Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • 1 Koningen 8:25
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 25 Nu vraag ik u, Jehovah, God van Israël, u te houden aan wat u hebt beloofd aan uw dienaar David, mijn vader: “Op de troon van Israël zal altijd een afstammeling van jou zitten, zolang je zonen maar op hun weg letten en mij volgen,* net zoals jij mij hebt gevolgd.”*+

  • Psalm 89:3, 4
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    •  3 ‘Met mijn uitverkorene heb ik een verbond gesloten,+

      aan mijn dienaar David heb ik gezworen:+

       4 “Ik vestig je nageslacht*+ voor eeuwig,

      ik laat je troon standhouden* van generatie op generatie.”’+ (sela)

  • Psalm 89:20
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 20 Ik heb mijn dienaar David gevonden,+

      met mijn heilige olie heb ik hem gezalfd.+

  • Psalm 89:36
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 36 Zijn nageslacht* zal altijd blijven bestaan,+

      zijn troon vóór mij is zo duurzaam als de zon,+

  • Jesaja 9:7
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    •  7 Zijn heerschappij zal zich blijven uitbreiden

      en aan vrede zal geen einde komen,+

      op de troon van David+ en in zijn koninkrijk,

      om het te bevestigen+ en te ondersteunen

      door gerechtigheid+ en rechtvaardigheid,+

      van nu tot in eeuwigheid.

      Jehovah van de legermachten zal dat in zijn ijver doen.

  • Jeremia 33:20, 21
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 20 ‘Dit zegt Jehovah: “Als jullie mijn verbond betreffende de dag en mijn verbond betreffende de nacht konden verbreken, zodat dag en nacht niet op tijd zouden aanbreken,+ 21 alleen dan zou mijn verbond met mijn dienaar David verbroken kunnen worden+ en zou er geen zoon van hem als koning op zijn troon regeren.+ En hetzelfde geldt voor mijn verbond met de Levitische priesters, mijn dienaren.+

  • Mattheüs 9:27
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 27 Terwijl Jezus verderging, werd hij door twee blinden+ gevolgd. Ze riepen: ‘Zoon van David, heb medelijden met ons.’*

  • Lukas 1:69
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 69 Hij heeft ons een hoorn van redding+ gegeven uit het huis van zijn dienaar David.+

  • Handelingen 2:30, 31
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 30 Hij was een profeet en hij wist dat God hem met een eed had gezworen dat een van zijn nakomelingen op zijn troon zou zitten.+ 31 Daarom voorzag hij de opstanding van de Christus en sprak hij erover. Hij zei dat de Christus niet achtergelaten zou worden in het Graf en dat zijn lichaam niet tot ontbinding zou overgaan.+

  • Handelingen 13:22, 23
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
    • 22 Nadat hij hem had afgezet, maakte hij David koning voor hen,+ over wie hij getuigde: “Ik heb David, de zoon van I̱saï,+ gevonden, een man naar mijn hart.+ Hij zal alles doen wat ik wil.” 23 Zoals God had beloofd, heeft hij uit het nageslacht van deze man een redder voor Israël voortgebracht: Jezus.+

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen