Acht dollar per halve liter
IN ZIJN boek The Tarnished Door stelt John Crewdson een onderzoek in naar de golven legale en illegale immigranten die, vooral vanuit Mexico, de Verenigde Staten binnenstromen. Daarbij werpt hij ook wat licht op de herkomst van een deel van het bloed dat bij de Amerikaanse bloedbanken terechtkomt.
Hij beschrijft hoe de Amerikaanse grenspolitie enkele illegale immigranten in El Paso (Texas) opspoort door middel van hun bloed: „De eerste halteplaats voor de ’stadspatrouille’ is een bloedplasmacentrum op een steenworp afstand van de bruggen, één van de negen centra in Zuid-El Paso die van Mexicanen die de grens zijn overgestoken, bloed kopen voor $8 per halve liter — wat in Juárez [Mexico] gelijkstaat aan een fors dagloon — en het vervolgens voor $20 doorverkopen aan ziekenhuizen en onderzoekslaboratoria. De centra adverteren via raamaffiches dat een geregelde donor zo’n $81 per maand kan verdienen, en voor niet weinigen in Juárez zijn de bloedbanken de enige bron van inkomsten.
Williams [een grenspolitieman] treft in de centra regelmatig donors aan die al jaren tweemaal per week uit Juárez komen om hun bloed te verkopen.” Welke kwaliteit het bloed heeft dat bij de bloedbanken terechtkomt, weet geen mens.
Voor christenen, die Gods zienswijze inzake de heiligheid van bloed respecteren, is deze handel in bloed onaanvaardbaar. De leiders van de vroege christelijke gemeente schreven: „Want het heeft de heilige geest en ons goedgedacht u geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: u te blijven onthouden . . . van bloed . . . Indien gij u nauwlettend voor deze dingen wacht, zal het u goed gaan. Wij wensen u een goede gezondheid toe!” — Handelingen 15:28, 29.