16 Tot de vrouw zei hij: „Ik zal de smart van uw zwangerschap+ zeer doen toenemen;* met barensweeën zult gij kinderen voortbrengen,+ en uw sterke begeerte zal naar uw man uitgaan, en hij zal over u heersen.”+
17 Net zoals een zwangere vrouw het moment nadert om te baren, weeën heeft, het uitschreeuwt in haar barensweeën, zo zijn wij geworden wegens u, o Jehovah.+