Jehovah geeft graag uiting aan zijn liefde en goedkeuring. De Bijbel vermeldt twee gelegenheden waarbij hij Jezus vertelde dat hij van hem hield en hem goedkeurde (Matth. 3:17; 17:5). Zou jij van Jehovah willen horen dat hij blij met je is? Jehovah spreekt niet rechtstreeks tot ons, maar wel via de Bijbel. Als je in de evangeliën leest wat Jezus zei, kun je de goedkeurende stem van Jehovah ‘horen’. Jezus was het volmaakte evenbeeld van zijn Vader. Dus als je leest dat Jezus tegen zijn onvolmaakte maar trouwe volgelingen zei dat hij om ze gaf, stel je dan voor dat Jehovah hetzelfde tegen jou zegt (Joh. 15:9, 15). Maar soms laat Jehovah toe dat je moeilijke dingen meemaakt. Zulke beproevingen zijn geen teken dat hij niet meer blij met je is. Ze geven je juist een kans om te laten zien hoeveel je van hem houdt en op hem vertrouwt (Jak. 1:12). w24.03 28 ¶10-11

Als je kinderen hebt, help ze dan een antwoord voor te bereiden dat past bij hun leeftijd. Soms komen tijdens een bespreking serieuze onderwerpen aan bod, zoals huwelijksproblemen of morele kwesties. Maar meestal zijn er dan wel een of twee alinea’s waarop een kind commentaar kan geven. Leer je kinderen ook waarom ze waarschijnlijk niet elke keer dat ze hun hand opsteken aan de beurt komen. Zo kun je voorkomen dat ze teleurgesteld raken (1 Tim. 6:18). We kunnen allemaal goede commentaren voorbereiden die Jehovah eren en onze broeders en zusters aanmoedigen (Spr. 25:11). Af en toe kun je kort een persoonlijke ervaring vertellen, maar vermijd het te veel over jezelf te praten (Spr. 27:2; 2 Kor. 10:18). Probeer de aandacht te richten op Jehovah, zijn Woord en zijn volk als geheel (Openb. 4:11). w23.04 24-25 ¶17-18

Liefde is nodig om wakker te blijven en je verstand erbij te houden (Matth. 22:37-39). Liefde voor God motiveert je om door te gaan met prediken ook al kan dat problemen veroorzaken (2 Tim. 1:7, 8). En omdat je liefde hebt voor mensen die je geloof niet delen, blijf je getuigenis geven, zo nodig telefonisch of per brief. Geef dus de hoop niet op dat je medemens op een dag zal veranderen en gaat doen wat juist is (Ezech. 18:27, 28). We houden ook van onze broeders en zusters. Die liefde motiveert ons ‘elkaar aan te moedigen en op te bouwen’ (1 Thess. 5:11). We moedigen elkaar aan zoals soldaten die zij aan zij vechten. Het zou niet goed zijn bewust een broeder of zuster te kwetsen of kwaad met kwaad te vergelden (1 Thess. 5:13, 15). Liefde moet je ook motiveren respect te tonen voor de broeders die de leiding hebben in de gemeente (1 Thess. 5:12). w23.06 10 ¶6; 11 ¶10-11