Augustus
vrijdag 1 augustus
De rechtvaardige maakt veel ellende mee, maar steeds opnieuw redt Jehovah hem. — Ps. 34:19.
Deze psalm laat twee belangrijke punten uitkomen: (1) Rechtvaardige mensen maken problemen mee. (2) Jehovah redt ons uit onze moeilijkheden. Hoe doet hij dat? Hij helpt je een realistische kijk te hebben op het leven in deze wereld. Hoewel hij belooft dat je vreugde zult hebben als je hem dient, heeft hij je nooit een zorgeloos leven beloofd (Jes. 66:14). Hij spoort je aan je te richten op de toekomst, op de tijd dat je voor altijd van het leven zult genieten zoals hij het wil (2 Kor. 4:16-18). Tot het zover is, helpt hij je om elke dag vol te houden en door te gaan (Klaagl. 3:22-24). Het voorbeeld van trouwe aanbidders van Jehovah uit Bijbelse tijden en uit deze tijd laat zien dat de dingen soms niet gaan zoals je had gedacht, maar dat Jehovah je altijd zal steunen als je op hem vertrouwt (Ps. 55:22). w23.04 14-15 ¶3-4
zaterdag 2 augustus
Iedereen moet onderworpen zijn aan de superieure autoriteiten. — Rom. 13:1.
Jozef en Maria waren bereid de autoriteiten te gehoorzamen, ook als dat lastig was (Luk. 2:1-6). Toen Maria ongeveer negen maanden zwanger was, werd hun gehoorzaamheid op de proef gesteld. Augustus, de hoogste macht in het Romeinse Rijk, gaf het bevel dat iedereen zich moest laten inschrijven. Jozef en Maria moesten naar Bethlehem, een reis van zo’n 150 kilometer door heuvelachtig gebied. Die reis zou vooral voor Maria niet echt prettig zijn. Misschien maakten ze zich zorgen om de veiligheid en gezondheid van moeder en kind. Wat als ze onderweg moest bevallen? Ze droeg de toekomstige Messias in haar schoot. Maar zou dat ze ontslaan van hun plicht de overheid te gehoorzamen? Ondanks de redenen tot bezorgdheid hielden Jozef en Maria zich aan de wet. Jehovah zegende hun gehoorzaamheid. Ze kwamen veilig in Bethlehem aan, Maria zette een gezonde baby op de wereld en er ging zelfs een Bijbelse profetie in vervulling (Micha 5:2). w23.10 8 ¶9; 9 ¶11-12
zondag 3 augustus
Moedig elkaar aan. — Hebr. 10:25.
Wat als je moeite hebt met antwoord geven op vergaderingen? Wat als je bij de gedachte alleen al in de stress schiet? Eén tip is: bereid je goed voor (Spr. 21:5). Hoe beter je het materiaal kent, hoe makkelijker het wordt je hand op te steken. Het zal je meer vertrouwen geven. Probeer daarnaast je antwoorden kort te houden (Spr. 15:23; 17:27). Dan heb je minder om zenuwachtig over te zijn. Als je met je eigen woorden kort iets zegt, laat je zien dat je je goed hebt voorbereid en dat je de stof goed begrijpt. Wat als je een paar suggesties uitprobeert maar nog steeds te nerveus bent om meer dan één of twee keer antwoord te geven? Weet dan dat Jehovah veel waardering heeft voor de moeite die je doet (Luk. 21:1-4). Het is goed om je best te doen, maar dat betekent niet dat je jezelf te veel druk moet opleggen (Fil. 4:5). Bepaal wat je kunt doen, stel je dat vervolgens ten doel en bid om een kalm hart. Eén kort antwoord zou je eerste doel kunnen zijn. w23.04 21 ¶6-8
maandag 4 augustus
Wij moeten ons verstand erbij houden, met geloof en liefde als borstharnas en de hoop op redding als helm. — 1 Thess. 5:8.
Paulus vergelijkt ons met soldaten die paraat staan en toegerust zijn voor de strijd. Van een soldaat in actieve dienst wordt verwacht dat hij altijd voorbereid is op de strijd. Zo is het ook met ons. Met geloof en liefde als borstharnas en hoop als helm zul je altijd klaar zijn voor Jehovah’s dag. Het borstharnas beschermde het hart van een soldaat. Geloof en liefde beschermen je figuurlijke hart. Ze helpen je om God te blijven dienen en Jezus te volgen. Geloof geeft je de zekerheid dat Jehovah je zal belonen omdat je hem met heel je hart zoekt (Hebr. 11:6). Het zal je ertoe bewegen trouw te blijven aan onze Leider, Jezus, zelfs als je moeilijkheden moet doorstaan. Hoe kun je je geloof versterken zodat je de uitdagingen van het leven aankunt? Leer van personen in deze tijd die ondanks vervolging of financiële problemen trouw blijven. En vermijd het gevaar van materialisme door personen na te volgen die hun leven hebben vereenvoudigd om het Koninkrijk op de eerste plaats te kunnen stellen. w23.06 10 ¶8-9
dinsdag 5 augustus
Wie naar de wolken kijkt zal niet oogsten. — Pred. 11:4.
Zelfbeheersing is het vermogen je eigen emoties en gedrag te beheersen of in de hand te houden. Het vereist zelfbeheersing om een doel te bereiken, vooral als dat iets moeilijks is of als je er niet voor gemotiveerd bent. Zelfbeheersing maakt deel uit van de vrucht van de geest. Vraag Jehovah dus om de hulp van zijn geest als je meer zelfbeheersing nodig hebt (Luk. 11:13; Gal. 5:22, 23). Wacht niet op de ideale omstandigheden. In deze wereld zullen ze waarschijnlijk nooit perfect zijn. Dus als je daarop wacht, bereik je misschien nooit je doel. Het kan zijn dat je geen motivatie hebt omdat je doel erg moeilijk te bereiken is. Zou je in zo’n geval je einddoel kunnen opdelen in kleinere tussendoelen? Als je bijvoorbeeld aan een eigenschap werkt, moet je het misschien eerst simpel houden en dan stap voor stap uitbouwen. Als het je doel is de hele Bijbel te lezen, zou je om te beginnen korte leesperiodes kunnen inplannen. w23.05 29 ¶11-13
woensdag 6 augustus
Het pad van de rechtvaardigen is als het heldere morgenlicht dat steeds helderder wordt tot het klaarlichte dag is. — Spr. 4:18.
In de laatste dagen heeft Jehovah zijn organisatie gebruikt om een constante stroom geestelijk voedsel te leveren. Dat helpt ons allemaal om te blijven wandelen op de Weg van Heiligheid (Jes. 35:8; 48:17; 60:17). Je zou kunnen zeggen dat zodra iemand Bijbelstudie aanvaardt, hij de Weg van Heiligheid op gaat. Sommigen verlaten de weg na een tijdje. Anderen zijn vastbesloten om door te gaan tot ze hun bestemming bereiken. Wat is de bestemming? Voor de gezalfden leidt de Weg van Heiligheid naar ‘het paradijs van God’ in de hemel (Openb. 2:7). Voor personen met een aardse hoop leidt de weg naar volmaaktheid aan het eind van de 1000 jaar. Als je op de weg wandelt, kijk dan niet achterom. En ga niet meer van de weg af tot je de reis naar de nieuwe wereld hebt voltooid. w23.05 17 ¶15; 19 ¶16-18
donderdag 7 augustus
Wij hebben lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad. — 1 Joh. 4:19.
De beslissing om je aan Jehovah op te dragen is niet meer dan normaal als je denkt aan alles wat hij voor je heeft gedaan (Ps. 116:12-14). De Bijbel laat zien dat ‘elke goede gave en elk volmaakt geschenk’ van Jehovah komt (Jak. 1:17). Zijn grootste geschenk is het offer van zijn Zoon, Jezus. Denk daar eens over na. De losprijs maakt het voor jou mogelijk een hechte band met Jehovah te hebben. En hij heeft je het vooruitzicht gegeven om voor eeuwig te leven (1 Joh. 4:9, 10). Je aan Jehovah opdragen is een manier om je waardering te tonen voor die grootste uiting van liefde ooit en voor alle andere zegeningen van Jehovah (Deut. 16:17; 2 Kor. 5:15). w24.03 5 ¶8
vrijdag 8 augustus
Wie oprecht zijn weg gaat, heeft ontzag voor Jehovah. — Spr. 14:2.
Als je kijkt naar de losse moraal in deze wereld, krijg je hetzelfde gevoel als Lot. Hij ‘leed zwaar onder het schaamteloze gedrag van de wetteloze mensen’, want hij wist dat onze hemelse Vader slecht gedrag haat (2 Petr. 2:7, 8). Liefde en ontzag voor God motiveerden Lot zich anders te gedragen dan de mensen om hem heen. Ook wij worden omringd door mensen die weinig of geen respect hebben voor Jehovah’s morele normen. Toch kun je een rein leven leiden als je blijft werken aan de diepte van je liefde en ontzag voor God. Een hulp daarbij zijn de goede adviezen die Jehovah liet opschrijven in het boek Spreuken. Een studie van de wijze raad daarin is nuttig voor iedereen, man of vrouw, jong of oud. Ontzag voor Jehovah voorkomt dat je verkeerd gedrag gaat goedpraten. w23.06 20 ¶1-2; 21 ¶5
zaterdag 9 augustus
Als iemand mijn volgeling wil worden, moet hij zichzelf wegcijferen, elke dag zijn martelpaal opnemen en mij altijd volgen. — Luk. 9:23.
Misschien heb je tegenstand gekregen van familieleden. Of misschien heb je bepaalde materiële offers gebracht om de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats te stellen (Matth. 6:33). Als dat zo is, kun je er zeker van zijn dat Jehovah heeft gezien wat je uit geloof hebt gedaan (Hebr. 6:10). Waarschijnlijk kun je bevestigen wat Jezus zei: ‘Er is niemand die huis of broers of zussen of moeder of vader of kinderen of akkers voor mij en voor het goede nieuws heeft verlaten, die niet nu, in deze tijd, 100 keer meer zal krijgen — huizen, broers, zussen, moeders, kinderen en akkers, mét vervolging — en in het toekomstige tijdperk eeuwig leven’ (Mark. 10:29, 30). De zegeningen die je hebt ervaren overtreffen echt alle offers die je hebt gebracht (Ps. 37:4). w24.03 9 ¶5
zondag 10 augustus
Een echte vriend blijft altijd liefde tonen en is een broeder geboren voor tijden van nood. — Spr. 17:17.
Op een gegeven moment werden de christenen in Judea getroffen door een grote hongersnood. De gemeente in Syrisch Antiochië besloot ‘om hulp te sturen naar de broeders in Judea’ en ‘iedereen droeg bij wat hij kon’ (Hand. 11:27-30). Hoewel degenen die door de hongersnood waren getroffen ver weg woonden, waren de christenen in Antiochië vastbesloten ze te helpen (1 Joh. 3:17, 18). Ook wij kunnen medegevoel tonen als we horen dat broeders en zusters door een ramp zijn getroffen. Hoe? Je kunt de ouderlingen vragen of je mee kunt helpen aan een actie, iets doneren voor het wereldwijde werk of bidden voor de slachtoffers. Het kan ook zijn dat je broeders en zusters hulp nodig hebben om aan hun basisbehoeften te komen. Laten we dus medegevoel tonen, zodat onze Koning, Christus Jezus, dat ziet als hij komt om het oordeel te voltrekken en ons uitnodigt: ‘Kom, jullie zullen het Koninkrijk erven’ (Matth. 25:34-40). w23.07 4 ¶9-10; 6 ¶12
maandag 11 augustus
Laat je redelijkheid bij alle mensen bekend worden. — Fil. 4:5.
Jezus was net als Jehovah redelijk. Hij was naar de aarde gestuurd om te prediken tot ‘de verloren schapen van het huis van Israël’. Maar hij liet zien dat hij daarin flexibel was. Toen een niet-Israëlitische vrouw hem smeekte haar dochter te genezen, die ‘vreselijk werd gekweld door een demon’, toonde hij medegevoel door te doen wat ze vroeg (Matth. 15:21-28). En denk eens aan wat hij eerder in zijn bediening had gezegd: ‘Als iemand (...) zegt dat hij mij niet kent, zal ik ook (...) zeggen dat ik hem niet ken’ (Matth. 10:33). Maar heeft hij dat gedaan toen Petrus tot drie keer toe zei dat hij hem niet kende? Nee. Jezus wist dat Petrus berouw had en trouw was. Toen hij na zijn opstanding aan Petrus verscheen, heeft hij hem ongetwijfeld verzekerd dat hij hem had vergeven en nog steeds van hem hield (Luk. 24:33, 34). Jehovah en Jezus zijn redelijk. Jehovah verwacht dat ook wij redelijk zijn. w23.07 21 ¶6-7
dinsdag 12 augustus
De dood zal er niet meer zijn. — Openb. 21:4.
Welke argumenten kun je gebruiken om mensen te helpen die eraan twijfelen dat Jehovah’s belofte over het paradijs zal uitkomen? Ten eerste: het is Jehovah zelf die de belofte doet. In Openbaring staat: ‘Hij die op de troon zat, zei: “Kijk! Ik maak alles nieuw.”’ Hij heeft de wijsheid, de macht en het verlangen om zijn belofte waar te maken. Ten tweede: voor Jehovah is het zo zeker dat de belofte uitkomt dat hij erover spreekt alsof het al is gebeurd. Hij zegt terecht: ‘Deze woorden zijn betrouwbaar en waar. (...) Ze zijn werkelijkheid geworden!’ Ten derde: als Jehovah iets begint, maakt hij het ook af. Dat wordt bevestigd door zijn woorden: ‘Ik ben de Alfa en de Omega’ (Openb. 21:6). Jehovah zal bewijzen dat Satan een leugenaar is die faalt. Dus wat kun je doen als iemand zegt: ‘Dat klinkt te mooi om waar te zijn’? Je zou Openbaring 21:5, 6 kunnen lezen en uitleggen. Laat zien dat Jehovah garant staat voor wat hij heeft beloofd door als het ware zijn eigen handtekening eronder te zetten (Jes. 65:16). w23.11 7 ¶18-19
woensdag 13 augustus
Ik zal je tot een groot volk maken. — Gen. 12:2.
Abraham was 75 en kinderloos toen Jehovah hem deze belofte deed. Heeft Abraham de vervulling van die belofte meegemaakt? Nee, niet helemaal. Nadat hij de Eufraat was overgestoken, moest hij 25 jaar wachten tot door een wonder zijn zoon Isaäk werd geboren. En het duurde nog eens 60 jaar tot zijn kleinkinderen Esau en Jakob werden geboren (Hebr. 6:15). Abraham maakte echter nooit mee dat zijn nakomelingen een groot volk werden en het beloofde land innamen. Maar hij bleef Jehovah trouw en had een hechte vriendschap met hem (Jak. 2:23). En als Abraham wordt opgewekt, zal hij zeker blij zijn te horen dat zijn geloof en geduld hebben geleid tot zegeningen voor alle volken (Gen. 22:18). De les? Ook al zie je niet nu meteen alle beloften van Jehovah in vervulling gaan, heb net als Abraham geduld. Dan kun je er zeker van zijn dat Jehovah je beloont — nu en nog meer in de beloofde nieuwe wereld (Mark. 10:29, 30). w23.08 24 ¶14
donderdag 14 augustus
In de tijd dat hij Jehovah zocht, liet de ware God hem slagen in alles wat hij deed. — 2 Kron. 26:5.
Toen Uzzia nog jong was, was hij nederig en leerde hij ‘ontzag voor de ware God te hebben’. Hij leefde 68 jaar en werd in het grootste deel van zijn leven door Jehovah gezegend (2 Kron. 26:1-4). Uzzia versloeg veel vijanden van Gods volk en versterkte de verdedigingswerken van Jeruzalem (2 Kron. 26:6-15). Hij was vast blij met alles wat hij dankzij Jehovah’s hulp kon doen (Pred. 3:12, 13). Als koning was Uzzia gewend dat anderen deden wat hij zei. Misschien ging hij daardoor denken dat hij kon doen wat hij maar wilde. Op een dag ging hij de tempel van Jehovah binnen om wierook te branden op het altaar. Daar was hij als koning niet toe bevoegd (2 Kron. 26:16-18). Toen hogepriester Azarja hem probeerde te corrigeren, werd hij woedend. Helaas bleef Uzzia niet trouw. Hij werd gestraft met melaatsheid (2 Kron. 26:19-21). Zijn leven had er heel anders uitgezien als hij nederig was gebleven! w23.09 10 ¶9-10
vrijdag 15 augustus
Hij hield zich afzijdig, uit angst voor hen die van de besnijdenis waren. — Gal. 2:12.
Ook nadat Petrus een gezalfde christen was geworden, had hij nog last van zijn tekortkomingen. In het jaar 36 was hij erbij toen de onbesneden heiden Cornelius met heilige geest werd gezalfd. Dat was een duidelijk bewijs dat ‘God niet partijdig is’ en dat heidenen deel konden uitmaken van de christelijke gemeente (Hand. 10:34, 44, 45). Daarna voelde Petrus zich vrij om met heidenen te eten, iets dat hij daarvoor nooit zou hebben gedaan. Maar er waren Joodse christenen die vonden dat Joden en heidenen niet samen hoorden te eten. Toen sommigen van hen naar Antiochië kwamen, stopte Petrus ermee met zijn heidense broeders te eten, waarschijnlijk omdat hij bang was de Joodse christenen te beledigen. Paulus zag die hypocrisie en wees Petrus publiekelijk terecht (Gal. 2:13, 14). Ondanks die terugval gaf Petrus de strijd niet op. w23.09 22 ¶8
zaterdag 16 augustus
Hij zal je een stevig fundament geven. — 1 Petr. 5:10.
Doe een eerlijk zelfonderzoek om te zien wat je zwakke punten zijn. Maar raak niet ontmoedigd. ‘De Heer is goed’ en hij zal je helpen om te groeien (1 Petr. 2:3). Petrus geeft de verzekering: ‘God zal (...) zelf je opleiding voltooien. Hij zal je standvastig maken.’ Petrus had ooit het gevoel dat hij het niet waard was in de buurt van Gods Zoon te zijn (Luk. 5:8). Maar met de liefdevolle steun van Jehovah en Jezus hield Petrus vol als volgeling van Christus. Zo mocht hij van Jehovah ‘toegang krijgen tot het eeuwige Koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus’ (2 Petr. 1:11). Wat een beloning! Houd dus net als Petrus vol en laat je door Jehovah opleiden. Dan zul jij ook eeuwig leven krijgen. Dan ‘bereik je het doel van je geloof: je redding’ (1 Petr. 1:9). w23.09 31 ¶16-17
zondag 17 augustus
Aanbid hem die de hemel en de aarde heeft gemaakt. — Openb. 14:7.
De tabernakel had één voorhof: een omheinde, open ruimte waar de priesters hun taken uitvoerden. In het voorhof stond het grote koperen brandofferaltaar en ook een koperen wasbekken met water waarmee de priesters zich reinigden voordat ze hun heilige dienst deden (Ex. 30:17-20; 40:6-8). De gezalfde broeders van Jezus doen op aarde trouw dienst in het binnenste voorhof van de geestelijke tempel. Het grote waterbekken is voor hen, net als voor alle christenen, een belangrijke herinnering om moreel en geestelijk rein te blijven. Waar aanbidt de ‘grote menigte’ Jehovah? Johannes zag dat ze ‘voor de troon staan’ en ‘dag en nacht heilige dienst voor hem doen in zijn tempel’. Ze doen dat hier op aarde in wat overeenkomt met het buitenste voorhof (Openb. 7:9, 13-15). Wat zijn we dankbaar dat we een plek hebben in Jehovah’s regeling voor zuivere aanbidding! w23.10 28 ¶15-16
maandag 18 augustus
Vanwege Gods belofte kreeg hij kracht door zijn geloof. — Rom. 4:20.
Jehovah kan je kracht geven via de ouderlingen (Jes. 32:1, 2). Dus als je bezorgd bent, praat er dan met een ouderling over. En als ze je hulp bieden, neem die dan dankbaar aan. Via hen kan Jehovah je sterk maken. Ook de Bijbelse hoop kan je veel kracht geven (Rom. 4:3, 18, 19). Je hebt het vooruitzicht eeuwig te leven in een paradijs op aarde of in het hemelse Koninkrijk. Je hoop geeft je de kracht om beproevingen te doorstaan, het goede nieuws te prediken en je in te zetten in de gemeente (1 Thess. 1:3). Dezelfde hoop sterkte ook de apostel Paulus. Hij was soms ‘ten einde raad’. Hij werd ‘zwaar onder druk gezet’, ‘vervolgd’ en ‘neergeslagen’. Soms was zelfs zijn leven in gevaar (2 Kor. 4:8-10). Paulus kreeg de kracht om vol te houden door zich op zijn hoop te focussen (2 Kor. 4:16-18). Hij was gefocust op de toekomst, op eeuwig leven in de hemel. Door over die hoop te mediteren voelde hij zich ‘van dag tot dag vernieuwd’. w23.10 15-16 ¶14-17
dinsdag 19 augustus
Jehovah zal zijn volk sterken. Jehovah zal zijn volk zegenen met vrede. — Ps. 29:11.
Je kunt je afvragen: is het Jehovah’s tijd om te doen waar ik om bid? Misschien denk je dat je een onmiddellijk antwoord op je gebeden nodig hebt. Maar Jehovah weet wat het beste moment is om je te helpen (Hebr. 4:16). Als je niet meteen krijgt waar je om vraagt, kun je denken dat Jehovah’s antwoord ‘nee’ is. Maar misschien is zijn antwoord eigenlijk ‘nog niet’. Denk bijvoorbeeld eens aan een jonge broeder die bidt om genezing van zijn ziekte. Maar zijn gezondheid verbetert niet. Als Jehovah hem door een wonder had genezen, had Satan kunnen aanvoeren dat de broeder Jehovah alleen bleef dienen omdat hij was genezen (Job 1:9-11; 2:4). Bovendien heeft Jehovah al een tijd vastgesteld om alle ziekten te genezen (Jes. 33:24; Openb. 21:3, 4). En tot dan hoeven we geen wonderbaarlijke genezingen te verwachten. De broeder kan Jehovah dus beter vragen hem de kracht en innerlijke vrede te geven om zijn ziekte te dragen en trouw te blijven. w23.11 24 ¶13
woensdag 20 augustus
Hij straft ons niet naar onze zonden, geeft ons niet het verdiende loon voor onze fouten. — Ps. 103:10.
Simson had een grote fout gemaakt, maar hij gaf de moed niet op. Hij zocht naar een gelegenheid om te doen wat Jehovah van hem had gevraagd: tegen de Filistijnen vechten (Recht. 16:28-30). Simson smeekte Jehovah: ‘Laat me wraak nemen op de Filistijnen.’ De ware God verhoorde zijn verzoek en gaf hem zijn wonderbaarlijke kracht terug. Bij die gelegenheid behaalde Simson zijn grootste overwinning op de Filistijnen ooit. Hoewel Simson de gevolgen van zijn fout moest ondervinden, stopte hij er niet mee te proberen Jehovah’s wil te doen. Als je een fout maakt en correctie nodig hebt of een voorrecht verliest, geef dan net als Simson de moed niet op. Bedenk dat Jehovah je niet zomaar afschrijft (Ps. 103:8, 9). Ondanks je fouten kun je net als Simson nog steeds bruikbaar zijn voor Jehovah. w23.09 6 ¶15-16
donderdag 21 augustus
Volharding [leidt] tot een goedgekeurde positie en de goedgekeurde positie tot hoop. — Rom. 5:4.
Als je volhardt, krijg je Jehovah’s goedkeuring. Dat betekent niet dat Jehovah het goedvindt dat je beproevingen meemaakt. Wat hij goedkeurt ben jij. Je maakt Jehovah gelukkig door trouw te volharden. Wat een bijzondere zegen! (Ps. 5:12) Denk eens aan Abraham. Hij doorstond beproevingen en kreeg Jehovah’s goedkeuring. Jehovah bezag hem als rechtvaardig, als een vriend (Gen. 15:6; Rom. 4:13, 22). Hetzelfde kan voor ons gelden. Waarop baseert Jehovah zijn goedkeuring? Hij let niet op hoeveel je in zijn dienst doet of welke voorrechten je hebt. Hij geeft zijn goedkeuring omdat je trouw volhardt. En elk van ons kan volharden, wat zijn leeftijd, situatie of capaciteit ook is. Maak jij op dit moment een beproeving mee? Probeer je trouw te volharden? Besef dan dat je Jehovah’s goedkeuring hebt en hem blij maakt. Dat kan een grote impact op je hebben. Het kan je hoop sterker maken. w23.12 11 ¶13-14
vrijdag 22 augustus
Laat zien dat je een man bent. — 1 Kon. 2:2.
Een geestelijk gezinde man moet goede communicatievaardigheden hebben. Hij moet luisteren en begrip tonen als een ander zijn gedachten en gevoelens uit (Spr. 20:5). Hij kan de toon van iemands stem, zijn gezichtsuitdrukkingen en zijn lichaamstaal lezen. Om dat te leren moet je tijd met mensen doorbrengen. Als je alleen communiceert via e-mail en berichtjes, wordt het moeilijker voor je om een-op-een met mensen te praten. Zoek dus naar mogelijkheden om persoonlijk contact met anderen te hebben (2 Joh. 12). Ook moet een volwassen man zichzelf en zijn gezin kunnen onderhouden (1 Tim. 5:8). Het is goed om een vaardigheid te leren die je zal helpen een baan te vinden (Hand. 18:2, 3; 20:34; Ef. 4:28). Bouw een goede reputatie op door hard te werken en af te maken waar je aan begonnen bent. Dan wordt de kans groter dat je een baan vindt en behoudt. w23.12 27 ¶12-13
zaterdag 23 augustus
Jehovah’s dag komt precies zoals een dief in de nacht. — 1 Thess. 5:2.
Als de Bijbel over een dag van Jehovah spreekt, gaat het over een tijd waarin Jehovah zijn vijanden oordeelt en zijn volk redt. In het verleden zijn er momenten geweest waarop Jehovah dat deed (Jes. 13:1, 6; Ezech. 13:5; Zef. 1:8). In deze tijd begint Jehovah’s dag met de aanval op Babylon de Grote en eindigt hij met de oorlog van Armageddon. Om die dag te overleven moet je je nu al voorbereiden. Jezus maakte zelfs duidelijk dat je altijd voor de ‘grote verdrukking’ moet ‘klaarstaan’ (Matth. 24:21; Luk. 12:40). Paulus gebruikte in zijn eerste geïnspireerde brief aan de Thessalonicenzen een aantal vergelijkingen om christenen te helpen klaar te zijn voor Jehovah’s grote oordeelsdag. Hij wist dat Jehovah’s dag niet meteen zou komen (2 Thess. 2:1-3). Toch moedigde hij zijn broeders en zusters aan zich erop voor te bereiden alsof het de volgende dag al zover was. Ook wij moeten zijn raad opvolgen. w23.06 8 ¶1-2
zondag 24 augustus
Lieve broeders, wees standvastig en onwrikbaar. — 1 Kor. 15:58.
Eind jaren 70 verrees aan de skyline van Tokio een wolkenkrabber van 60 verdiepingen hoog. Mensen vroegen zich af hoe zo’n hoog gebouw bestand kon zijn tegen de aardbevingen die de stad zo vaak troffen. Wat was het geheim? Ingenieurs ontwierpen een stabiele constructie die flexibel genoeg was om zware trillingen op te vangen. Christenen zijn te vergelijken met die wolkenkrabber. Hoezo? Een christen moet het evenwicht vinden tussen stabiliteit en flexibiliteit. Aan de ene kant moet hij standvastig en onwrikbaar zijn, sterk en onverzettelijk als het gaat om Jehovah’s wetten en normen. Hij is ‘bereid om te gehoorzamen’ en doet geen concessies. Aan de andere kant moet hij ‘redelijk’ zijn, oftewel flexibel als de situatie het toelaat of zelfs vereist (Jak. 3:17). Als je die balans hebt gevonden, zul je niet in uitersten vervallen door heel onbuigzaam te zijn of juist te toegeeflijk. w23.07 14 ¶1-2
maandag 25 augustus
Jullie hebben hem nooit gezien, en toch houden jullie van hem. — 1 Petr. 1:8.
Jezus moest opboksen tegen verleidingen van Satan de Duivel en zelfs directe aanvallen op zijn loyaliteit aan God (Matth. 4:1-11). Satan was vastbesloten Jezus te laten zondigen zodat hij de losprijs niet zou kunnen betalen. Tijdens zijn bediening doorstond Jezus nog meer beproevingen. Hij kreeg te maken met vervolging en soms was zijn leven in gevaar (Luk. 4:28, 29; 13:31). Hij moest omgaan met de fouten van zijn volgelingen (Mark. 9:33, 34). Hij moest terechtstaan en werd gemarteld en bespot. Daarna werd hij op een uiterst pijnlijke en vernederende manier terechtgesteld (Hebr. 12:1-3). Het laatste deel van zijn beproeving moest hij op eigen kracht doorstaan, zonder Jehovah’s bescherming (Matth. 27:46). Het is duidelijk dat de losprijs Jezus veel heeft gekost. Voel je geen diepe liefde voor Jezus als je bedenkt wat hij allemaal bereidwillig voor ons heeft opgeofferd? w24.01 10-11 ¶7-9
dinsdag 26 augustus
Wie haastig is stuurt zeker aan op armoede. — Spr. 21:5.
Je hebt geduld nodig in de omgang met anderen. Het helpt je aandachtig te luisteren als iemand anders aan het woord is (Jak. 1:19). En geduld bevordert de vrede. Het voorkomt dat je ergens meteen bovenop springt en iets onaardigs zegt als je onder druk staat. Ben je geduldig, dan word je niet snel boos als iemand je kwetst. Je zult anderen niet terugpakken maar ze ‘blijven verdragen’ en ‘van harte vergeven’ (Kol. 3:12, 13). Geduld draagt bij tot betere beslissingen. Het helpt je om je nergens gehaast of impulsief op te storten maar de tijd te nemen om je opties te onderzoeken en evalueren. Stel bijvoorbeeld dat je werk zoekt. Je zou geneigd kunnen zijn het eerste aanbod gelijk te accepteren. Als je geduldig bent, zul je de tijd nemen om na te denken over de gevolgen van de baan voor je gezin en je geestelijke leven. Met geduld kun je slechte beslissingen voorkomen. w23.08 22 ¶8-9
woensdag 27 augustus
In mijn lichaam zie ik een andere wet strijd voeren tegen de wet van mijn verstand en mij een gevangene maken van de wet van de zonde, die in mijn lichaam is. — Rom. 7:23.
Misschien ben je ontmoedigd door je zondige neigingen. Maar als je denkt aan de belofte die je Jehovah hebt gedaan toen je je aan hem opdroeg, geeft dat je motivatie en kracht om tegen verleidingen te vechten. Hoe? Als je je aan Jehovah opdraagt, kies je ervoor jezelf weg te cijferen. Dat betekent dat je nee zegt tegen persoonlijke wensen en ambities waar Jehovah niet blij mee zou zijn (Matth. 16:24). Dus als je voor een verleiding komt te staan, zul je geen tijd nodig hebben om te bedenken wat je moet doen. Voor jou telt nog maar één ding: trouw aan Jehovah. Al het andere is geen optie meer. Je zult vasthouden aan je besluit om Jehovah blij te maken. Je bent in dat opzicht net als Job. Toen hij extreem moeilijke beproevingen meemaakte, zei hij resoluut: ‘Ik zal trouw blijven!’ (Job 27:5) w24.03 9 ¶6-7
donderdag 28 augustus
Jehovah is dicht bij iedereen die hem aanroept, iedereen die hem aanroept in oprechtheid. — Ps. 145:18.
Jehovah, ‘de God van liefde’, is met ons! (2 Kor. 13:11) Hij is in jou persoonlijk geïnteresseerd. Wees ervan overtuigd dat je ‘wordt omringd met Zijn loyale liefde’ (Ps. 32:10). Hoe meer je mediteert over de manieren waarop hij liefde toont, hoe reëler hij wordt en hoe dichter je naar hem toe groeit. Je kunt je vrij voelen hem in gebed te naderen en te vertellen dat je zijn liefde hard nodig hebt. Je kunt al je zorgen met hem delen in het vertrouwen dat hij je begrijpt en dat hij je graag wil helpen (Ps. 145:19). Jehovah’s liefde trekt ons aan als een warm vuur op een koude dag. Zijn liefde is heel sterk en tegelijk heel teder. Dus sta Jehovah’s warme liefde toe in je leven. En beantwoord zijn liefde door met heel je hart te zeggen: ‘Ik houd van Jehovah’ (Ps. 116:1). w24.01 31 ¶19-20
vrijdag 29 augustus
Ik heb hun uw naam bekendgemaakt. — Joh. 17:26.
Jezus deed meer dan mensen alleen vertellen dat Gods naam Jehovah is. De Joden die hij onderwees kenden Gods naam al. Jezus ging verder doordat hij ‘duidelijk heeft gemaakt wie Hij is’ (Joh. 1:17, 18). De Hebreeuwse Geschriften laten bijvoorbeeld zien dat Jehovah barmhartig en meelevend is (Ex. 34:5-7). Jezus verduidelijkte dat beter dan ooit toen hij de gelijkenis van de verloren zoon en zijn vader vertelde. Als je leest dat de vader zijn berouwvolle zoon zag ‘toen hij nog ver weg was’, naar hem toe rende, hem omhelsde en hem van harte vergaf, dan krijg je een heel levendig beeld van Jehovah’s barmhartigheid en medegevoel (Luk. 15:11-32). Jezus maakte duidelijk wie zijn Vader echt is. w24.02 10 ¶8-9
zaterdag 30 augustus
Wij kunnen anderen troosten met de troost die wij van God krijgen. — 2 Kor. 1:4.
Er gaat van Jehovah troost uit die verfrissend is voor wie het moeilijk heeft. Hoe kun je net als Jehovah uit medegevoel anderen troosten? Je kunt werken aan eigenschappen die medegevoel stimuleren en je helpen troost te bieden. Wat zijn enkele van die eigenschappen? Wat zal je helpen om je liefde altijd sterk te houden en anderen ‘te blijven (...) troosten’? (1 Thess. 4:18) Werk aan eigenschappen als medeleven, broederlijke genegenheid en goedheid (Kol. 3:12; 1 Petr. 3:8). Waarom is dat goed? Wanneer eigenschappen zoals medegevoel deel worden van je persoonlijkheid, kún je niet anders dan troost bieden aan iemand die het zwaar heeft. Zoals Jezus zei: ‘Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Een goed mens haalt goede dingen tevoorschijn uit zijn voorraad met goede dingen’ (Matth. 12:34, 35). Troost geven aan broeders en zusters die het moeilijk hebben is een heel belangrijke manier om je liefde te tonen. w23.11 10 ¶10-11
zondag 31 augustus
Degenen die inzicht hebben, zullen het begrijpen. — Dan. 12:10.
Om profetieën goed te begrijpen heb je hulp nodig. Vergelijk het met een uitstapje naar een onbekende bestemming. Stel dat je zelf de plek niet kent maar dat er een vriend meegaat die er wel bekend is. Hij weet precies waar je bent en waar elke weg naartoe leidt. Waarschijnlijk ben je dan blij dat je vriend mee wilde gaan! Jehovah is net als die vriend. Hij weet precies waar we ons in de tijd bevinden en wat er op de weg voor ons ligt. Dus om Bijbelse profetieën te begrijpen, moet je hem nederig om hulp vragen (Dan. 2:28; 2 Petr. 1:19, 20). Zoals elke goede ouder wil Jehovah dat zijn kinderen een gelukkige toekomst hebben (Jer. 29:11). Maar anders dan menselijke ouders kan Jehovah exact voorspellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Hij heeft in zijn Woord profetieën laten opschrijven zodat we van tevoren kunnen weten welke belangrijke dingen er gaan gebeuren (Jes. 46:10). w23.08 8 ¶3-4