. Jehovah zal ook jou zegenen als je niet opgeeft in het werk dat hij je heeft gevraagd te doen. w23.04 16-17 ¶13-14

maandag 2 juni

Hoor mijn gebed, Jehovah, luister als ik om hulp smeek. Ik roep u aan op de dag van mijn ellende, want u zult mij antwoorden. — Ps. 86:6, 7.

David kreeg in zijn leven met heel wat gevaarlijke vijanden te maken en vroeg Jehovah vaak in gebed om hulp. Hij was er zeker van dat Jehovah hem zou horen en antwoorden als hij tot hem bad. Jij kunt datzelfde vertrouwen hebben. De Bijbel laat zien dat Jehovah je de wijsheid en kracht kan geven die je nodig hebt om te volharden. Hij kan je geestelijke familie of zelfs mensen die hem niet aanbidden gebruiken om je op de een of andere manier te helpen. Hoewel Jehovah je gebeden misschien niet altijd verhoort zoals je verwacht, weet je dat hij ze zal verhoren. Hij geeft je precies wat je nodig hebt en doet dat precies wanneer je het nodig hebt. Blijf dus in geloof bidden en vertrouw erop dat Jehovah nu voor je zorgt en in de nieuwe wereld ‘het verlangen van alles wat leeft’ zal vervullen (Ps. 145:16). w23.05 8 ¶4; 13 ¶17-18

dinsdag 3 juni

Hoe kan ik Jehovah vergoeden wat hij allemaal voor me heeft gedaan? — Ps. 116:12.

Als je een doel wilt bereiken, focus dan op de voordelen ervan. Wat zijn de voordelen waar jij je op kunt richten? Als je doel verband houdt met Bijbellezen of gebed, bedenk dan hoe het je vriendschap met Jehovah zal versterken (Ps. 145:18, 19). Als het je doel is aan een bepaalde eigenschap te werken, focus dan op de voordelen die dat heeft voor je band met anderen (Kol. 3:14). Je zou een lijst kunnen maken van alle redenen die je hebt om je doel te bereiken. Kijk die lijst geregeld door. En ga om met personen die je motiveren (Spr. 13:20). De realiteit is dat we allemaal weleens zo’n dag hebben waarop je je niet gemotiveerd voelt. Wil dat zeggen dat je niet naar je doel toe kunt werken? Nee. Blijf dus ook als je niet gemotiveerd bent naar je doel toewerken. Dat vereist zelfdiscipline, maar het loont de moeite. w23.05 27-28 ¶5-8

woensdag 4 juni

Wat je zaait, zul je ook oogsten. — Gal. 6:7.

Het besef dat je verantwoording moet afleggen voor je beslissingen kan je motiveren je zonden te belijden, fouten recht te zetten en niet in herhaling te vallen. Dat zijn dingen die je helpen in de wedstrijd om het leven te blijven. Als je een slechte beslissing niet terug kunt draaien, moet je je situatie accepteren. Verspil geen emotionele en mentale energie door te proberen je gelijk te halen of de schuld op anderen af te schuiven. Accepteer dat je fouten hebt gemaakt en probeer van je situatie het beste te maken. Als je je schuldig voelt, ga dan nederig in gebed tot Jehovah, geef je fout toe en vraag hem om vergeving (Ps. 25:11; 51:3, 4). Als je iemand hebt gekwetst, bied dan je excuses aan. En roep zo nodig de hulp van de ouderlingen in (Jak. 5:14, 15). Leer van je fouten en probeer ze niet te herhalen. Je kunt ervan op aan dat Jehovah barmhartig zal zijn en je de steun zal geven die je nodig hebt (Ps. 103:8-13). w23.08 28-29 ¶8-9

donderdag 5 juni

Joas bleef doen wat goed was in Jehovah’s ogen zolang de priester Jojada hem onderwees. — 2 Kon. 12:2.

Jojada had een goede invloed op Joas. Daardoor wilde de jonge koning Jehovah blij maken. Maar na de dood van Jojada ging Joas luisteren naar afvallige leiders van Juda (2 Kron. 24:4, 17, 18). Jehovah was diep gekwetst. Hij ‘stuurde steeds weer profeten naar ze toe om ze terug te brengen (...), maar ze wilden niet luisteren’. Ze luisterden zelfs niet naar Zacharia, de zoon van Jojada, die niet alleen Jehovah’s profeet en priester was maar ook de neef van Joas. Koning Joas liet Zacharia zelfs doden (2 Kron. 22:11; 24:19-22). Joas verloor zijn ontzag voor Jehovah. Jehovah had verklaard: ‘Wie mij minachten, zullen met minachting behandeld worden’ (1 Sam. 2:30). Een kleine gevechtseenheid van Syrië versloeg ‘het grote leger’ van Joas, die ‘zwaargewond’ werd achtergelaten (2 Kron. 24:24, 25). Joas werd door zijn eigen dienaren vermoord omdat hij Zacharia had gedood. w23.06 18-19 ¶16-17

vrijdag 6 juni

Eens waren jullie duisternis, maar nu zijn jullie licht. — Ef. 5:8.

Paulus was lang in Efeze geweest om het goede nieuws te prediken en te onderwijzen (Hand. 19:1, 8-10; 20:20, 21). Hij hield veel van zijn broeders en zusters en wilde ze helpen trouw te blijven aan Jehovah. Voordat de Efeziërs christen werden, waren ze slaven van valsreligieuze denkbeelden en bijgeloof. Efeze was berucht om zijn grove immoraliteit en schaamteloze gedrag. In de theaters en zelfs op de religieuze feesten was vaak vulgaire taal te horen (Ef. 5:3). Veel inwoners hadden ‘elk moreel besef verloren’ (Ef. 4:17-19). Het oorspronkelijke woord dat hier is gebruikt betekent letterlijk dat ze ‘geen pijn meer voelden’. De Efeziërs hadden, voordat ze leerden wat goed en fout was, totaal geen last van hun geweten. Daarom kon Paulus schrijven: ‘Hun verstand is verduisterd en ze zijn vervreemd van het leven dat van God komt.’ Niet iedereen in Efeze bleef in duisternis leven. w24.03 20 ¶2, 4; 21 ¶5-6

zaterdag 7 juni

Wie op Jehovah hopen, krijgen nieuwe kracht. Ze zullen niet moe worden. — Jes. 40:31.

Gideons taak als rechter vroeg ook lichamelijk veel van hem. Toen de Midianieten na de nachtelijke overrompeling op de vlucht sloegen, achtervolgde Gideon ze vanaf de Jizreëlvallei helemaal tot aan de Jordaan (Recht. 7:22). Stopte Gideon bij de Jordaan? Nee! Hoewel hij en zijn 300 mannen moe waren, staken ze de rivier over en zetten ze de achtervolging voort. Uiteindelijk haalden ze de Midianieten in en versloegen ze hen (Recht. 8:4-12). Gideon werd niet teleurgesteld toen hij erop vertrouwde dat Jehovah hem kracht zou geven (Recht. 6:14, 34). Op een gegeven moment achtervolgde hij met zijn mannen te voet twee Midianitische koningen die misschien wel op kamelen reden (Recht. 8:12, 21). Maar met Gods hulp lukte het de Israëlieten ze in te halen. Vertrouw dus als ouderling op Jehovah, want ‘hij wordt nooit moe, raakt nooit uitgeput’. Hij zal je kracht geven wanneer je dat nodig hebt (Jes. 40:28, 29). w23.06 6 ¶14; 7 ¶16

zondag 8 juni

Hij zal je nooit in de steek laten en je nooit verlaten. — Deut. 31:6.

Je hart kan standvastig zijn, wat je ook overkomt. Dus vertrouw op Jehovah. Neem een voorbeeld aan Barak. Hij had succes omdat hij op Jehovah’s instructies vertrouwde. Hoewel er in het hele land geen schild of speer te vinden was, droeg Jehovah hem op de strijd aan te gaan met de goedbewapende troepen van de Kanaänitische legeraanvoerder Sisera (Recht. 5:8). De profetes Debora zei dat Barak naar de vallei moest afdalen om daar tegen Sisera te strijden. Hoewel Sisera met zijn 900 strijdwagens op vlakke grond duidelijk in het voordeel zou zijn, volgde Barak de instructie op. Toen hij met zijn mannen de berg Tabor af daalde, liet Jehovah het stortregenen. Sisera’s wagens zakten weg in de modder en met Jehovah’s hulp behaalde Barak de overwinning (Recht. 4:1-7, 10, 13-16). Zo zal Jehovah ook ons de overwinning geven als we vertrouwen hebben in hem en in de instructies die hij via zijn vertegenwoordigers geeft. w23.07 19 ¶17-18

maandag 9 juni

Wie volhardt tot het einde zal worden gered. — Matth. 24:13.

Geduld is essentieel voor redding. Net als trouwe aanbidders in het verleden moeten wij geduldig wachten op de vervulling van Gods beloften (Hebr. 6:11, 12). De Bijbel vergelijkt onze situatie met die van een boer (Jak. 5:7, 8). Een boer werkt hard om zijn gewas te planten en water te geven, maar hij weet niet precies wanneer het groeit. Daarom wacht hij geduldig af, in het vertrouwen dat hij op een dag zal oogsten. Wij doen hetzelfde. We zijn druk bezig met geestelijke activiteiten, hoewel we ‘niet weten op welke dag’ onze Heer komt (Matth. 24:42). We wachten geduldig af, in het vertrouwen dat Jehovah op zijn tijd al zijn beloften waarmaakt. Als je ongeduldig wordt, duurt het wachten je misschien te lang en zou je van de waarheid kunnen afdrijven. Je gaat misschien dingen doen die je direct plezier geven, instantgenot. Maar als je geduldig bent, kun je volharden tot het einde en gered worden (Micha 7:7). w23.08 22 ¶7

dinsdag 10 juni

De tenen van de voeten waren deels van ijzer en deels van klei. — Dan. 2:42.

Als je de profetie in Daniël 2:41-43 vergelijkt met andere profetieën in Daniël en Openbaring, kom je erachter wat die voeten afbeelden: de Engels-Amerikaanse alliantie, de wereldmacht die nu domineert. Over die wereldmacht zegt Daniël: ‘Het koninkrijk zal deels sterk en deels broos zijn.’ Waarom deels broos? Omdat het gewone volk, afgebeeld door de zachte klei, het vermogen van deze wereldmacht om met ijzeren vuist te regeren ondermijnt. Je kunt een paar belangrijke punten afleiden uit Daniëls beschrijving van het beeld. Ten eerste: de Engels-Amerikaanse wereldmacht heeft in bepaalde opzichten kracht getoond. De VS en Groot-Brittannië hebben bijvoorbeeld een sleutelrol gespeeld bij het winnen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Aan de andere kant is en wordt deze wereldmacht verzwakt door interne conflicten onder de eigen burgers. En ten tweede: Engeland-Amerika zal de laatste wereldmacht zijn voordat Gods Koninkrijk een eind maakt aan alle menselijke koninkrijken. w23.08 10-11 ¶12-13

woensdag 11 juni

In mijn angst riep ik Jehovah aan, ik bleef tot God roepen om hulp. Vanuit zijn tempel hoorde hij mijn stem. — Ps. 18:6.

David had soms angst en zorgen door alle problemen en beproevingen die hij meemaakte (Ps. 18:4, 5). Maar Jehovah’s tedere liefde en zorg gaven hem nieuwe kracht. Jehovah leidde zijn uitgeputte vriend naar ‘groene weiden’ en ‘waterrijke rustplaatsen’. Daardoor kon David weer op krachten komen en was hij in staat om door te gaan (Ps. 18:28-32; 23:2). Hoewel we allerlei beproevingen en problemen meemaken, kunnen ook wij zeggen: ‘Dankzij Jehovah’s loyale liefde zijn we niet aan ons eind gekomen’ (Klaagl. 3:22; Kol. 1:11). Davids leven was vaak in gevaar. Hij had veel machtige vijanden. Maar Jehovah’s liefde gaf hem het gevoel veilig en beschermd te zijn. Hij kon voelen dat Jehovah in elke situatie bij hem was, en dat stelde hem gerust. Daarom kon hij over Jehovah zingen: ‘Hij bevrijdde me van al mijn angsten’ (Ps. 34:4). Hoewel David soms echt bang was, was Jehovah’s liefde sterker dan zijn angsten. w24.01 30 ¶15-17

donderdag 12 juni

Als zondaars je proberen over te halen, ga daar dan niet op in. — Spr. 1:10.

Na de dood van hogepriester Jojada kreeg Joas vrienden die een slechte invloed hadden (2 Kron. 24:17, 18). Joas besloot te luisteren naar de leiders van Juda die niet van Jehovah hielden. Je bent het er vast wel mee eens dat Joas die zogenaamde vrienden beter uit de weg was gegaan. In plaats daarvan luisterde hij naar hun slechte advies. Toen zijn neef Zacharia hem probeerde te corrigeren, liet hij die zelfs ter dood brengen (2 Kron. 24:20, 21; Matth. 23:35). Wat verschrikkelijk! En wat stom! Joas was heel goed begonnen, maar helaas werd hij een afvallige en een moordenaar. Uiteindelijk werd hij door zijn eigen dienaren gedood (2 Kron. 24:22-25). Zijn leven had er heel anders uitgezien als hij was blijven luisteren naar Jehovah en naar de mensen die van Jehovah hielden. w23.09 9 ¶6

vrijdag 13 juni

Je hoeft niet meer bang te zijn. — Luk. 5:10.

Jezus wist dat Petrus het in zich had trouw te blijven. Daarom zei hij vriendelijk tegen hem: ‘Je hoeft niet meer bang te zijn.’ Jezus’ vertrouwen in Petrus veranderde zijn leven. Hij en zijn broer Andreas gaven later hun vissersbedrijf op en werden fulltime volgelingen van de Messias, een beslissing die tot geweldige zegeningen leidde (Mark. 1:16-18). Als volgeling van Christus maakte Petrus veel bijzondere dingen mee. Hij zag Jezus zieken genezen, demonen uitdrijven en zelfs doden tot leven brengen (Matth. 8:14-17; Mark. 5:37, 41, 42). En hij kreeg een visioen te zien van Jezus in zijn toekomstige rol als Koning, een gebeurtenis die een diepe impact op hem had (Mark. 9:1-8; 2 Petr. 1:16-18). Petrus maakte dingen mee die hij waarschijnlijk nooit had verwacht mee te maken. Stel je voor wat hij was misgelopen als hij door zijn negatieve gevoelens over zichzelf Jezus niet was gevolgd! w23.09 21 ¶4-5

zaterdag 14 juni

Jezus zei tegen hem: ‘Ik zeg je, niet zeven keer, maar wel 77 keer.’ — Matth. 18:22.

Petrus sprak in zijn eerste brief over ‘intense liefde’. Dat is liefde die niet slechts een paar zonden bedekt maar ‘een groot aantal zonden’ (1 Petr. 4:8). Misschien moest Petrus terugdenken aan wat Jezus hem jaren eerder over vergeving had geleerd. Hij had toen geopperd zijn broeder ‘zeven keer’ te vergeven, wat hij waarschijnlijk al heel ruim vond. Jezus leerde hem — en ons — om het ‘wel 77 keer’ te doen, dat wil zeggen onbeperkt (Matth. 18:21). Wees niet ontmoedigd als je dat moeilijk vindt. Alle onvolmaakte aanbidders van Jehovah hebben soms moeite om te vergeven. Het belangrijkste is dat je doet wat je kunt om je broeder te vergeven en vrede met hem te sluiten. w23.09 29 ¶12

zondag 15 juni

In mijn ellende riep ik tot Jehovah en hij antwoordde mij. — Jona 2:2.

Hoewel Jona ongehoorzaam was geweest, had hij berouw. Hij vertrouwde erop dat Jehovah naar zijn nederige gebed zou luisteren en dat hij hem zou helpen. Toen Jona terug was op het droge land, was hij klaar om te doen wat Jehovah van hem vroeg (Jona 2:10–3:4). Heb je weleens dat je te veel stress en spanning voelt om te bidden? Ben je weleens te zwak om te studeren? Bedenk dan dat Jehovah je situatie perfect begrijpt. Je kunt er dus zeker van zijn dat hij je precies zal geven wat je nodig hebt, zelfs als je gebed heel simpel is (Ef. 3:20). En als je lichamelijke of emotionele pijn het moeilijk maakt om te lezen en te studeren, kun je proberen naar audio-opnamen van de Bijbel of onze publicaties te luisteren. Je kunt ook naar een van onze liederen luisteren of een video op jw.org bekijken. Als je tot Jehovah bidt en het antwoord zoekt in de geestelijke voorzieningen die hij beschikbaar stelt, geef je hem de kans om je sterk te maken. w23.10 13 ¶6; 14 ¶9

maandag 16 juni

De heilige geest maakt duidelijk dat de weg naar de heilige plaats nog niet was onthuld zolang de eerste tent bestond. — Hebr. 9:8.

De tabernakel en de latere tempels in Jeruzalem hadden dezelfde indeling. Binnenin waren twee gedeelten, ‘het heilige’ en ‘het allerheiligste’, van elkaar gescheiden door een gordijn met borduurwerk (Hebr. 9:2-5; Ex. 26:31-33). In het heilige stonden een gouden lampenstandaard, een altaar voor het branden van wierook en een tafel met toonbrood. Alleen ‘de gezalfde priesters’ mochten in het heilige komen om hun heilige taken uit te voeren (Num. 3:3, 7, 10). In het allerheiligste stond de gouden ark van het verbond, die Jehovah’s aanwezigheid vertegenwoordigde (Ex. 25:21, 22). Alleen de hogepriester mocht op de jaarlijkse Verzoendag in het allerheiligste achter het gordijn komen (Lev. 16:2, 17). Hij ging naar binnen met het bloed van dieren om verzoening te doen voor zijn eigen zonden en die van het hele volk. Uiteindelijk maakte Jehovah duidelijk wat deze kenmerken van de tabernakel afbeelden (Hebr. 9:6, 7). w23.10 27 ¶12

dinsdag 17 juni

Die dingen gebied ik jullie zodat jullie van elkaar houden. — Joh. 15:17.

In Gods Woord lees je heel vaak dat we elkaar moeten liefhebben (Joh. 15:12; Rom. 13:8; 1 Thess. 4:9; 1 Petr. 1:22; 1 Joh. 4:11). Maar liefde is een gevoel in je hart, diep vanbinnen, en geen mens kan in je hart kijken. Hoe kun je je liefde voor je broeders en zusters zichtbaar maken? Door wat je zegt en wat je doet. Er zijn allerlei manieren om je broeders en zusters te laten zien dat je van ze houdt. Een paar voorbeelden. ‘Spreek de waarheid tegen elkaar’ (Zach. 8:16). ‘Bewaar de vrede onder elkaar’ (Mark. 9:50). ‘Neem de leiding in het eren van elkaar’ (Rom. 12:10). ‘Aanvaard elkaar’ (Rom. 15:7). ‘Blijf elkaar (...) vergeven’ (Kol. 3:13). ‘Blijf elkaars lasten dragen’ (Gal. 6:2). ‘Blijf elkaar (...) troosten’ (1 Thess. 4:18). ‘Blijf elkaar (...) opbouwen’ (1 Thess. 5:11). ‘Bid voor elkaar’ (Jak. 5:16). w23.11 9 ¶7-8

woensdag 18 juni

Laat de hoop die je hebt, je blij maken. — Rom. 12:12.

Elke dag neem je beslissingen die om een sterk geloof vragen. Dat kunnen beslissingen zijn over je omgang, vrije tijd, opleiding, huwelijk, kinderen en werk. Het is goed je af te vragen: Blijkt uit mijn keuzes dat ik ervan overtuigd ben dat deze wereld tijdelijk is en binnenkort wordt vervangen door Gods nieuwe wereld? Of laat ik me beïnvloeden door mensen die leven alsof met de dood alles voorbij is? (Matth. 6:19, 20; Luk. 12:16-21) Je neemt de beste beslissingen als je er vast van overtuigd bent dat de nieuwe wereld dichtbij is. Je hebt ook een sterk geloof nodig omdat je met beproevingen te maken krijgt. Denk bijvoorbeeld aan vervolging, chronische ziekte en andere dingen die je kunnen ontmoedigen. Aanvankelijk zie je de beproeving misschien resoluut onder ogen. Maar als de situatie aanhoudt, zoals vaak gebeurt, heb je een sterk geloof nodig om het vol te houden en Jehovah met vreugde te blijven dienen (1 Petr. 1:6, 7). w23.04 27 ¶4-5

donderdag 19 juni

Bid zonder ophouden. — 1 Thess. 5:17.

Jehovah verwacht dat je handelt naar je gebeden. Stel, een broeder vraagt Jehovah hem te helpen vrij te krijgen van zijn werk zodat hij naar het congres kan. Hoe zou Jehovah dat gebed kunnen verhoren? Hij zou de broeder de moed kunnen geven om met zijn werkgever te praten. Maar de broeder moet wel zelf iets doen. Hij moet naar zijn baas toe gaan. En misschien moet hij het meermaals vragen. Hij zou ook kunnen voorstellen een shift met een ander te ruilen of onbetaald verlof te nemen. Jehovah verwacht dat je meerdere keren over dingen bidt. Uit Jezus’ woorden kun je opmaken dat een gebed niet in alle gevallen meteen wordt verhoord (Luk. 11:9). Geef dus niet op! Bid vurig en vaak (Luk. 18:1-7). Als je dat doet, laat je Jehovah zien dat je verzoek niet zomaar een bevlieging is. En je toont je geloof in zijn vermogen om je te helpen. w23.11 22-23 ¶10-11

vrijdag 20 juni

Hoop loopt niet op een teleurstelling uit. — Rom. 5:5.

Jehovah beloofde zijn vriend Abraham dat alle volken op aarde via zijn nageslacht gezegend zouden worden (Gen. 15:5; 22:18). Door zijn sterke geloof in God was Abraham ervan overtuigd dat die belofte zou uitkomen. Maar toen hij 100 was en zijn vrouw 90, hadden ze nog steeds geen zoon (Gen. 21:1-7). De Bijbel zegt: ‘Toch had hij op basis van hoop het geloof dat hij de vader zou worden van vele volken, zoals er was gezegd’ (Rom. 4:18). Waar Abraham op hoopte, kwam uit. Hij werd vader van de zoon waar hij lang op had gehoopt, Isaäk. Maar waar was zijn vertrouwen op gebaseerd? Abraham ‘was er volledig van overtuigd’ dat wat Jehovah ‘had beloofd’ zou uitkomen omdat hij zo’n hechte band met Jehovah had (Rom. 4:21). Hij had Jehovah’s goedkeuring en werd door hem rechtvaardig verklaard vanwege zijn geloof (Jak. 2:23). w23.12 8 ¶1-2

zaterdag 21 juni

Wie betrouwbaar is in het kleine, is ook betrouwbaar in het grote, en wie onrechtvaardig is in het kleine, is ook onrechtvaardig in het grote. — Luk. 16:10.

Een jonge broeder die betrouwbaar is, komt zijn verantwoordelijkheden getrouw na. Jezus gaf het perfecte voorbeeld. Hij was nooit ongeïnteresseerd of onverantwoordelijk. In plaats daarvan deed hij alles wat Jehovah van hem vroeg, ook als dat moeilijk was. Hij hield van mensen, vooral van zijn discipelen, en hij gaf bereidwillig zijn leven voor hen (Joh. 13:1). Doe dus net als Jezus je best op elke taak die je krijgt. Als je niet zeker weet wat je moet doen, wees dan zo nederig om hulp te vragen aan ervaren broeders. Loop nooit de kantjes ervanaf (Rom. 12:11). Maak je taak af en doe je werk ‘alsof het voor Jehovah is en niet voor mensen’ (Kol. 3:23). En bedenk dat je niet volmaakt bent. Wees dus bescheiden en geef je fouten toe (Spr. 11:2). w23.12 26 ¶8

zondag 22 juni

Gezegend is de man die op Jehovah vertrouwt. — Jer. 17:7.

Wat is het geweldig om te worden gedoopt en dan deel te zijn van Jehovah’s gezin! Als je in die bevoorrechte positie bent, voel je ongetwijfeld hetzelfde als de psalmist David, die zei: ‘Gelukkig wie door u [Jehovah] wordt uitgekozen om dichtbij te komen en in uw voorhoven te wonen’ (Ps. 65:4). Jehovah laat niet zomaar iedereen in zijn voorhoven toe. Hij kiest degenen die bewijzen dat ze een hechte band met hem willen hebben (Jak. 4:8). Als je je aan Jehovah opdraagt en laat dopen, kom je dichter bij hem. Je kunt er zeker van zijn dat hij daarna ‘een zegen over [je] uitgiet tot er nergens meer gebrek aan is’ (Mal. 3:10; Jer. 17:8). De doop is nog maar het begin. Je moet je best doen om je opdrachtsgelofte na te komen, ook als je wordt geconfronteerd met verleidingen of geloofsbeproevingen (Pred. 5:4, 5). Als discipel van Jezus moet je zo goed mogelijk zijn voorbeeld volgen en zijn geboden naleven (Matth. 28:19, 20; 1 Petr. 2:21). w24.03 8 ¶1-3

maandag 23 juni

Een man zal zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten. — Gen. 2:24.

Wat als jij en je partner het niet echt leuk vinden om tijd met elkaar door te brengen? Wat kun je dan doen? Denk eens aan een kampvuur. Dat vlamt niet ineens uit zichzelf hoog op. Je begint klein en doet er dan geleidelijk grotere houtblokken bij. Zoiets kun je ook doen in je huwelijk. Begin klein door elke dag wat tijd samen door te brengen. Doe iets dat jullie allebei leuk vinden (Jak. 3:18). Als je klein begint, kun je beetje bij beetje de liefde weer aanwakkeren. Respect is essentieel in een huwelijk. Het is als de zuurstof die een kampvuur hoog laat oplaaien. Zonder zuurstof gaat het vuur snel uit. Zonder respect kan liefde snel doven. Als man en vrouw respect voor elkaar tonen, houden ze het vuur van hun liefde brandend. En houd in gedachte waar het om gaat: niet of jij denkt dat je respect toont maar of je partner zich gerespecteerd voelt. w23.05 22 ¶9; 24 ¶14-15

dinsdag 24 juni

Als ik door zorgen werd overstelpt, troostte en kalmeerde u mij. — Ps. 94:19.

In de Bijbel vertellen trouwe aanbidders van Jehovah over momenten waarop ze beefden van angst vanwege hun vijanden of bepaalde problemen (Ps. 18:4; 55:1, 5). Misschien krijg je te maken met tegenstand op school, op je werk, van familieleden of van de overheid. Of misschien ben je bang dat je zult sterven vanwege bepaalde gezondheidsproblemen. In zo’n situatie voel je je misschien zo hulpeloos als een klein kind. Hoe helpt Jehovah je op zulke momenten? Hij troost en kalmeert je. Breng dus veel tijd door met Jehovah. Bid tot hem en lees zijn Woord (Ps. 77:1, 12-14). Maak er een gewoonte van je tot je hemelse Vader te wenden. Dan zal dat waarschijnlijk ook onder stress je eerste neiging zijn. Deel je angsten en zorgen met Jehovah. Sta hem toe met je te praten en je te troosten via de Bijbel (Ps. 119:28). w24.01 24-25 ¶14-16

woensdag 25 juni

God zelf zet jullie tot actie aan en geeft jullie zowel de wil als de kracht om te handelen. — Fil. 2:13.

Motivatie speelt een sleutelrol in het bereiken van een geestelijk doel. Iemand die gemotiveerd is heeft een sterke stimulans of veel enthousiasme om naar zijn doel toe te werken. En hoe sterker je motivatie, hoe groter de kans dat je je doelen bereikt. Wat kun je dus doen om nog meer gemotiveerd te zijn? Bid om meer motivatie. Met zijn geest kan Jehovah je motiveren om je doel te bereiken. Soms heb je iets als doel omdat je weet dat het moet, en dat is ook goed. Maar het kan zijn dat je niet echt de wil hebt om het te bereiken. Mediteer over wat Jehovah voor je heeft gedaan (Ps. 143:5). Paulus mediteerde over Jehovah’s onverdiende goedheid voor hem. Dat motiveerde hem om hard te werken voor Jehovah (1 Kor. 15:9, 10; 1 Tim. 1:12-14). Meditatie vergroot motivatie. Hoe meer je mediteert over wat Jehovah voor je heeft gedaan, hoe meer je gemotiveerd zult zijn om je doel te bereiken (Ps. 116:12). w23.05 27 ¶3-5

donderdag 26 juni

Loof de naam van Jehovah. — Ps. 113:1.

Je maakt je hemelse Vader blij als je zijn naam looft (Ps. 119:108). Maar is de almachtige God dan net als onvolmaakte mensen die naar lof en bevestiging hunkeren omdat ze onzeker zijn? Nee. Als je je hemelse Vader looft, draag je eraan bij een leugen te ontmaskeren die jou persoonlijk aangaat. Satan beweert dat geen mens loyaal zal opkomen voor Gods naam. Volgens hem zal niemand Jehovah trouw blijven. Hij zegt dat elk van ons zich tegen God zou keren als hij dacht dat hij daar beter van zou worden (Job 1:9-11; 2:4). Maar de trouwe Job bewees dat Satan een leugenaar is. Zul jij Jehovah trouw blijven? Je hebt het voorrecht loyaal op te komen voor de naam van onze Vader en hem blij te maken door hem trouw te dienen (Spr. 27:11). Het is echt een eer om dat te doen. w24.02 8-9 ¶3-5

vrijdag 27 juni

Vertrouw op zijn profeten en je zult succes hebben. — 2 Kron. 20:20.

Na de tijd van Mozes en Jozua voorzag Jehovah in rechters om zijn volk te leiden. En in de tijd van de koningen gebruikte Jehovah profeten om zijn volk leiding te geven. Trouwe koningen luisterden naar de raad van de profeten. Zo accepteerde koning David nederig de correctie van de profeet Nathan (2 Sam. 12:7, 13; 1 Kron. 17:3, 4). Koning Josafat vertrouwde op de leiding van Jehovah’s profeet Jahaziël en moedigde de natie Juda aan: ‘Vertrouw op zijn profeten’ (2 Kron. 20:14, 15). Toen koning Hizkia in moeilijkheden zat, vroeg hij de profeet Jesaja om hulp (Jes. 37:1-6). Zolang de koningen Jehovah’s leiding volgden, werden ze gezegend en werd het volk beschermd (2 Kron. 20:29, 30; 32:22). Het was duidelijk dat Jehovah zijn profeten gebruikte om zijn volk te leiden. w24.02 21 ¶8

zaterdag 28 juni

Laat je niet met hen in. — Ef. 5:7.

Satan wil dat we omgaan met mensen die het ons moeilijker maken naar Jehovah’s normen te leven. Behalve in het echte leven kunnen we ook op sociale media met mensen in contact komen. We moeten vechten tegen de opvatting in de wereld dat er met immoreel gedrag niets mis is. Wij weten wel beter (Ef. 4:19, 20). Het is goed je af te vragen: Zorg ik ervoor dat ik niet onnodig tijd doorbreng met collega’s, klasgenoten of anderen die Jehovah’s rechtvaardige normen niet respecteren? Durf ik voor Jehovah’s normen op te komen, zelfs als iemand me dan intolerant zou noemen? Zoals 2 Timotheüs 2:20-22 laat zien, moet je ook goed nadenken over wie je in de gemeente als vrienden kiest. Er kunnen namelijk personen zijn die je niet zullen helpen trouw te zijn aan Jehovah. w24.03 22-23 ¶11-12

zondag 29 juni

Jehovah is heel teder in genegenheid. — Jak. 5:11, vtn.

Heb je weleens geprobeerd je een voorstelling van Jehovah te maken? Hoewel Jehovah onzichtbaar is, wordt hij in de Bijbel op verschillende manieren beschreven. Hij wordt ‘een zon en een schild’ genoemd en ‘een verterend vuur’ (Ps. 84:11; Hebr. 12:29). Ezechiël heeft het over saffiersteen, een blinkend metaal en de schittering van een regenboog als hij zijn aanwezigheid beschrijft (Ezech. 1:26-28). Omdat je Jehovah niet kunt zien, kan het moeilijk zijn te geloven dat hij van je houdt. Het kan ook zijn dat je vanwege vroegere ervaringen in je leven denkt dat hij nooit van je zal houden. Jehovah begrijpt zulke gevoelens en weet welke invloed ze hebben. Om je te helpen heeft hij zijn prachtige persoonlijkheid onthuld in zijn Woord. Het woord dat Jehovah het beste beschrijft is liefde (1 Joh. 4:8). Liefde definieert hem. Liefde beïnvloedt alles wat hij doet. Zijn liefde is onmetelijk groot en sterk en strekt zich zelfs uit tot mensen die hem niet liefhebben (Matth. 5:44, 45). w24.01 26 ¶1-3

maandag 30 juni

Vanuit de wolkkolom sprak hij tot hen. — Ps. 99:7.

Jehovah stelde Mozes aan om de Israëlieten uit Egypte te leiden en gaf ze zichtbaar bewijs daarvan. Hij zorgde bijvoorbeeld voor een wolkkolom overdag en een vuurkolom ’s nachts (Ex. 13:21). Mozes volgde de kolom toen die hem en de Israëlieten naar de Rode Zee leidde. Maar het volk raakte in paniek. Ze dachten dat ze in de val zaten tussen de zee en het achtervolgende leger van Egypte. Maar het was geen fout. Jehovah had zijn volk via Mozes opzettelijk daarheen geleid (Ex. 14:2). Hij redde ze toen op een verbazingwekkende manier (Ex. 14:26-28). In de 40 jaar daarna vertrouwde Mozes erop dat de wolkkolom Gods volk door de woestijn zou leiden (Ex. 33:7, 9, 10). Vanuit de wolkkolom sprak Jehovah tot Mozes, die op zijn beurt de instructies aan het volk doorgaf. De Israëlieten hadden genoeg bewijzen dat Jehovah Mozes gebruikte om ze te leiden. w24.02 21 ¶4-5

    Publicaties voor de Nederlandse Gebarentaal (2000-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlandse Gebarentaal
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen