Maak Jehovah’s handelingen bekend
1 „Maakt onder de volken zijn handelingen bekend. Vermeldt dat zijn naam hoog verheven is . . ., want allesovertreffend is hetgeen hij heeft gedaan” (Jes. 12:4, 5). Hoe reageer jij op deze oproep? Wanneer wij nadenken over Jehovah’s handelingen ten aanzien van ons als volk en als individuele personen, wordt ons hart er dan niet toe bewogen anderen daarover in te lichten? Zo’n 73 jaar geleden bevrijdde Jehovah zijn volk uit Babylonische gevangenschap. Sinds 1919 is de ware aanbidding stevig bevestigd en inmiddels naar alle delen der aarde verspreid. De mate waarin Jehovah deze dingen heeft gedaan, heeft onze verwachtingen overtroffen. Hoe diep is je persoonlijke waardering voor Gods leiding, bescherming en zegen? Kun je meer doen om zijn handelingen bekend te maken en zijn naam hoog te verheffen?
2 De periode rond de Gedachtenisviering brengt een goddelijke daad in herinnering waarvoor wij eeuwig dankbaar zullen zijn. De maand april zou in het bijzonder een geschikte tijd zijn om Jehovah onze dankbaarheid en waardering te tonen door ons op te geven als hulppionier. Insgelijks zul je, als je in de hulppioniersdienst bent tijdens het bezoek van de kringopziener, nog meer voordeel trekken van zijn hulp en aanmoediging in de dienst.
3 Vaak verlopen regelingen goed als groepen verkondigers zich voor de hulppioniersdienst opgeven. Er kan een goed schema worden uitgewerkt zodat allen iemand zullen hebben om mee samen te werken, en zusters met kleine kinderen kunnen regelingen treffen om elkaar te helpen. Velen hebben ontdekt dat het met een goede planning niet al te moeilijk is aan het vereiste van 60 uur te voldoen. Hiervoor hoeft gemiddeld slechts 2 uur per dag of 15 uur per week aan de bediening besteed te worden. Sommige hulppioniers geven voor of na hun werelds werk 1 of 2 uur getuigenis en gaan in de weekends langere tijd in de velddienst.
4 Ook als je niet in staat bent in de hulppioniersdienst te gaan, kun je misschien wel je velddienstactiviteit verhogen. Ook zul je door hulp te bieden met vervoer, of door met anderen die pionieren samen te werken, een aanmoediging voor hen zijn. Wat wij in staat zijn te doen om Jehovah’s naam en zijn handelingen bekend te maken, zal niet onopgemerkt aan onze waarderende God voorbijgaan. — Mal. 3:16.