8 Hij sloot ook het verbond van de besnijdenis met hem.+ Abraham werd de vader van Isaäk+ en besneed hem op de achtste dag,+ Isaäk werd de vader van Jakob, en Jakob werd de vader van de 12 familiehoofden.
11 En hij kreeg een teken+ — de besnijdenis — als een zegel* van de rechtvaardigheid door het geloof dat hij had toen hij nog niet besneden was. Zo kon hij de vader worden van alle onbesnedenen die geloof hebben,+ zodat hun rechtvaardigheid zou worden toegerekend.