21 Verderop zag hij twee andere broers: Jakobus, de zoon van Zebede̱üs, en zijn broer Johannes.+ Ze waren met hun vader Zebede̱üs in de boot bezig hun netten te repareren, en hij riep ze.+
2 Dit zijn de namen van de 12 apostelen:+ als eerste Simon, die Petrus+ wordt genoemd, en zijn broer Andre̱as,+ Jakobus, de zoon van Zebede̱üs, en zijn broer Johannes,+
55 Veel vrouwen die vanuit Galilea met Jezus waren meegegaan om hem van dienst te zijn,+ stonden op een afstand toe te kijken. 56 Dat waren onder anderen Maria Magdale̱na, Maria, de moeder van Jakobus en Jo̱ses, en ook de moeder van de zonen van Zebede̱üs.+
2 Daar waren bij elkaar: Simon Petrus, Thomas (die de Tweeling werd genoemd),+ Natha̱naël+ uit Kana in Galilea, de zonen van Zebede̱üs+ en nog twee van zijn discipelen.