2 Dit zijn de namen van de 12 apostelen:+ als eerste Simon, die Petrus+ wordt genoemd, en zijn broer Andre̱as,+ Jakobus, de zoon van Zebede̱üs, en zijn broer Johannes,+
33 Meteen stonden ze op en gingen ze naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf en de andere discipelen die bij elkaar waren gekomen 34 en die zeiden: ‘De Heer is inderdaad uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’+