Denk eens terug aan je opdracht en doop. Vraag je af waarom je die stappen hebt genomen. Dat was omdat je aan Jehovah’s kant wilde staan. Weet je nog wat je ervan heeft overtuigd dat je de waarheid had gevonden? Je leerde Jehovah kennen als een hemelse Vader en kreeg respect en liefde voor hem. Je geloof groeide en je kreeg berouw. Je stopte met verkeerde dingen en begon te leven zoals Jehovah dat wil. En was het geen goed gevoel te beseffen dat Jehovah je had vergeven? (Ps. 32:2) Je begon de vergaderingen te bezoeken en anderen te vertellen welke mooie dingen je had geleerd. Nu ben je een opgedragen en gedoopte christen op de weg die naar het leven leidt, vastbesloten om nooit de weg kwijt te raken (Matth. 7:13, 14). Streef naar stabiliteit door standvastig te zijn in je toewijding aan Jehovah en onwrikbaar in je gehoorzaamheid aan zijn geboden. w23.07 17 ¶14; 19 ¶19

Het is goed om na te denken over je opdrachtsgebed. Dat zal je de kracht geven om elke verleiding te weerstaan. Je zult bijvoorbeeld nooit gaan flirten met de partner van een ander. Daar heb je namelijk al nee tegen gezegd. Als je ongepaste gevoelens meteen de kop indrukt, zul je later niet hoeven te worstelen om ervanaf te komen. Zo ‘keer je je af’ van ‘het pad van wie slecht is’ (Spr. 4:14, 15). Jezus was vastbesloten zijn Vader blij te maken. Mediteren over zijn voorbeeld zal je helpen snel en resoluut alles af te wijzen waarvan je weet dat de God aan wie je je hebt opgedragen er niet blij mee zou zijn (Matth. 4:10; Joh. 8:29). Beproevingen en verleidingen geven je een kans om te laten zien dat je vastbesloten bent Jezus altijd te volgen. En je kunt er zeker van zijn dat Jehovah je zal helpen. w24.03 9-10 ¶8-10

Vind jij het weleens moeilijk gehoorzaam te zijn? David vroeg aan Jehovah: ‘Wek in mij de bereidheid om u te gehoorzamen’ (Ps. 51:12). Hoewel hij van Jehovah hield, had hij soms moeite om gehoorzaam te zijn. Hoe komt het eigenlijk dat mensen daar moeite mee hebben? Ten eerste hebben we de neiging geërfd om ongehoorzaam te zijn. Ten tweede probeert Satan ons er constant toe aan te zetten net als hij in opstand te komen (2 Kor. 11:3). En ten derde zijn we in deze wereld omgeven door een rebelse sfeer, ‘de geest die nu actief is in ongehoorzame mensen’ (Ef. 2:2). Het is dus een gevecht tegen zowel onze eigen neiging tot zondigen als de druk van de Duivel en deze wereld. We moeten ons uiterste best doen om gehoorzaam te zijn aan Jehovah en degenen die hij autoriteit heeft gegeven. w23.10 6 ¶1