dinsdag 30 september
God is trouw, en hij zal niet toelaten dat je wordt beproefd boven wat je aankunt, maar met de beproeving zal hij ook voor de uitweg zorgen, zodat je het kunt doorstaan. — 1 Kor. 10:13.
Het is goed om na te denken over je opdrachtsgebed. Dat zal je de kracht geven om elke verleiding te weerstaan. Je zult bijvoorbeeld nooit gaan flirten met de partner van een ander. Daar heb je namelijk al nee tegen gezegd. Als je ongepaste gevoelens meteen de kop indrukt, zul je later niet hoeven te worstelen om ervanaf te komen. Zo ‘keer je je af’ van ‘het pad van wie slecht is’ (Spr. 4:14, 15). Jezus was vastbesloten zijn Vader blij te maken. Mediteren over zijn voorbeeld zal je helpen snel en resoluut alles af te wijzen waarvan je weet dat de God aan wie je je hebt opgedragen er niet blij mee zou zijn (Matth. 4:10; Joh. 8:29). Beproevingen en verleidingen geven je een kans om te laten zien dat je vastbesloten bent Jezus altijd te volgen. En je kunt er zeker van zijn dat Jehovah je zal helpen. w24.03 9-10 ¶8-10
woensdag 1 oktober
De wijsheid van boven is bereid om te gehoorzamen. — Jak. 3:17.
Vind jij het weleens moeilijk gehoorzaam te zijn? David vroeg aan Jehovah: ‘Wek in mij de bereidheid om u te gehoorzamen’ (Ps. 51:12). Hoewel hij van Jehovah hield, had hij soms moeite om gehoorzaam te zijn. Hoe komt het eigenlijk dat mensen daar moeite mee hebben? Ten eerste hebben we de neiging geërfd om ongehoorzaam te zijn. Ten tweede probeert Satan ons er constant toe aan te zetten net als hij in opstand te komen (2 Kor. 11:3). En ten derde zijn we in deze wereld omgeven door een rebelse sfeer, ‘de geest die nu actief is in ongehoorzame mensen’ (Ef. 2:2). Het is dus een gevecht tegen zowel onze eigen neiging tot zondigen als de druk van de Duivel en deze wereld. We moeten ons uiterste best doen om gehoorzaam te zijn aan Jehovah en degenen die hij autoriteit heeft gegeven. w23.10 6 ¶1
donderdag 2 oktober
Jij hebt de goede wijn tot nu bewaard. — Joh. 2:10.
Wat kun je van Jezus’ wonder leren? Een les over nederigheid. Jezus schepte niet op over het wonder. Sterker nog, hij schepte nooit op over zijn prestaties. Nederig gaf hij steeds weer alle eer aan zijn Vader (Joh. 5:19, 30; 8:28). Als je net als Jezus een nederige kijk op jezelf behoudt, zul je niet opscheppen over je prestaties. Wees niet trots op jezelf maar op de geweldige God die je mag dienen (Jer. 9:23, 24). Geef hem altijd de eer die hem toekomt. Want wat voor goeds zou je ooit kunnen bereiken zonder zijn hulp? (1 Kor. 1:26-31) Nederigheid maakt dat je niet met de eer gaat strijken als je goede dingen voor anderen doet. Je zult er tevreden mee zijn te weten dat Jehovah ziet en waardeert wat je doet (vergelijk Mattheüs 6:2-4; Hebr. 13:16). Maak Jehovah dus blij door net als Jezus nederig te zijn (1 Petr. 5:6). w23.04 4 ¶9; 5 ¶11-12