Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g73 8/12 blz. 8-12
  • Vindt u vreugde in uw werk?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vindt u vreugde in uw werk?
  • Ontwaakt! 1973
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waaraan te wijten?
  • De (gedeeltelijke) schuld van de werkgever
  • De (gedeeltelijke) schuld van de werknemer
  • Wat u persoonlijk kunt doen om meer vreugde te vinden in uw werk
  • Job — een model van godvruchtig gedrag
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • Bijbelboek nummer 18 — Job
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Een voorbeeldig man die correctie aanvaardde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2000
  • ‘Hoop op Jehovah’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2022
Meer weergeven
Ontwaakt! 1973
g73 8/12 blz. 8-12

Vindt u vreugde in uw werk?

„ARBEIDSVREUGDE” is een onderwerp dat in het bedrijfsleven steeds meer ter discussie wordt gesteld. Bent u tevreden met uw werk? U hebt dan heel veel reden om dankbaar te zijn. Over de hele wereld is er een toenemend aantal werknemers die hun werk allesbehalve bevredigend vinden. En deze tendens is onder alle arbeidsgroepen waar te nemen, van de ongeschoolde tot leidinggevende aan toe, hoewel ze het meest tot uiting komt bij de „lopende-bandwerkers”.

Mocht u derhalve weinig vreugde in uw werk scheppen, dan bent u verre van alleen. Volgens een functionaris van het Amerikaanse departement van arbeid is dit probleem van arbeidsvreugde „een van de belangrijkste hedendaagse vraagstukken”. Door gebrek aan arbeidsvreugde worden immers de belangen van de bedrijfsleiding zelf geschaad. De produktie heeft er hetzij in kwantitatief hetzij in kwalitatief opzicht onder te lijden, hetgeen rechtstreeks van invloed is op de winst die het bedrijf maakt. Arbeidsontevredenheid leidt tot onenigheid — waaraan in sommige landen rassengeschillen niet vreemd zijn — tot traagheid en een slecht produkt. In bepaalde fabrieken is het zelfs niet gebleven bij apathie en onverschilligheid; daar is men in sommige gevallen zelfs overgegaan tot openlijke opstand, culminerend in sabotage, zoals bijvoorbeeld in een autofabriek waar men ontdekte dat van zes nieuwe auto’s de bekleding was vernield.

Het belangrijkste, maar ook kostbaarste symptoom van gebrek aan arbeidsvreugde, is echter wel arbeidsverzuim. Met arbeidsverzuim wordt bedoeld het afwezig zijn van werknemers gedurende de tijd dat zij geacht worden werk te verrichten, ongeacht wat hiervan de oorzaak of reden is: hetzij ziekte — gefingeerd of echt — slecht weer, onenigheid met de chef, de kater na een nachtelijke drinkpartij, alcoholisme, verslaving aan drugs of een onweerstaanbaar verlangen om te gaan vissen. Momenteel bedraagt in veel bedrijven het verzuim gemiddeld 5 percent, hetgeen wil zeggen dat op een willekeurige werkdag in de week vijf van de honderd werknemers niet komt opdagen. En op de maandagen en vrijdagen, dus aan het begin en eind van de werkweek, loopt het verzuimpercentage bij sommige bedrijven wel in de 15 tot 20 percent.

Arbeidsverzuim komt het veelvuldigst voor bij jonge werknemers, in de leeftijd van achttien tot vijfentwintig jaar. Vrouwelijke werknemers hebben een 36 percent hoger verzuim dan mannelijke, terwijl fabrieksarbeiders gemiddeld genomen 57 percent vaker niet op het werk verschijnen dan kantoormensen. In de afgelopen paar jaar is in diverse industrietakken het verzuim van 10 tot 41 percent toegenomen. Verzuim betekent schade voor het bedrijfsleven. Zo heeft men wel berekend dat in een fabriek met 1000 werknemers een verzuimtoename van 1 percent leidt tot een kostenverhoging van ƒ 450.000 per jaar. Een directeur van een kleine maatschappij moest vaststellen dat hij van zijn 285 werknemers die op de loonlijst voorkwamen er slechts 255 nodig zou hebben als er geen verzuim zou zijn.

Waaraan te wijten?

Wat is de oorzaak van dit wijdverbreide en toenemende gebrek aan arbeidsvreugde? Is het te wijten aan een onvoldoende beloning? Neen, dat is het niet, want niet alleen nemen de lonen van jaar tot jaar toe, maar ook de bijkomende voorzieningen zijn zodanig geworden dat ze zelfs de stoutste verwachtingen van enkele jaren terug verre overtreffen.

Kennelijk zijn de meeste bedrijfsleiders van het algemene gevoelen dat deze vorm van materiële beloning hun werknemers voldoende tevreden dient te stellen, of, zoals een president van een handelsmaatschappij het stelde: „Wij moeten voor een eerlijk dagloon een eerlijke dag arbeid ontvangen.” Vooral arbeiders aan montagelijnen worden veelal goed betaald. Maar zijn goede lonen en een overvloed aan bijkomende voorzieningen een voldoende voorwaarde om plezier in werk te hebben? Voor bepaalde arbeiders in het verleden wellicht wel, maar klaarblijkelijk nu niet meer, tenminste voor menigeen niet meer.

Overal hoort men tegenwoordig in de industrie praten over de eentonigheid en de verveling van het werk aan de lopende band en over het frustrerende gebrek aan vooruitgangsmogelijkheden. Met name jonge mensen gaan van het standpunt uit dat zij niet louter machines zijn, maar dat ze mensen zijn met gevoelens, verlangens en ambities. Deze kwestie werd op de spits gedreven tijdens een staking in, naar verluidt ’s werelds modernste en produktiefste auto-assemblagebedrijf, de fabriek van General Motors in Lordstown (Ohio), waar het lopendebandsysteem is ingesteld op de aflevering van 101 auto’s per uur. Waarom er daar gestaakt werd? Om hogere lonen? Neen, de verdienste was uitstekend. De grieven betroffen de te grote eentonigheid en druk waaronder gewerkt moest worden. Blijkbaar hadden de ontwerpers van de fabriek hoegenaamd geen rekening gehouden met het menselijke element. De bedrijfsleiding moest de les leren dat zelfs de meest efficiënte montagelijnen slechts produktief zijn als er mensen zijn die bereid zijn ze te bemannen!

De (gedeeltelijke) schuld van de werkgever

Er bestaat geen twijfel over dat de bedrijfsomstandigheden waaronder veel arbeiders aan een lopende band werken, plus de houding van de ’bedrijfsleiding” veel te maken hebben met het probleem van gebrek aan arbeidsvreugde. Beide factoren zijn door een aantal bedrijfspsychologen, die een onderzoek naar de situatie hebben ingesteld, als oorzaak genoemd van de „kloof van onbegrip” die er tussen werknemers en werkgevers bestaat. Zij verklaarden o.m.:

„De grootste moeilijkheid voor ons is de topmensen bewust te maken van de problemen van de arbeiders en, wat belangrijker is, hen er iets aan te laten doen.” „De hoeveelheid tijd die bestuursraden besteden aan menselijke problemen is verwaarloosbaar klein. Pas sinds kort is de industrie gedwongen geworden hieraan meer aandacht te schenken. Maar ze worden nog altijd als van secundair belang geacht.” „Bij de topleiding moet het feit dat arbeidsvreugde essentieel is voor een verhoogde produktiviteit een vaste medebepalende factor bij de beleidsvorming zijn. Ik vrees dat we ons nog te vaak meer bezorgd maken over de machines dan over de mannen en vrouwen die ze bedienen.”

Dat deze waarnemingen de spijker op de kop slaan, blijkt wel heel duidelijk uit een verslag dat in de New York Times van 5 februari 1973 verscheen. Onder de kop: „Verwisseling van baan om de verveling tegen te gaan”, kon men lezen over zestig arbeiders in een fabriek van dierenvoeding, die enorm veel bevrediging uit hun werk waren gaan putten wegens „de gelegenheid [die zij kregen] elk belangrijk werk in de fabriek te doen”. Maar volgens een recent onderzoek van het Amerikaanse departement van volksgezondheid, onderwijs en openbaar welzijn gaat het in Amerika bij dergelijke experimenten maar om 3000 mensen. In Europa is er op dit gebied reeds meer geëxperimenteerd. Natuurlijk betekent dit niet altijd noodzakelijkerwijs produktieverhoging. Zo zijn er bijvoorbeeld in verschillende Europese autofabrieken groepen arbeiders die gezamenlijk een complete auto in elkaar zetten, maar wier produktiecapaciteit niet te vergelijken is met die van arbeiders in Amerikaanse autofabrieken. Maar is dat zo erg? Zou het al niet geweldig zijn als meer mensen zich oprecht bekommerden om het welzijn van hun medemens?

De (gedeeltelijke) schuld van de werknemer

Niet alleen de topleiding heeft zich echter in deze kwestie van toenemende arbeidsontevredenheid vergaloppeerd, ook de ’georganiseerde’ arbeiders hebben de vooruitgang vaak meer vertraagd dan bespoedigd. Immers, instinctief staan zij achterdochtig tegenover elke maatregel van de bedrijfsleiding, terwijl ook de angst van veel vakbondsleiders voor aantasting van hun positie en invloed bij een verbetering van de betrekkingen tussen werknemers en werkgevers, niet over het hoofd mag worden gezien. Al herhaaldelijk is het gebeurd dat in bedrijven waar verbeterde werkmethoden waren ingevoerd en de bedrijfsleiding een oprechte belangstelling voor het welzijn van haar personeel toonde, de employés pogingen van vakbondsfunctionarissen om hen te organiseren boycotten.

Niet alle gebrek aan arbeidsvreugde kan maar zonder meer op rekening van de werkgever worden geschoven. Er is ook een gestaag toenemende onderwaardering waar te nemen van wat men wel „arbeidsethiek” noemt, of zoals The Wall Street Journal dit verduidelijkt: „In zowel de openbare als privé-sector is het duidelijk dat de arbeidsethiek — het geloof in de waardigheid van eerlijke inspanning en het gevoel van voldoening meegewerkt te hebben aan de totstandkoming van iets waardevols — moeilijke tijden doormaakt.” Het bijbelse beginsel dat elkeen die in staat is te werken, verplicht is eerlijk werk te leveren, vindt voortdurend minder instemming. Volgens de bijbel dient ’iemand die niet wil werken, ook niet te eten’, ja, herhaaldelijk worden luiaards, lanterfanters, indolente personen en trage werkers in Gods Woord berispt, vooral in het boek Spreuken. Welbekend is de spreuk: „Ga tot de mier, gij luiaard; zie haar wegen en word wijs.” — 2 Thess. 3:10; Spr. 6:6.

Tekenend voor dit gebrek aan werkdrang is een bord aan de wand van een bar in de buurt van een auto-assemblagebedrijf in Fort Dearborn (V.S.), waarop staat: „Ik ben hier al 40 uur per week — moet ik nu ook nog werken?” Een zelfde geest ademde het antwoord van een arbeider op de vraag hoe hij zijn nieuwe baan vond: „Moet je goed luisteren, ik pas er wel voor op een baan te nemen waardoor ik ’s avonds moe thuis kom!” Vaak hoort men oudere, energieke arbeiders klagen over de houding van jongeren ten opzichte van het werk.

Ja, de mensen zijn steeds minder genegen hard te werken, vooral niet als het oninteressant werk betreft. Ongetwijfeld zullen de in de bijbel voorspelde omstandigheden waaronder wij thans verkeren — de toenemende wetteloosheid en de kritieke tijden die moeilijk zijn door te komen — niet geheel onschuldig zijn aan deze houding (Matth. 24:12; 2 Tim. 3:1-5). Er zijn momenteel twee tendensen die deze omstandigheden in de hand werken. Enerzijds neemt het geloof in God gaandeweg af en bijgevolg ook het gevoel aan Hem verantwoording verschuldigd te zijn, en anderzijds zijn de economische omstandigheden enorm verbeterd. Of iemand nu wil werken of niet, hij krijgt toch wel geld, is het niet van het werkloosheidsfonds dan wel van de bijstand.

Wat u persoonlijk kunt doen om meer vreugde te vinden in uw werk

Wat kunt u doen voor het verkrijgen van meer arbeidsvreugde? Geef u er in de allereerste plaats goed rekenschap van dat u bij het aanvaarden van een bepaalde betrekking verantwoordelijkheden op u neemt. Het zou oneerlijk zijn tegenover zowel uzelf als anderen dit niet te erkennen. En schep er zoveel mogelijk eer in om het werk waarvoor u wordt betaald goed te doen. Elke man aan een lopende band moet zijn taak goed verrichten, wil het eindprodukt de inspectie kunnen passeren. Het grote aantal produkten dat men in sommige fabrieken moet afkeuren, moet in veel gevallen verklaard worden uit een gebrek aan belangstelling, dat weer voortvloeit uit een gebrek aan arbeidsvreugde, waarmee de arbeider echter per slot van rekening de situatie voor zichzelf alleen maar extra onprettig maakt.

Natuurlijk zou een verandering van baan voor u het beste kunnen zijn. Mogelijk vindt u een baan die u wel voldoening en bevrediging geeft. Niet weinigen doen dit momenteel, en heus niet alleen lopende-bandwerkers. Zo liet een verkoper uit Ohio zijn baan in de steek en verhuisde naar Alaska, waar hij nu met plezier buitenwerk verricht. Een voormalige effectenmakelaar is nu hard aan het werken en studeren voor een wetenschappelijke carrière die hem in nauw contact met de natuur zal brengen. Een Newyorkse verzekeringsagent gaf zijn betrekking eraan en exploiteert nu een café-restaurant in Maine. Een vroegere veearts kan men thans vrachtauto’s zien laden en lossen; lichamelijke arbeid is zijn lust en zijn leven en hij zou niet meer terug willen, ook al verdient hij nu veel minder dan vroeger. Hij heeft al drie aanbiedingen voor een positieverhoging afgeslagen, daar hij geen belangstelling heeft voor een kantoorbaan. Ook een politie-inspecteur, die niet meer op kon tegen de frustraties waarmee zijn werk gepaard ging, hing zijn pet aan de wilgen en begon aan iets anders; hij ging schilderen en verdient nu met plezier als kunstschilder de kost.

Bevredigend werk zoeken is natuurlijk de eenvoudigste manier om gebrek aan arbeidsvreugde te verhelpen. Betrekkelijk weinigen verkeren echter in een positie dat zo’n radicale ommekeer mogelijk is; ook de angst dat alles niet zal lopen zoals men hoopt, kan een belemmerende factor zijn. Wat zou men dan nog meer kunnen doen, behalve met een grotere belangstelling te werken?

Iedereen kan trachten zijn kijk op het leven te verbeteren. Eén bedrijfspsycholoog stelde het als volgt: ’De mate dat iemand zich verveelt, hangt af van zijn levensfilosofie.’ Zelfs al hebt u een baan waarbij een minimum aan problemen en verantwoordelijkheden om de hoek komt kijken, dan nog hoeft u geen last van eentonigheid te hebben. Beschouw uw werk als een middel tot het bereiken van een doel, en in feite is het dat ook. Verschaft het u geen bepaalde mate van zekerheid, doordat u voor uzelf en uw gezin kunt zorgen? Verlies deze reden waarom uw werkt, niet uit het oog.

Bovendien kunt u als het totaal onmogelijk is uw werk op enigerlei wijze interessanter, voldoeninggevender en lonender te maken, werken aan een rijker, interessanter en voller persoonlijk en gezinsleven. Als u daaraan hard werkt, zal ook hoogstwaarschijnlijk de beloning niet achterwege blijven: u zult de liefde, de waardering en de samenwerking ontvangen waarnaar u verlangt. Als u bijdraagt tot het geluk van uw gezinsleden en zij op hun beurt tot het uwe, zult u ontdekken dat de eentonigheid van uw werk veel makkelijker te dragen is.

In verband hiermee kan worden gezegd dat Jehovah’s getuigen in een bijzonder gunstige positie verkeren. Immers zij streven ernaar de raad van Jezus Christus in hun leven toe te passen, om hun hart niet op materiële rijkdom te vestigen, maar in plaats daarvan ’eerst Gods koninkrijk en zijn rechtvaardigheid te blijven zoeken’ (Matth. 6:19-33). Natuurlijk vinden ook zij het prettig wanneer hun wereldse werk voldoeninggevend is. Maar dit werk is niet het belangrijkste in hun leven. Zij bezien het slechts als een middel tot een doel. Zij kunnen erdoor in hun materiële behoeften voorzien zodat zij zich voor de rest zo volledig mogelijk aan de dienst van God kunnen wijden. Hun werkelijke vreugde is gelegen in de hulp die zij anderen kunnen bieden om meer over Gods nieuwe ordening te weten te komen, een nieuw samenstel van dingen dat niet zal worden ontsierd door uitbuiting van de ene mens door de andere. Liefde voor God, liefde voor de naaste en rechtvaardigheid, daardoor zal het leven in die nieuwe ordening gekenmerkt worden. Onder zulke omstandigheden zal werken een bijzonder voldoeninggevende bezigheid zijn. En de verwezenlijking van die hoop is niet afhankelijk van de inspanningen van zelfzuchtige mensen. Ze is gebaseerd op de belofte van een liefdevolle God, op het onfeilbare woord van de Schepper van hemel en aarde. Met een vast geloof in dit grootse vooruitzicht kan er zelfs nu reeds veel tevredenheid in het leven worden ervaren. — 2 Petr. 3:13; 1 Tim. 6:6-12.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen