Hoed u voor valse profeten!
EEN Braziliaans echtpaar lag al in bed toen zij hoorden dat dieven bij hen inbraken. Het doodsbange echtpaar wist door het slaapkamerraam te ontsnappen en de politie te waarschuwen. Maar de vrouw was daarna zo overstuur door het gebeurde, dat zij niet in het huis kon slapen en naar haar moeder is gegaan.
Iedereen bij wie is ingebroken of die op een andere manier is beroofd, zal met haar meevoelen. Zo’n ervaring kan beangstigend zijn en jammer genoeg hebben steeds meer mensen op deze manier lijden te verduren. Er is echter een vorm van diefstal die veel ernstiger gevolgen heeft.
Wat is deze ernstiger vorm van diefstal, en wie zijn de dieven? Jezus Christus gaf ons hierover wat inlichtingen toen hij over onze dagen sprak en zei: „Vele valse profeten zullen opstaan en velen misleiden” (Mattheüs 24:11). Valse profeten zijn dieven. In welk opzicht? Wat stelen zij? Hun stelen houdt verband met hun profeteren. Om de zaak dus volledig te begrijpen, moeten wij eerst weten wat profeteren volgens de bijbel is.
Wat het betekent te profeteren
Wanneer u aan profeteren denkt, is het eerste wat in uw gedachten komt misschien het voorspellen van de toekomst. Dat was inderdaad een onderdeel van het werk van Gods profeten uit de oudheid, maar het was niet hun voornaamste werk. Toen de profeet Ezechiël bijvoorbeeld in een visioen werd gezegd ’tot de wind te profeteren’, moest hij eenvoudig een bevel van God uitvaardigen (Ezechiël 37:9, 10). Toen Jezus voor de priesters terechtstond, werd hij bespuwd en geslagen, en zijn vervolgers zeiden spottend: „Profeteer ons, Christus: Wie is het die u geslagen heeft?” Zij vroegen Jezus niet de toekomst te voorspellen. Zij daagden hem uit om door middel van Gods kracht degenen die hem geslagen hadden te identificeren. — Mattheüs 26:67, 68.
In feite is de hoofdgedachte die door de met „profeteren” of „profetie” vertaalde woorden in de oorspronkelijke taal van de bijbel wordt overgebracht, eigenlijk het bekendmaken van Gods mening over een zaak of, zoals in het boek Handelingen gesteld wordt, het spreken over „de grote daden van God” (Handelingen 2:11). In dit opzicht worden veel mensen beroofd door valse profeten.
Maar wie zijn de valse profeten en wat stelen zij? Laten wij, om deze vraag te beantwoorden, in de geschiedenis van de natie Israël terugblikken, en wel naar de tijd van Jeremia.