maandag 22 september
Maak discipelen van mensen uit alle volken. Doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon. — Matth. 28:19.
Jezus wilde dat ook anderen de naam van zijn Vader gebruikten. Vrome religieuze leiders in die tijd vonden misschien dat Gods naam te heilig was om uit te spreken, maar Jezus liet zich er nooit door zulke on-Bijbelse tradities van weerhouden de naam van zijn Vader te eren. Denk maar aan de keer dat hij in het gebied van de Gerasenen een bezeten man genas. Omdat de mensen bang werden en Jezus smeekten om weg te gaan, bleef hij niet in die streek (Mark. 5:16, 17). Toch wilde hij dat Jehovah’s naam daar bekendgemaakt zou worden. Daarom gaf hij de genezen man opdracht de mensen te vertellen wat Jehovah had gedaan en niet wat hij had gedaan (Mark. 5:19). Hij wil nu hetzelfde, namelijk dat we overal ter wereld de naam van zijn Vader bekendmaken (Matth. 24:14; 28:20). Als je daaraan meewerkt, doe je onze Koning, Jezus, een plezier. w24.02 10 ¶10
dinsdag 23 september
Je hebt ter wille van mijn naam volgehouden. — Openb. 2:3.
Het is echt een zegen in deze moeilijke laatste dagen bij Jehovah’s organisatie te mogen horen. De omstandigheden in de wereld worden steeds slechter, maar Jehovah heeft je als steun een hechte, geestelijke familie gegeven (Ps. 133:1). Daarnaast helpt hij je om een sterke band met gezinsleden te hebben (Ef. 5:33–6:1). En hij geeft je de wijsheid die je nodig hebt om met zorgen om te gaan en innerlijke vrede te hebben. Het is belangrijk je uiterste best te doen om trouw te blijven aan Jehovah. Waarom? Omdat anderen af en toe iets kunnen zeggen of doen dat je kwetst. Daarnaast kun je teleurgesteld raken in jezelf, vooral als je steeds weer dezelfde fouten maakt. Je moet het niet opgeven (1) als een broeder of zuster je kwetst, (2) als je partner je teleurstelt en (3) als je teleurgesteld bent in jezelf. w24.03 14 ¶1-2
woensdag 24 september
Laten we, welke vorderingen we ook hebben gemaakt, op deze weg verdergaan. — Fil. 3:16.
Af en toe zul je de ervaringen horen van broeders en zusters die hun dienst hebben uitgebreid. Misschien zijn ze naar de School voor Koninkrijkspredikers gegaan of zijn ze verhuisd naar een plek waar de behoefte groter is. Zoiets zou ook voor jou een mooi doel kunnen zijn. Jehovah’s aanbidders zoeken graag naar mogelijkheden om meer voor hem te doen (Hand. 16:9). Maar wat als dat voor jou op dit moment geen haalbare kaart is? Denk niet dat je minder bent dan degenen die het wel kunnen. In de wedstrijd die je als christen loopt gaat het vooral om doorzettingsvermogen (Matth. 10:22). Onderschat nooit hoeveel waarde het voor Jehovah heeft als je doet wat je in jouw omstandigheden kunt. Dat is een belangrijke manier om Jezus na je doop te blijven volgen (Ps. 26:1). w24.03 10 ¶11