4 Toen zei Jehovah tegen Mozes: ‘Luister, ik laat voor jullie brood uit de hemel regenen.+ En iedereen van het volk moet er elke dag op uit gaan om te verzamelen wat hij nodig heeft.+ Op die manier kan ik testen of ze zich wel of niet aan mijn wet zullen houden.*+
15 ‘Wat is dat?’, vroegen de Israëlieten elkaar toen ze het zagen, want ze wisten niet wat het was. Mozes zei tegen ze: ‘Het is het brood dat Jehovah jullie als voedsel geeft.+