29 Hij vroeg hun: ‘Maar wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘Jij bent de Christus.’+30 Toen zei hij nadrukkelijk dat ze niemand mochten vertellen wie hij was.+
20 Toen vroeg hij: ‘Maar wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘De Christus van God.’+21 Daarop gebood hij ze uitdrukkelijk om dat aan niemand te vertellen+