Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w77 1/12 blz. 709-712
  • Een oase van waarheid in een woestijn

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Een oase van waarheid in een woestijn
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • Onderkopjes
  • MIJN ZOEKEN NAAR GOD
  • IN OVEREENSTEMMING MET DE BIJBELSE WAARHEID LEVEN
  • TEGENSTAND TENIETDOEN
  • EEN NIEUWE EN VREUGDEVOLLE LEVENSWIJZE
  • JEHOVAH VOORZIET GEDURENDE MOEILIJKE TIJDEN
  • ONVERWACHTE ZEGENINGEN
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
w77 1/12 blz. 709-712

Een oase van waarheid in een woestijn

MIJN geboorteplaats is Chartoem, hetgeen een Arabische naam is die „Slurf van een olifant” betekent. Maar waarom zou mijn geboorteland zo genoemd worden? Dit komt door de vorm van deze smalle landtong die de Witte en de Blauwe Nijl vlak boven de plaats waar ze samenvloeien, scheidt. Vanaf dit punt worden ze één machtige Nijl die door de Sahara stroomt. Ontdekkingsreizigers en anderen hebben onvriendelijke dingen over Chartoem gezegd, maar voor mij is het „mijn thuis”.

Natuurlijk heerst er door de blakende tropenzon een drukkende hitte. Het land ligt hier slechts 360 meter boven de zeespiegel en door de intense hitte is er slechts een kilometer of twee van de vochtige rivieroevers vandaan een zandwoestijn ontstaan. Er is ook een voortdurende strijd tegen vliegen. En het opwaaiende woestijnzand schijnt overal en in alles door te dringen. Soms verandert het de dag in de nacht. Hoe dikwijls zijn wij niet door de hevige haboob-storm overvallen wanneer wij als gezin onze bedden buiten hadden gezet opdat ons warme lichaam toch maar het kleinste vleugje wind kon opvangen! ’s Morgens schraapten we het zand uit onze ogen en stonden we op om naar de omtrek die ons lichaam op het door zand bestoven matras had achtergelaten, te staren.

Dit zijn de realiteiten van het leven in Chartoem. En hier ben ik, als een trouwe dochter van de Orthodoxe Koptische Kerk, getrouwd en heb ik mijn drie zoons en twee dochters grootgebracht.

MIJN ZOEKEN NAAR GOD

Altijd al had ik naar God gezocht. Elke morgen werd ik eraan herinnerd dat ik hierin niet alleen stond. Voordat de zon opging, hoorde ik het nasale zingen van de muezzin vanaf de minaretten van vele door de hele stad verspreide moskeeën — een patroon dat in de loop van de dag, zolang de zon aan de hemel stond, vijfmaal werd herhaald. De uit drie gedeelten bestaande stad — Chartoem, Chartoem-Noord en Omdoerman — is overheersend een moslim-gemeenschap en dus vormden degenen van ons die als leden van de Koptische Kerk christenen beweerden te zijn, een minderheid.

Mijn verlangen om God te dienen, was zo groot dat ik, toen ik jong was, overwoog als non in mijn kerk een gewijde dienst op me te nemen. Ik werd echter gekweld door twijfels over mijn geloofsovertuiging en de traditionele ceremonieën van de Koptische Kerk. Hoe kon ik de opgesmukte processies en de overdadige versierselen van de kerkfeesten rijmen met het eenvoudige leven van Jezus Christus? Ik bracht ook vele slapeloze nachten door met na te denken over de verschrikkingen van het „hellevuur” en de onverklaarde ingewikkeldheid van de Drieëenheid, die ik nooit werkelijk als een deel van mijn christelijke geloof had aanvaard. Na ons huwelijk toonde mijn man weinig belangstelling voor religieuze zaken, maar ik ging geregeld met mijn kinderen naar de kerk. Hierdoor werden we door buren en verwanten „geaccepteerd”, terwijl we een schamel bestaan leidden in ons huis van gebakken Nijlleem dat in de schaduw van de elegante Koptische kerk stond.

In de hitte van een augustusdag in 1958 zat ik thuis te naaien. In een gebedsvolle gemoedsstemming had ik God gevraagd me te helpen de waarheid te vinden zodat ik hem kon aanbidden. En toen verscheen er een bezoekster bij mijn huis! Zij moet de kruisen en religieuze afbeeldingen die de muren sierden, en die mijn religieuze banden kenbaar maakten, gezien hebben. De dame was gekomen om de bijbel met me te bespreken. Ik kwam onmiddellijk onder de indruk van het gemak waarmee ze bijbelteksten vond die aantoonden dat dergelijke religieuze toevoegsels geen uitingen van het ware christendom waren.

Zij weerlegde snel mijn tegenwerpingen dat haar bijbel anders was dan mijn Arabische vertaling, door mij voor te stellen mijn eigen bijbel te pakken en de teksten daarin na te slaan. Dus haalde ik mijn oude en niet zo schone Arabische bijbel te voorschijn, en al gauw kwam aan het licht dat ik niet in staat was de teksten erin te vinden. De priesters hadden me nooit aangemoedigd de inhoud op deze wijze te onderzoeken. Maar wat een innerlijke vreugde ondervond ik toen bijbelse waarheden over Jezus Christus, de hoop voor de doden en andere onderwerpen die mij na aan het hart lagen, verklaard werden! Aan het eind van ons gesprek nam ik gretig twee boeken, bijbelse studiehulpmiddelen.

Toen ik de deur achter mijn bezoekster sloot, danste ik letterlijk van vreugde toen ik besefte dat mijn gebeden verhoord waren. Ik was verkwikt door waarheidswateren in deze woestijn.

IN OVEREENSTEMMING MET DE BIJBELSE WAARHEID LEVEN

Men leeft in onze buurt, El Masalama (Omdoerman) genoemd, niet werkelijk zijn eigen leven. De ongewone bezoekster aan onze nederige woning met plat dak en opgetrokken van bruine leemstenen, werd onmiddellijk een zaak die de hele buurt aanging. Ons huis was zelfs naar Omdoerman-maatstaven zeer primitief, en mijn jongste zoon herinnert zich nog altijd de keer toen een met zand bezwangerde wind de ramen eruit blies en er een zware regen door het dak neerstroomde. Niettemin had ik altijd getracht mijn geluk te vinden in het zoeken naar God, en mijn wekelijkse bijbelstudies schonken me nu grote vreugde en blijdschap. Maar deze blijdschap werd niet gedeeld door mijn verwanten en vroegere vrienden, die nu een meer dan normale kritische belangstelling voor mijn bijbelstudente en gast kregen.

In het begin van onze besprekingen werd de kwestie van het kruis te berde gebracht. Ik had mijn kinderen altijd geleerd een zo groot en opvallend mogelijk kruisteken te maken, aangezien ik dit als een bescherming voor hen beschouwde. Ze droegen allemaal het kruis om hun hals en dit symbool speelde een grote rol in ons religieuze leven. Ik wilde deze kruisen dus niet graag kwijt, hoewel mijn bezoekster overtuigende bewijzen aanvoerde dat het gebruik van het kruis onchristelijk was. Deze wetenschap raakte ook andere leden van het gezin. Mijn man waarschuwde me voor onze nieuwe bezoekster en stelde voor haar alleen als vriendin te ontvangen. Toen vertelde mijn oudste zoon de zondagsschoolonderwijzer over de „predikster” die bij ons thuis kwam en er werd hem in zeer nadrukkelijke bewoordingen gezegd dat wij niets met haar te maken dienden te hebben aangezien ze ’niet deugde’. Mijn verlangen om God te dienen, was echter sterk, en na twee maanden studie nam ik alle religieuze kruisen en afbeeldingen en wierp ze in het afvalgat op ons erf.

De stimulerende vreugde nieuwe waarheden omtrent Jehovah en zijn voornemen te leren, bewoog me ertoe bij elke gelegenheid die zich maar voordeed met verwanten, vrienden en buren te spreken. De buren reageerden door tijdens onze bijbelstudies stenen op ons erf en naar het huis te gooien. Priesters van de kerk en verwanten trachtten herhaaldelijk een eind aan onze studie te maken.

Ons gezin was gewoon elk jaar het Mariafeest te vieren. Ik bakte dan een speciale koek en te zamen met onze verwanten maakten we er een speciale dag van. Maar nu had ik uit de bijbel geleerd dat Maria na Jezus’ geboorte ook nog andere kinderen had gekregen, en dit verbaasde me ten zeerste. Toen ik zei dat ik van plan was het Mariafeest niet meer te vieren, drong mijn oudste dochter er sterk bij me op aan mijn studie met de bijbelonderwijzeres die ons bezocht, te staken. Ik begon bij mezelf te denken: „Waarom zou ik het Mariafeest niet meer vieren?” Toen besloot ik: „Als de dame weer komt, zal ik haar vertellen dat ze wel als gast welkom is, maar niet om religieuze zaken te bespreken.”

De kwestie hield me zo intens bezig dat toen ik de dag vóór de eerstvolgende bijbelstudie in mijn keuken op de grond viel, ik dit uitlegde als een straf van God voor wat ik had gedaan. En toen, ziedaar! Mijn bezoekster. Ze was een dag eerder gekomen, en nu vond ze mij onder de modder door de val. Toen ze me hielp, vertelde ik haar wat ik gedacht had, en tot mijn verbazing omhelsde zij me vol genegenheid en kuste me. Na over de kwestie gesproken te hebben, baden we samen om kracht om standvastig te blijven in de waarheid van Gods Woord. Dat maakte een eind aan de Mariafeesten!

TEGENSTAND TENIETDOEN

De bemoeienis van de buren begon toe te nemen, en toen zij, gewapend met stokken, naar mijn huis kwamen met de bedoeling mijn pas gevonden vriendin kwaad te doen, nodigde ik hen en de priesters uit de kwestie met de bijbelstudente in mijn huis te bespreken. Op de afgesproken avond, toen de hitte van de dag voorbij was, scheen het dat heel El Masalama, in plaats van naar de suks, of markten, te gaan, naar mijn huis was gekomen. Het huis was binnen propvol en anderen, velen in het traditionele Soedanese lange witte kleed en de tulband, liepen buiten op het omheinde erf rond. De priesters zelf waren niet gekomen, maar zij hadden zich aan het eind van de straat opgesteld en tijdens het gesprek vlogen de diakenen en hun vertegenwoordigers af en toe naar buiten om met deze religieuze waardigheidsbekleders te overleggen.

In het rumoer van die avond werden er vele dingen besproken, maar ik weet nog dat de kerkvertegenwoordiger tot de menigte zei: „Houden jullie je stil, ik leer hiervan.” Ten slotte zei hij echter tot mij: „Verlaat de religie van je kerk niet!” Dat was werkelijk een avond om niet te vergeten. De waarheid hield wat mij betreft stand, en ze bleef me geestelijk verkwikken, zoals een oase in een woestijn.

De buren en de kerk waren echter niet tevreden. Zij bleven zich met mij bemoeien. Het gooien met stenen hield aan en er werden zelfs grote hoeveelheden vuil water op ons erf gestort in een poging ons als gezin te intimideren. De tegenstand bereikte een climax toen enkele buren mij er bij de politie van beschuldigden zonder toestemming hun huis te betreden, waardoor ik mij onwettig toegang verschafte. Ik werd aangeklaagd en moest voor een civiele rechtbank verschijnen, waar ik tegenover twee advocaten stond die als de beste van Omdoerman beschouwd werden. De straf zou drie maanden gevangenis en een boete van vijftig Soedanese pond (ƒ 400) zijn. Maar een van de advocaten raakte de draad volkomen kwijt door te verklaren dat mijn activiteit „het begin van het zionisme in Soedan” was.

Toen de rechter uitspraak deed, vroeg hij: „Waarom bent u allen tegen deze vrouw?” Hij besliste dat ik de vrijheid had om, als ik dit wilde, in heel Soedan mijn religie bekend te maken. Dankbaar jegens Jehovah voor de uitslag van de zaak, besefte ik toen niet welk een formidabele taak het zou zijn om in heel het grootste land van Afrika getuigenis van de waarheid af te leggen. Maar ik had beslist de wens om, als teken van mijn waardering voor wat Jehovah voor mij had gedaan, een volle-tijdverkondigster van het goede nieuws te worden.

EEN NIEUWE EN VREUGDEVOLLE LEVENSWIJZE

Mijn leven werd nu elke dag in beslag genomen met het bestuderen van Gods Woord en anderen over Gods koninkrijk te vertellen. Ik stond vroeg op en had vóór 9 uur ’s morgens al mijn huishoudelijke werk gedaan. Na een maaltijd bestaande uit fool — of wat u een ontbijt bestaande uit bonen en brood zou kunnen noemen — had ik een aandeel aan het getuigenis afleggen omtrent het Koninkrijk totdat mijn kinderen om 1.30 uur uit school kwamen. In Soedan worden onze dagen beheerst door de hitte van de zon, en van zo 2 tot 5 uur ’s middags hebben we rahat el zuhr, ofwel een middagrustperiode. Door een goed gebruik van de ochtenden te maken, kon ik tot negentig uur per maand aan het getuigeniswerk besteden. Mijn oudste dochter vergezelde me bij vele gelegenheden, en bijeenkomsten voor bijbelstudie werden in mijn huis gehouden. De groep was nog klein, maar met mijn gezin erbij was ze eensklaps in aantal verdubbeld. Mijn jongste zoon, die toen omstreeks zeven jaar was, herinnert zich nog de thee en koek die we na deze vergaderingen ronddeelden. Wat keek hij naar het eind van de vergadering uit om zich ook in deze ongewone goede dingen in ons huis te verheugen!

In mei 1959 werden mijn man en ik en onze twee oudste kinderen als symbool van onze opdracht aan Jehovah in de wateren van de Witte Nijl gedoopt. Enkele dagen later verheugden wij ons in een bezoek van de president van het Wachttorengenootschap, broeder Knorr, die op een dienstreis door Afrika ook in Soedan kwam.

Dat waren drukke dagen. Ik was nu een „gewone pionier”-verkondigster van het goede nieuws. Bijna elke dag kon men mij door de doolhof van zandige, oneffen straten van Omdoerman zien jachten — hier het pad van een melkboer kruisend die met zijn enkels kruiselings over de nek van zijn ezel zat, met aan weerszijden neerbengelende melkkannen, en daar aarzelend terwijl een met koopwaar beladen kameel op weg naar de markt mijn pad kruiste. Als een moslim-voorziening voor een dorstige reiziger staan er in de schaduw van bomen in bijna elke straat van Omdoerman grote aarden kruiken met water. Ik nam hier nu echter weinig notitie van. Ik was verkwikt door de wateren der waarheid, en ik was vastbesloten anderen te vinden die eveneens verkwikt wilden worden.

Ik studeerde met elk van mijn kinderen afzonderlijk op verschillende dagen van de week, waardoor ik hun persoonlijke aandacht schonk. Mijn jongste zoon leerde, nog vóór hij naar school ging, Arabisch lezen aan de hand van het boek Van het verloren naar het herwonnen paradijs.

JEHOVAH VOORZIET GEDURENDE MOEILIJKE TIJDEN

Toen raakten wij plotseling in een tijd van crisis. Mijn man verloor zijn werk en we hadden geen inkomen. Wat moesten we doen? Ik verkocht wat gouden sieraden, drie vloerkleden en andere dingen. Toen keerden we ons tot onze duiven, en in die tijd vermenigvuldigden de duiven zich op haast wonderbaarlijke wijze. Mijn jongste zoon kon elke dag twee of drie paartjes naar de markt brengen en voor 15 piasters (ƒ 1,20) per paar verkopen. We hadden zelfs voldoende duiven om in een gedeelte van ons dagelijks voedsel te voorzien. Jehovah zorgde bijna een jaar lang in deze omstandigheden voor ons. Op een dag, toen ik mij gereedmaakte om in de Koninkrijksdienst te gaan, bemerkte ik dat er niet één piaster meer in huis was. Wat nu te doen? Toen ontdekte mijn dochter een oud busje dat we vroeger gebruikt hadden om enkele piasters te sparen en dat we over het hoofd gezien hadden. Er was wat geld! Het was voldoende om naar m’n predikingsgebied te komen en ons voedsel voor die dag te kopen.

In de maand maart 1962 werd ik uitgenodigd om me aan te sluiten in de rijen van de „speciale pioniers”, die 140 uur of meer per maand besteden om mensen over Gods koninkrijk te vertellen. Sedertdien verheug ik me in dat voorrecht.

ONVERWACHTE ZEGENINGEN

Begin 1963 kwam een broeder die op bezoek was, bij ons thuis en vertelde me dat er later in dat jaar in München (Duitsland) een christelijk congres gehouden zou worden. Wat wilde ik daar graag heen om met velen meer van mijn christelijke broeders samen te zijn, maar dat leek natuurlijk onmogelijk! Toen kreeg mijn oudste dochter zes dagen later een betrekking als stewardess bij een luchtvaartmaatschappij. Dit opende voor mij de weg om voor een minimaal bedrag een retourticket te krijgen en ik was dus overgelukkig dat ik met zovelen van hetzelfde geloof in München kon bijeenkomen.

Mijn tweede zoon en mijn jongste dochter werden in 1962 gedoopt, en mijn jongste zoon werd in 1965 gedoopt. Het heeft mij geluk geschonken hun ijver voor Jehovah te zien. Deze dochter ontwikkelde het verlangen Jehovah als volle-tijdpredikster te dienen en is in 1968 een „gewone pionier”-Getuige geworden. In 1971 sloot ze zich als „speciale pionierster” bij mij aan, en ze is dit ook in haar huwelijk, als de vrouw van een dienaar in de bediening in onze gemeente, gebleven. De jongste van mijn drie zoons heeft nu een betrekking die hem en zijn vrouw in staat stelt in hun levensonderhoud te voorzien en waardoor hij in de gelegenheid is als dienaar in de bediening in onze gemeente te dienen.

Iets wonderbaarlijks voor mij is de wijze waarop onze levensstandaard in de tijd dat we de belangen van Gods koninkrijk op de eerste plaats hebben gesteld, is verbeterd. We hebben altijd getracht geestelijke dingen vóór materiële dingen te stellen en door dit te doen, zijn we als gezin gezegend geworden doordat wij meer dan dertig personen hebben mogen helpen hun leven aan Jehovah op te dragen en zich te laten dopen. Maar we zijn ook op andere manieren voorspoedig geweest. Sinds ik naar het congres in München ben geweest, zijn leden van mijn gezin en ikzelf ook naar andere internationale christelijke bijeenkomsten in Europa en verschillende delen van Afrika geweest. Toen we door onze financiële crisis heen waren, zijn we van Omdoerman naar Chartoem verhuisd, en we hebben nu een huis dat groot genoeg is om er de vergaderingen van een zich steeds uitbreidende gemeente in te houden.

Mijn tweede zoon besloot om, na de school met uitstekend gevolg te hebben doorlopen, naar de universiteit in Egypte te gaan. Maar na slechts één jaar keerde hij naar ons huis terug om te zamen met de familie zijn krachten volledig aan de bevordering van de ware aanbidding in Soedan te geven. Hij is nu een ouderling, en zijn bekwaamheden en toewijding worden door de gemeente met veel profijt gebruikt en zeer gewaardeerd.

Wat het betekent op een oase in de woestijn te stuiten als men versmacht van dorst, kan alleen volkomen begrepen worden door iemand wiens dorst is gelest. En het geluk anderen verkwikt te zien, is nog aangenamer. Zo zijn de wateren der waarheid een zegen voor mij en mijn gezin geweest, en hiervoor danken wij de Bron van Waarheid, Jehovah onze God.

[Kaarten op blz. 709]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

SOEDAN

Chartoem

NIJL

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen