Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Ezechiël 33
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

Inhoud Ezechiël

      • Verantwoordelijkheid wachter (1-20)

      • Nieuws over val Jeruzalem (21, 22)

      • Boodschap aan bewoners ruïnes (23-29)

      • Mensen doen niets met boodschap (30-33)

        • Ezechiël ‘als romantisch liefdeslied’ (32)

        • ‘Er was een profeet bij hen’ (33)

Ezechiël 33:1

Index

  • Publicatie-index

    kj 279

Ezechiël 33:2

Verwijsteksten

  • +Ez 3:11
  • +Le 26:25; Ez 6:3; 21:9

Index

  • Publicatie-index

    kj 279

Ezechiël 33:3

Verwijsteksten

  • +Jer 4:5; Ho 8:1

Index

  • Publicatie-index

    kj 279

Ezechiël 33:4

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘wegneemt’.

  • *

    Lett.: ‘zal zijn bloed op zijn eigen hoofd komen’.

Verwijsteksten

  • +Jer 6:17; Za 1:4
  • +Ez 3:19; Han 18:6

Index

  • Publicatie-index

    kj 279

Ezechiël 33:5

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘Zijn bloed zal op hemzelf zijn.’

  • *

    Of ‘ziel’.

Index

  • Publicatie-index

    kj 279

Ezechiël 33:6

Voetnoten

  • *

    Of ‘zal ik zijn bloed terugeisen van de wachter’.

Verwijsteksten

  • +Jes 56:10
  • +Ez 3:18

Index

  • Studiehulp

    Geïnspireerd, blz. 137

  • Publicatie-index

    si 137;

    w80 1/4 16; w80 1/6 22; w73 473; kj 280

Ezechiël 33:7

Verwijsteksten

  • +Jes 21:8; Jer 1:17; Ez 3:17

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 122, 125-126

    De Wachttoren,

    1/1/1988, blz. 28-29

  • Publicatie-index

    rr 122, 125; w88 1/1 28;

    w77 95; w73 473; kj 280

Ezechiël 33:8

Voetnoten

  • *

    Of ‘eis ik zijn bloed van jou terug’.

Verwijsteksten

  • +Jes 3:11; Ez 18:4
  • +Sp 11:21

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 122

  • Publicatie-index

    rr 122;

    w73 473; kj 280

Ezechiël 33:9

Voetnoten

  • *

    Of ‘ziel’.

Verwijsteksten

  • +Sp 15:10
  • +Ez 3:19; Han 18:6

Index

  • Publicatie-index

    w73 473; kj 280

Ezechiël 33:10

Verwijsteksten

  • +Le 26:39; Jes 64:6; Ez 24:23
  • +Ez 37:11

Index

  • Publicatie-index

    w73 473; kj 281

Ezechiël 33:11

Verwijsteksten

  • +Ez 18:23; 1Ti 2:3, 4
  • +Jes 31:6; Lu 15:10
  • +Ps 130:7, 8
  • +Jes 55:7; Jer 3:22; 25:5; Han 3:19
  • +Ez 18:31; 2Pe 3:9

Index

  • Studiehulp

    Voor eeuwig gelukkig!, les 57

  • Publicatie-index

    lff les 57;

    w74 723; w73 440, 473; kj 281; w66 231; w65 373, 733; w64 500; w63 260, 431; g62 8/3 28; w53 15

Ezechiël 33:12

Verwijsteksten

  • +Ez 3:20; 18:24
  • +1Kon 8:48, 50; Ez 18:21
  • +Ez 18:26

Index

  • Publicatie-index

    kj 281

Ezechiël 33:13

Voetnoten

  • *

    Of ‘en onrecht doet’.

Verwijsteksten

  • +2Pe 2:20
  • +Ez 18:4

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 122, 124-125

  • Publicatie-index

    rr 122, 124-125;

    kj 281

Ezechiël 33:14

Verwijsteksten

  • +Jes 55:7; Ez 18:21; Mi 6:8

Index

  • Publicatie-index

    w73 473; kj 282

Ezechiël 33:15

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘wandelt in’.

Verwijsteksten

  • +Ex 22:26
  • +Le 6:2, 4; Ez 22:29
  • +Le 18:5; Ez 18:27

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/9/1988, blz. 22-23

  • Publicatie-index

    w88 15/9 23;

    w73 473; kj 282

Ezechiël 33:16

Voetnoten

  • *

    Lett.: ‘tegen hem in herinnering worden gebracht’.

Verwijsteksten

  • +Jes 1:18
  • +Ez 20:11

Index

  • Publicatie-index

    w73 473; kj 282

Ezechiël 33:17

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 283

Ezechiël 33:18

Verwijsteksten

  • +Heb 10:38; 2Pe 2:20

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 122

  • Publicatie-index

    rr 122;

    w73 473; kj 283

Ezechiël 33:19

Verwijsteksten

  • +Ez 18:27

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 122

  • Publicatie-index

    rr 122;

    w73 473; kj 283

Ezechiël 33:20

Verwijsteksten

  • +Ez 18:25, 29

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 284

Ezechiël 33:21

Verwijsteksten

  • +Ez 24:25-27
  • +2Kon 25:4; 2Kr 36:17; Jer 39:2

Index

  • Studiehulp

    Zuivere aanbidding, blz. 112

    Geïnspireerd, blz. 136

  • Publicatie-index

    rr 112; si 136;

    w73 474; kj 217, 285; w65 92

Ezechiël 33:22

Verwijsteksten

  • +Ez 3:26

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 217, 286

Ezechiël 33:23

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 287

Ezechiël 33:24

Verwijsteksten

  • +Jer 39:10; Ez 36:4
  • +Ge 12:7

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 287

Ezechiël 33:25

Voetnoten

  • *

    De Hebreeuwse term is misschien verwant aan een woord voor uitwerpselen en werd gebruikt als een uiting van minachting.

Verwijsteksten

  • +Ge 9:4; Le 17:12
  • +Ez 22:6

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 287

Ezechiël 33:26

Verwijsteksten

  • +Ze 3:3
  • +Jer 5:8
  • +De 4:26; Joz 23:15

Index

  • Publicatie-index

    w73 474; kj 287

Ezechiël 33:27

Verwijsteksten

  • +Jer 42:22; Ez 5:12

Index

  • Publicatie-index

    w73 475; kj 288

Ezechiël 33:28

Verwijsteksten

  • +2Kr 36:20, 21; Jes 6:11; Jer 44:2
  • +Ez 6:3

Index

  • Publicatie-index

    w73 475; kj 288

Ezechiël 33:29

Verwijsteksten

  • +Jer 9:11; 25:11
  • +2Kon 17:9; 2Kr 36:14

Index

  • Publicatie-index

    w73 475; kj 288

Ezechiël 33:30

Verwijsteksten

  • +Jer 18:18

Index

  • Publicatie-index

    w73 475; kj 290; w50 258

Ezechiël 33:31

Voetnoten

  • *

    Of ‘spreken ze wellustig’.

Verwijsteksten

  • +Jes 29:13; Jer 44:16, 17

Index

  • Publicatie-index

    su 124; w73 475; kj 290; g65 22/4 28; w60 615; w50 115, 258

Ezechiël 33:32

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/9/1988, blz. 23

  • Publicatie-index

    w88 15/9 23;

    su 124-5; w73 475; kj 290; g65 22/4 28; w63 484; w61 164, 397; w51 341; w50 258

Ezechiël 33:33

Verwijsteksten

  • +Ez 2:5

Index

  • Studiehulp

    De Wachttoren,

    15/3/1991, blz. 17

  • Publicatie-index

    w91 15/3 17;

    w73 475-6; kj 290-1; g65 22/6 28

Andere Bijbelvertalingen

Klik op een versnummer om hetzelfde vers in andere Bijbelvertalingen weer te geven.

Algemeen

Ezech. 33:2Ez 3:11
Ezech. 33:2Le 26:25; Ez 6:3; 21:9
Ezech. 33:3Jer 4:5; Ho 8:1
Ezech. 33:4Jer 6:17; Za 1:4
Ezech. 33:4Ez 3:19; Han 18:6
Ezech. 33:6Jes 56:10
Ezech. 33:6Ez 3:18
Ezech. 33:7Jes 21:8; Jer 1:17; Ez 3:17
Ezech. 33:8Jes 3:11; Ez 18:4
Ezech. 33:8Sp 11:21
Ezech. 33:9Sp 15:10
Ezech. 33:9Ez 3:19; Han 18:6
Ezech. 33:10Le 26:39; Jes 64:6; Ez 24:23
Ezech. 33:10Ez 37:11
Ezech. 33:11Ez 18:23; 1Ti 2:3, 4
Ezech. 33:11Jes 31:6; Lu 15:10
Ezech. 33:11Ps 130:7, 8
Ezech. 33:11Jes 55:7; Jer 3:22; 25:5; Han 3:19
Ezech. 33:11Ez 18:31; 2Pe 3:9
Ezech. 33:12Ez 3:20; 18:24
Ezech. 33:121Kon 8:48, 50; Ez 18:21
Ezech. 33:12Ez 18:26
Ezech. 33:132Pe 2:20
Ezech. 33:13Ez 18:4
Ezech. 33:14Jes 55:7; Ez 18:21; Mi 6:8
Ezech. 33:15Ex 22:26
Ezech. 33:15Le 6:2, 4; Ez 22:29
Ezech. 33:15Le 18:5; Ez 18:27
Ezech. 33:16Jes 1:18
Ezech. 33:16Ez 20:11
Ezech. 33:18Heb 10:38; 2Pe 2:20
Ezech. 33:19Ez 18:27
Ezech. 33:20Ez 18:25, 29
Ezech. 33:21Ez 24:25-27
Ezech. 33:212Kon 25:4; 2Kr 36:17; Jer 39:2
Ezech. 33:22Ez 3:26
Ezech. 33:24Jer 39:10; Ez 36:4
Ezech. 33:24Ge 12:7
Ezech. 33:25Ge 9:4; Le 17:12
Ezech. 33:25Ez 22:6
Ezech. 33:26Ze 3:3
Ezech. 33:26Jer 5:8
Ezech. 33:26De 4:26; Joz 23:15
Ezech. 33:27Jer 42:22; Ez 5:12
Ezech. 33:282Kr 36:20, 21; Jes 6:11; Jer 44:2
Ezech. 33:28Ez 6:3
Ezech. 33:29Jer 9:11; 25:11
Ezech. 33:292Kon 17:9; 2Kr 36:14
Ezech. 33:30Jer 18:18
Ezech. 33:31Jes 29:13; Jer 44:16, 17
Ezech. 33:33Ez 2:5
  • Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
  • Lees in Studiebijbel (nwtsty)
  • Lees in Studiebijbel (Rbi8)
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9
  • 10
  • 11
  • 12
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • 19
  • 20
  • 21
  • 22
  • 23
  • 24
  • 25
  • 26
  • 27
  • 28
  • 29
  • 30
  • 31
  • 32
  • 33
Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
Ezechiël 33:1-33

Ezechiël

33 Het woord van Jehovah kwam tot mij: 2 ‘Mensenzoon, spreek tot de zonen van je volk+ en zeg tegen ze:

“Stel dat ik een zwaard op een land af stuur.+ De mensen in dat land stellen een man aan als wachter 3 en hij ziet het zwaard op het land af komen en blaast op de hoorn om het volk te waarschuwen.+ 4 Als iemand het geluid van de hoorn hoort maar de waarschuwing negeert+ en er een zwaard komt dat hem doodt,* dan heeft hij zijn dood aan zichzelf te wijten.*+ 5 Hij heeft het geluid van de hoorn gehoord maar de waarschuwing genegeerd. Hij heeft zijn dood aan zichzelf te wijten.* Als hij naar de waarschuwing had geluisterd, zou zijn leven* gered zijn.

6 Maar stel dat de wachter het zwaard ziet komen en niet op de hoorn blaast+ om het volk te waarschuwen en er een zwaard komt dat het leven van een van hen wegneemt. Dan zal die persoon voor zijn eigen zonde sterven maar roep ik de wachter ter verantwoording voor zijn bloed.”*+

7 Mensenzoon, ik heb jou aangesteld als wachter voor het huis van Israël. En als je een woord uit mijn mond hoort, moet je hen namens mij waarschuwen.+ 8 Als ik tegen een slecht mens zeg: “Je bent slecht en je zult beslist sterven!”,+ maar je niet vrijuit spreekt om hem te waarschuwen dat hij een andere weg moet inslaan, dan zal hij als een slecht mens voor zijn eigen zonde sterven+ maar roep ik jou ter verantwoording voor zijn bloed.* 9 Maar als je een slecht mens waarschuwt om zich af te keren van zijn weg en hij weigert een andere weg in te slaan, dan zal hij voor zijn zonde sterven+ maar zul jij je eigen leven* redden.+

10 Mensenzoon, zeg tegen het huis van Israël: “Jullie hebben gezegd: ‘Onze opstandigheid en onze zonden drukken zwaar op ons en we bezwijken eronder+ — hoe kunnen we in leven blijven?’”+ 11 Zeg tegen ze: “‘Zo zeker als ik leef,’ verklaart de Soevereine Heer Jehovah, ‘de dood van een slecht mens geeft mij geen vreugde.+ Ik heb liever dat hij een andere weg inslaat+ en in leven blijft.+ Keer je af, keer je af van je slechte wegen,+ want waarom zouden jullie sterven, huis van Israël?’”+

12 Mensenzoon, zeg tegen de zonen van je volk: “De rechtvaardigheid van de rechtvaardige zal hem niet bevrijden als hij in opstand komt.+ Ook zal de slechtheid van de slechte hem niet laten struikelen als hij zich afkeert van zijn slechtheid.+ En een rechtvaardige zal niet op grond van zijn rechtvaardigheid in leven blijven op de dag dat hij zondigt.+ 13 Als ik tegen de rechtvaardige zeg: ‘Je zult beslist in leven blijven’, en hij op zijn eigen rechtvaardigheid vertrouwt en doet wat slecht is,*+ dan zal aan geen van zijn rechtvaardige daden worden teruggedacht maar zal hij sterven voor zijn kwaaddoen.+

14 Als ik tegen de slechte zeg: ‘Je zult beslist sterven’, en hij keert zich af van zijn zonde en doet wat juist en rechtvaardig is,+ 15 en hij geeft terug wat hij als onderpand genomen heeft,+ vergoedt wat hij geroofd heeft+ en houdt zich aan* de voorschriften die tot leven leiden door niet te doen wat slecht is, dan zal hij zeker in leven blijven.+ Hij zal niet sterven. 16 Geen van de zonden die hij heeft begaan, zal hem worden aangerekend.*+ Hij zal beslist in leven blijven omdat hij doet wat juist en rechtvaardig is.”+

17 Maar je volk heeft gezegd: “De weg van Jehovah is onrechtvaardig”, terwijl hun eigen weg onrechtvaardig is.

18 Als een rechtvaardige zich afkeert van zijn rechtvaardigheid en doet wat slecht is, moet hij daarvoor sterven.+ 19 Maar als iemand die slecht is, zich afkeert van zijn slechtheid en doet wat juist en rechtvaardig is, zal hij daardoor in leven blijven.+

20 Maar jullie hebben gezegd: “De weg van Jehovah is onrechtvaardig.”+ Ik zal elk van jullie oordelen naar zijn wegen, huis van Israël.’

21 Ten slotte kwam er in het 12de jaar van onze ballingschap, op de vijfde dag van de tiende maand, een vluchteling uit Jeruzalem bij me+ die zei: ‘De stad is gevallen!’+

22 De avond voordat de vluchteling kwam, was de hand van Jehovah op me gekomen en hij had mijn mond geopend voordat de man in de ochtend bij me kwam. Mijn mond was dus geopend en ik was niet langer stom.+

23 Toen kwam het woord van Jehovah tot mij: 24 ‘Mensenzoon, de bewoners van deze ruïnes+ zeggen over het land van Israël: “Abraham was maar alleen en toch nam hij het land in bezit.+ Wij zijn met velen, dus het land is ons zeker in bezit gegeven.”

25 Zeg daarom tegen ze: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Jullie eten voedsel met het bloed erin,+ jullie kijken op naar je walgelijke afgoden* en jullie blijven bloed vergieten.+ Waarom zouden jullie het land dan bezitten? 26 Jullie vertrouwen op je zwaard,+ jullie maken je schuldig aan walgelijke praktijken en elk van jullie heeft de vrouw van zijn naaste onteerd.+ Waarom zouden jullie het land dan bezitten?’”+

27 Dit moet je tegen ze zeggen: “Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: ‘Zo zeker als ik leef, de bewoners van de ruïnes zullen vallen door het zwaard, degenen op het open veld zal ik aan de wilde dieren voeren en degenen in de vestingen en de grotten zullen sterven door ziekte.+ 28 Ik zal van het land een totaal verlaten woestenij maken,+ en aan zijn arrogante trots zal een eind komen. De bergen van Israël zullen een verlaten gebied worden+ waar niemand meer doorheen trekt. 29 Ze zullen moeten weten dat ik Jehovah ben als ik van het land een totaal verlaten woestenij maak+ vanwege alle walgelijke dingen die ze hebben gedaan.’”+

30 Mensenzoon, je volksgenoten praten over je bij de muren en in de deuropeningen van de huizen.+ Ze zeggen tegen elkaar, elk tegen zijn broeder: “Kom, laten we eens horen wat het woord is dat van Jehovah komt.” 31 Ze zullen toestromen om vóór je te zitten als mijn volk, en ze zullen je woorden horen maar niet doen.+ Want met hun mond vleien ze je,* maar hun hart is uit op oneerlijke winst. 32 Voor hen ben je als een romantisch liefdeslied, gezongen met een mooie stem en goed gespeeld op een snaarinstrument. Ze zullen je woorden wel horen maar er niets mee doen. 33 Wanneer het uitkomt — en het zal uitkomen — zullen ze moeten weten dat er een profeet bij hen was.’+

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen