Jehovah’s lof vertellen op de Cook-eilanden
„LATEN zij Jehovah heerlijkheid toeschrijven, en laten zij op de eilanden zelfs zijn lof vertellen”, schreef de Hebreeuwse profeet Jesaja (Jes. 42:12). In overeenstemming met die woorden worden de lofprijzingen van Jehovah op de Cook-eilanden in de Grote Oceaan gehoord.
De 15 eilanden van deze groep liggen over een gebied van 1.945.000 vierkante kilometer verspreid, maar toch bestaan ze gezamenlijk uit slechts 241 vierkante kilometer land. De trek van Polynesiërs naar deze eilanden vond plaats in de zevende en achtste eeuw G.T. Pas veel later kwamen er Europeanen naar toe. Naar verluidt werd Pukapuka in 1595 voor het eerst door Spaanse zeelieden bezocht. Gedurende de jaren 1770 werd de zuidelijke groep ontdekt door de bekende Britse zeevaarder James Cook, naar wie deze eilanden werden genoemd.
In 1823 bezocht John Williams van de London Missionary Society veel eilanden van de zuidelijke groep en introduceerde hij de bijbel bij de bevolking. Gedurende vele jaren oefenden de zendelingen van de christenheid een strenge heerschappij over de bevolking uit. Thans vindt men in de meeste huizen de bijbel in het Rarotonganees. Veel oudere mensen hebben grote eerbied voor de bijbel en kunnen er woordelijk passages uit aanhalen.
Lange tijd lagen de Cook-eilanden nogal geïsoleerd en hadden ze beperkte scheeps- en luchtverbindingen met de rest van de wereld. Pas sinds er in 1973 op Rarotonga een internationale luchthaven is gereedgekomen, is dat eiland (waarop de helft van het totale bevolkingsaantal van 18.112 woont) in de voornaamste luchtroutes opgenomen. Tussen Rarotonga en de eilanden van de zuidelijke groep vliegen nu ook geregeld kleine vliegtuigen.
JEHOVAH LOFPRIJZEN OP RAROTONGA
De eerste getuige van Jehovah die het „goede nieuws” op de Cook-eilanden verkondigde, was klaarblijkelijk Sydney Shepherd. In het begin van de jaren dertig reisde hij ongeveer twee jaar lang per schip door deze wateren en gaf hij getuigenis op Rarotonga en andere eilanden. Ofschoon er weinig werd gedaan om de gevonden belangstelling te ontwikkelen, bracht een gezin uit Nieuw-Zeeland in 1939 een kort bezoek aan vier van de Cook-eilanden.
In 1962 kwamen broeder en zuster Clarke naar Rarotonga. Hun belangstelling om hier te dienen, werd gewekt door een bewoonster van de Cook-eilanden met wie zij in Nieuw-Zeeland een bijbelstudie leidden. De vrouw wilde dat haar volk het „goede nieuws” hoorde.
In 1962 bezochten slechts vijf personen op Rarotonga het Avondmaal des Heren. De tegen de waarheid gekante rooms-katholieke vrouw van één man, Alex, verhinderde zijn aanwezigheid door zijn fiets met een bijl kapot te slaan. Desondanks volhardde Alex en werd hij in 1963 als een opgedragen getuige van Jehovah gedoopt. Terwijl zijn vrouw, Nane, als toeschouwster aanwezig was, vertaalde hij de dooptoespraak, beantwoordde de twee aan de doopkandidaten gestelde vragen en werd vervolgens in een klein strandmeer ondergedompeld. Enkele maanden daarna werd ook zijn vrouw gedoopt. Zij waren de eerste Cook-eilandbewoners die opgedragen christenen werden, en thans dienen Alex en Nane Napa als speciale pioniers.
LATEN WIJ HET NOG EENS DOEN
Doorgaans werden bezoeken van reizende ouderlingen door problemen in verband met vergunningen beknot. Maar hoe opbouwend was het toen er kringopzieners naar Rarotonga kwamen!
Tijdens één zo’n bezoek, in 1965, organiseerden de plaatselijke Getuigen een kleine kringvergadering met als thema: „Gij zijt het licht der wereld”. Zij genoten zó van het programma dat, toen de vliegreis van de reizende opziener een week werd uitgesteld, de vergadering tot grote vreugde van alle aanwezigen werd herhaald.
ISOLATIE EIST HAAR TOL
Na vier jaar op Rarotonga te zijn geweest, moest de familie Clarke wegens ziekte vertrekken. Na verloop van tijd werd de communicatie met Jehovah’s volk elders zeer beperkt en raakten de plaatselijke Getuigen geïsoleerd. Zonder hulp van buiten werd de kleine groep geestelijk jonge Getuigen mismoedig en vervielen zij geleidelijk nagenoeg tot inactiviteit.
Maar de omstandigheden begonnen te verbeteren toen in 1969 een Nieuwzeelandse Getuige en zijn vrouw op een arbeidscontract naar Rarotonga verhuisden. Al gauw werden er geregelde christelijke vergaderingen gehouden en werd de Koninkrijksprediking nieuw leven ingeblazen. Sedertdien is het Koninkrijkswerk voortdurend vooruitgegaan.
MAORI SPECIALE PIONIERS BEVORDEREN TOENAME
Er bestaat een grote gelijkenis tussen de Maori’s van Nieuw-Zeeland en de Cook-eilandbewoners (die hier ook „Maori’s” worden genoemd), en deze gelijkenis strekt zich ook uit tot hun taal. Toen dus de Maori speciale pioniers Sarn en Agnes Wharerau in 1970 op Rarotonga gingen dienen, waren zij al gauw in staat de plaatselijke Rarotonga-taal te spreken. Als gevolg daarvan hielpen zij gedurende hun vierjarige verblijf vele eilandbewoners de waarheid van de bijbel te leren kennen.
Er was toename zichtbaar, en een particulier huis was niet langer voldoende als vergaderplaats. Er was een Koninkrijkszaal nodig. Met Jehovah’s zegen werd een ideaal gelegen stuk grond in Arorangi gepacht. Begin 1971 ging de bouw van start en binnen enkele maanden was de gemeente naar de nieuwe zaal verhuisd. Alles scheen goed te gaan.
In 1974 rees er echter een ernstig probleem. Op advies van de Religious Advisory Council nam de regering een wet aan waaronder de religies op de Cook-eilanden slechts tot lang gevestigde kerken werden beperkt. Jehovah’s Getuigen dienden vanzelfsprekend een verzoek om erkenning in, maar konden toch een tijdlang geen vergaderingen in de Koninkrijkszaal of in welke openbare gelegenheid maar ook houden. In 1975 verkreeg men echter mondelinge toestemming om de zaal als vergaderplaats te gebruiken. Gelukkig werd deze toestemming op 1 juni 1976 gevolgd door een brief waarin Jehovah’s Getuigen als de zesde erkende religie op de Cook-eilanden werden aanvaard.
HET KONINKRIJKSWERK STREKT ZICH UIT TOT AITUTAKI
In de jaren dertig zaaide Sydney Shepherd voor het eerst het waarheidszaad op het prachtige Aitutaki, gedeeltelijk een koraaleiland dat een strandmeer van bijna 14,5 kilometer lang omsluit. Tuaivi Mose, een Polynesiër, dronk de waarheid in. Behalve dat hij tot anderen op Aitutaki sprak, schreef hij ook naar kennissen op het eiland Mangaia. Beseffend hoe belangrijk het was christelijke publikaties in zijn eigen inheemse taal te hebben, begon hij de boeken die hij bezat te vertalen. Aangezien geen enkele Getuige Aitutaki bezocht voordat broeder Mose in 1964 vertrok, kon hij pas vele jaren later, toen hij naar Nieuw-Zeeland verhuisde, als symbool van zijn opdracht aan Jehovah worden gedoopt. Omdat hij over zijn geloof sprak, kwam hij op Aitutaki bekend te staan als „De Wachttorenman”. Tot aan zijn dood enkele jaren geleden hield broeder Mose loyaal aan de waarheid vast.
In januari 1972 kwam het Koninkrijkswerk op Aitutaki werkelijk op gang, toen drie Getuigen die de waarheid in Nieuw-Zeeland hadden leren kennen, voor een bezoek naar huis gingen en negen verkondigers van Rarotonga zich bij hen aansloten om een goed getuigenis op het eiland te geven. Zij troffen veel belangstelling aan en 60 mensen bezochten de openbare bijbellezing. Zestien personen waren aanwezig op de eerste Gedachtenisviering die op het eiland werd gehouden. In januari 1973 verkondigden de Europese Wayne Blake en zijn Aitutakiaanse vrouw Aileen daar het „goede nieuws”, en onder de 71 aanwezigen op de Gedachtenisviering dat jaar bevonden zich belangstellenden uit vijf plaatselijke kerken.
De Aitutakianen houden aan hun tradities vast, maar veel van de vroegere vijandigheid tegen Jehovah’s volk is geluwd. Zij beseffen dat de Getuigen de mensen geen kwaad wensen en alleen graag de bijbel met hen willen bespreken. Zelfs geestelijke leiders zijn niet langer vijandig.
HET GETUIGENIS STREKT ZICH UIT TOT DE BUITENSTE EILANDEN
Hoewel het „goede nieuws” op Rarotonga en Aitutaki vaste voet heeft gekregen, wonen nog eens 6000 personen op de andere 10 bewoonde eilanden van de groep. Gedurende korte bezoeken in de loop der jaren is er aan degenen die Engels lezen, wat bijbelse lectuur verspreid. Maar een werkelijke zegen voor het werk is het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt in het Rarotonganees geweest.
Op Mauke is het de gewoonte dat de hele bevolking (710) zich bij aankomst van een schip op de werf verzamelt om de bezoekers umukai (een feest) te bereiden. Een ideaal moment om het Waarheid-boek aan te bieden! Twee christelijke bezoeksters deden dit bij één gelegenheid, en binnen afzienbare tijd was er een hele doos leeg. Dus gingen zij terug naar het schip om nieuwe boeken te halen. Al gauw waren ook deze verspreid, terwijl er nog meer waren die een exemplaar wilden hebben. Om aan de behoefte te voldoen, werden later nog eens 50 boeken naar Mauke gezonden.
Een soortgelijk succes ondervonden de Getuigen die Mangaia bezochten. Zij verspreidden aan de 1630 mensen op dat eiland 769 boeken en 600 brochures. In geen enkel huis werd de lectuur geweigerd!
HET TONEEL IS GEREED VOOR VERDERE ZEGEN
Het heeft heel wat tijd, geld en moeite gekost om het „goede nieuws” op deze eilanden te verbreiden. Maar het is duidelijk dat de zegen van Jehovah God op dit werk rust Thans is er op Rarotonga een bloeiende gemeente van 47 Koninkrijksverkondigers en zijn er 16 verkondigers op Aitutaki. Bovendien zijn er goede vooruitzichten voor het oprichten van nog meer gemeenten op enkele van de buitenste eilanden.
Toen het jaar 1978 ten einde liep, verlangden Jehovah’s Getuigen op de Cook-eilanden er vurig naar het internationale „Zegevierend geloof”-congres in Auckland (Nieuw-Zeeland) bij te wonen. Maar hoe zou dit kunnen? De economie op de eilanden is van dien aard dat het iedereen een klein fortuin gekost zou hebben de congresreis te maken. Jehovah’s hand is echter niet verkort. Het hart van liefdevolle geestelijke broeders en zusters in Nieuw-Zeeland werd ertoe bewogen voor zo’n 60 eilandbewoners de vliegreis heen en terug te betalen. Dezen waren van 6-10 december aanwezig onder de grote menigte van 12.328 personen die in dat grootse feest deelden. Inheemse Cook-eilandbewoners hadden een aandeel aan het programma en op de zaterdagavond, na de gewone programmaonderdelen, verschenen zij met anderen in kleurige inheemse kostuums om tot grote vreugde van andere bezoekers van overzee, een programma van inheemse liederen en dansen op te voeren. Hun vreugdevolle eenheid met de Maori’s, Samoanen, Niueanen en blanke congresgangers was nòg een levend getuigenis dat Jehovah thans mensen uit alle natiën en stammen in een wereldomvattende eenheid in Christus Jezus bijeenbrengt. — Ef. 1:10.